Zoekresultaten 20731-20740 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:165 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-822/DB/LI

      Voor opheffing van een schorsing en voorziening ingevolge het bepaalde in artikel 60b lid 1 Advocatenwet moet aannemelijk zijn dat de gronden die hebben geleid tot de schorsing niet meer aanwezig zijn. Nu verzoeker de praktijk sedert 2010 niet langer uitoefent zijn de gronden die hebben geleid tot de schorsing voor onbepaalde tijd thans niet langer aan de orde, zodat de raad geen aanleiding ziet om het verzoek tot opheffing van de schorsing en voor onbepaalde tijd en voorziening af te wijzen. Verzoek tot opheffing schorsing voor onbepaalde tijd ex artikel 60b lid 7 toegewezen.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:114 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 132/2015

      Klacht tegen klinisch geriater over communicatie en bejegening. De klacht over de communicatie is in die zin gegrond dat niet voldoende is gebleken dat er telkens sprake was van informed consent van klaagster met betrekking tot de behandeling. De klachten zijn voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:166 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-969/DB/LI

    Klacht met toepassing van artikel 46j lid1, juncto artikel 47 b Advocatenwet, kennelijk niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:115 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 124/2015

      Klacht tegen klinisch geriater over medicatie, communicatie en bejegening. De klacht over de communicatie is in die zin gegrond dat niet voldoende is gebleken dat er telkens sprake was van informed consent van de eerste contactpersoon. De klachten zijn voor het overige ongegrond. Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:116 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 041/2015

      Klacht tegen klinisch geriater betreffende de zorg rond een dementerende patiënt, geboren in 1932, met gedragsproblemen. De klacht betreft de communicatie en de diagnostiek en behandeling van een heupfractuur. Gebrek aan informed consent en onvoldoende diagnostiek en pijnbestrijding van de heupfractuur Berisping

  • ECLI:NL:TAHVD:2016:197 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160101

    Verweerder is tekort geschoten in zijn contacten met klaagster. Het ontbrak aan persoonlijk contact ruim voorafgaand aan de zittingen. Verweerder had juist nu de contacten via een tussenpersoon verliepen de verkregen informatie op juistheid daarvan moeten verifiëren bij klaagster. Verweerder heeft geen analyse van de bestaande problemen gemaakt, klaagster niet gewezen op de risico's en geen opdrachtbevestiging verstuurd. Verweerder heeft zonder overleg met klaagster een reconventionele vordering ingesteld. Verder had verweerder niet mogen beginnen aan een kort geding procedure. In hoger beroep heeft verweerder zonder klaagster daarvan in kennis te stellen en  tegen haar nadrukkelijke opdracht in een memorie van grieven ingediend. De klacht is gegrond. Schrapping. Het ontbreekt aan vertrouwen in de deskundigheid en vaardigheid van verweerder. Ook weegt het hof het tuchtrechtelijk verleden van verweerder mee. Bekrachtiging.    

  • ECLI:NL:TGZREIN:2016:78 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1692

    X

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:323 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.068

      Klacht tegen anesthesioloog. Klager is door zijn tandarts naar de anesthesioloog verwezen voor een preoperatieve screening in verband met door de tandarts bij klager te verrichten restauraties en extracties onder (algehele) narcose. De anesthesioloog concludeerde dat er een te hoog risico verbonden was aan algehele anesthesie en dat de behandeling goed zou kunnen geschieden onder lokale anesthesie. Klager verwijt de anesthesioloog grove nalatigheid, neerbuigend gedrag, arrogantie, onbeschoftheid en schending van zijn mens-zijn. Het Regionaal Tuchtcollege heeft geoordeeld dat de klacht over de bejegening faalt en dat er geen aanknopingspunten zijn voor het oordeel dat de anesthesioloog in enig opzicht professioneel in gebreke is gebleven. De klacht is door het Regionaal Tuchtcollege als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:92 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2014/163

      Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen door de notaris is slechts sprake als hij de bepaling in het testament over het executeurschap redelijkerwijs niet zo heeft kunnen uitleggen als hij heeft gedaan. Die situatie doet zich in het onderhavige geval niet voor.   De notaris zich had moeten realiseren dat hij in dit geval, juist omdat de bepaling in het testament niet geheel eenduidig was en ook vanwege de moeizame familieomstandigheden - waarmee hij in ieder geval tot op zekere hoogte bekend was - de andere erfgenamen direct van de afgifte op de hoogte had moeten stellen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:324 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.074

      Klager heeft als scheikundig ingenieur gewerkt in een Research laboratorium van een grote Multinational. Hij stelt dat hij sinds 1978 een chronisch ziektebeeld (schildersziekte) heeft ontwikkeld door het omgaan met o.m. chemicaliën en oplosmiddelen. In het kader van een civiele procedure tegen zijn werkgever heeft het Gerechthof een deskundigenbericht bevolen en daartoe drie deskundigen (een neuroloog, een longarts en een KNO-arts) benoemd. Naar aanleiding van de deskundigenberichten heeft het Gerechtshof geoordeeld dat er geen causaal verband bestaat tussen de gezondheidsklachten van klager en blootstelling aan de schadelijke stoffen met uitzondering van de (lichte) polyneuropathie. Klager en zijn echtgenote verwijten de aangeklaagde neuroloog : 1. dat hij bij de beoordeling van de blootstelling aan oplosmiddelen onjuiste cijfers heeft aangenomen; 2. dat hij onjuist heeft gesteld dat er geen eerder EMG-onderzoek was geweest; 3. dat hij onvoldoende heeft uitgelegd waarom er bij de neuropsychologische screeningtest slechts vier tests zijn afgenomen en de z-scores niet heeft gegeven; 4. dat hij niet heeft medegedeeld dat een slaapapneusyndroom veroorzaakt kan worden door oplosmiddelen. Het RTG wijst de klacht in alle onderdelen als kennelijk ongegrond af. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de bestreden beslissing en verklaart klagers alsnog niet ontvankelijk in hun klacht.