Zoekresultaten 12041-12050 van de 42895 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:175 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-114/DB/ZWB

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:61 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/351234 KL RK 19-41

      Vast staat dat de toegevoegd notaris door het aankruisen van de bevoegdheid “Vermögensbelastungen übertragen oder begründen”  (het leveren, overdragen of bezwaren van goederen) op het formulier van de Europese verklaring van erfrecht de executeur een ruimere bevoegdheid heeft gegeven dan hem op grond van de verklaring van executele toekwam. Zij mocht er niet op vertrouwen dat de Duitse notaris uit het testament moest begrijpen dat die bevoegdheid beperkter diende te worden opgevat. Dat geldt temeer nu in Duitsland van een ruimere bevoegdheid van een executeur wordt uitgegaan. Zij had daarom op dat formulier onder “sonstiges” de bevoegdheid van de executeur zoals vermeld in de verklaring van erfrecht van 16 januari 2018 dienen te noteren. Klacht gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:176 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-411/DB/ZWB

    Niet gebleken dat verweerder de rechter onwaarheden heeft voorgehouden en zich onnodig grievend over klagers heeft uitgelaten. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2019:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 018/2019

    Klacht tegen oogarts: Na oogheelkundig consult in juni 2014 treedt in december 2014 netvliesloslating op. Oogarts heeft niet een onjuiste diagnose gesteld. Wel is sprake van onzorgvuldige dossiervoering en had de oogarts een vervolgafspraak met klaagster moeten inplannen. Klacht deels gegrond: maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:172 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-454/DB/LI

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:279 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.126

    Klacht tegen bedrijfsarts. Klager verwijt de bedrijfsarts dat hij hem tijdens het spreekuur onheus heeft bejegend, geïntimideerd en vernederd. Daarnaast heeft het spreekuur volgens klager onder suboptimale omstandigheden plaatsgevonden omdat het op plaatsvond op een locatie van de werkgever van klager. Bovendien, zo voert klager aan, wijkt het hem ter hand gestelde verslag af van het aan de werkgever verzonden verslag. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:59 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1911

    Bedrijfsarts wordt verweten dat zij klaagster onvoldoende adequaat heeft begeleid en haar functionele mogelijkheden onvoldoende adequaat heeft ingeschat. De concrete verwijten zijn weergegeven 20 klachtonderdelen. Vijf klachtonderdelen zijn (deels) gegrond. Naar het oordeel van het college heeft de bedrijfsarts 1) ten onrechte een conclusie in de terugkoppeling aan de werkgeefster geschreven terwijl zij de informatie nog niet met klaagster had gedeeld,  2) haar oorspronkelijke advies om een tweede spoortraject in gang te zetten, teruggedraaid na overleg met klaagsters werkgeefster, maar zonder overleg met klaagster, 3) ten onrechte het Actueel Oordeel op eenzijdig verzoek van klaagsters werkgeefster op een wezenlijk oordeel aangepast, 4) haar geheimhoudingsverplichting ten opzichte van klaagster geschonden en 5) zonder medeweten van klaagster een FML opgesteld zonder klaagster zelf te spreken en te onderzoeken en klaagster niet (tijdig) geïnformeerd over de opgestelde FML. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:280 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.488

    Klacht tegen gz-psycholoog die een Pro Justitia-rapportage heeft opgesteld. Klagers zijn de verdachte waarop het rapport betrekking heeft en zijn echtgenote. Klager heeft aan het PJ‑onderzoek geen medewerking verleend (zogenoemd weigerrapport). Het Regionaal Tuchtcollege stelt vast dat de gz‑psycholoog het inzage- en correctierecht heeft geschonden (klachtonderdeel 1) en dat het onderzoek en de rapportage op essentiële punten niet voldoen aan de daarvoor geldende criteria (klachtonderdeel 2) en legt een berisping op. Het Centraal Tuchtcollege concludeert dat klaagster geen belanghebbende is en derhalve niet-ontvankelijk is in haar klacht. Voorts verklaart het Centraal Tuchtcollege klachtonderdeel 2 alsnog ongegrond. De maatregel van berisping blijft gehandhaafd.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:60 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18192

    De operatie, standaard anterieure temporaalkwab resectie rechts, heeft niet plaatsgevonden op basis van een verkeerde diagnose. De wijze waarop de werkgroep van verweerder tot de diagnose chronische slaapkwabepilepsie is gekomen, is concludent en eenduidig. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:281 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.056

    Klacht tegen verpleegkundige. Klagers verwijten de aangeklaagde verpleegkundige onder meer dat zij in strijd met de Beroepscode van Verpleegkundigen en Verzorgenden een intensieve persoonlijke relatie met hun oom is aangegeven, inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van de oom en zijn naasten, en giften en geschenken heeft aangenomen. Daarnaast heeft zij volgens klagers gehandeld in strijd met art. 4:59 lid 1 BW door de erfenis van de oom te aanvaarden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond en schorst de inschrijving in het register voor de duur van drie maanden. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt deze beslissing en verklaart klagers alsnog in hun klacht niet-ontvankelijk.