Zoekresultaten 12521-12530 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:165 Raad van Discipline Amsterdam 19-146/A/A

    Ongegrond verzet.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:171 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/142

    Klager verwijt verweerster dat zij hem arbeidsgeschikt heeft verklaard zonder dat zij beschikte over de medische informatie van de behandelaar van klager. Dat heeft tot gevolg gehad dat klager zijn recht op een permanente ontheffing van de sollicitatieplicht heeft verloren. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:160 Raad van Discipline Amsterdam 19-426/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Geen sprake van schending van Gedragsregel 15 lid 1 nu klaagster nimmer de cliënte van verweerster is geweest.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:124 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-847

    Verzoek ex art.8 e Advw. Het beroep op onbevoegdheid van de raad omdat verweerder niet onder het gezag van de orde Midden-Nederland zou vallen nu hij geen kantoor houdt in Midden-Nederland waardoor in het verlengde daarvan de raad van discipline niet bevoegd zou zijn, gaat niet op wegens innerlijke inconsistentie, omdat verweerder tevens stelt wel advocaat te willen blijven. Voor zover, nodig oordeelt de raad art. 12 lid 4 Advw. analoog van toepassing.  Ten aanzien van de inhoud van het verzoek van de orde overweegt de raad (aansluiting zoekend bij de Memorie van Toelichting op dit wetsartikel) onder meer: verweerder is al vijf jaar niet meer als advocaat werkzaam is en houdt sedert 1 augustus 2014 geen kantoor meer wegens langdurige arbeidsongeschiktheid. Langdurige ziekte en arbeidsongeschiktheid zijn op zichzelf onvoldoende om te bepalen dat verweerder daarmee niet duurzaam en stelselmatig de praktijk van advocaat uitoefent. Het feit echter dat verweerder stelselmatig en sedert jaren weigert informatie aan de orde en de deken te verstrekken over zijn toekomstplannen en verwachtingen ten aanzien van zijn werk als advocaat zijn, terwijl hij geen praktijk en geen kantoor meer heeft, maar enkel stelt dat hij advocaat wil blijven, zonder de redenen daarvan te melden, maakt dit anders. Verweerder onttrekt zich aan ieder toezicht van de kant van de orde zodat de orde niet in staat is zich een oordeel te vormen over de toekomstplannen van verweerder. Verzoek wordt toegewezen en verweerder wordt geschrapt.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:125 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-487

    Dekenbezwaar. Vast is komen te staan dat verweerder onvoldoende de belangen van zijn cliënten heeft behartigd, de organisatie en administratie van zijn kantoor niet op orde heeft  en in strijd heeft gehandeld met verschillende gedragsregels. Daarnaast heeft verweerder de deken niet geïnformeerd over zijn verhuizing en reageert hij niet op het verzoek van de deken om zijn nieuwe kantooradres te verstrekken. Ook lijkt het er sterk op dat verweerder financiële problemen heeft. Het dossier laat het beeld zien van een advocaat die wegloopt voor zijn problemen, hierover niet communiceert en het contact met de deken, de coach en de Unit FTA uit de weg gaat of frustreert. Verweerder toont weinig zelfinzicht en verschuilt zich continu achter anderen. Ondanks het coaching traject dat is ingezet en de begeleiding door de Unit FTA is de praktijkvoering van verweerder niet (voldoende) verbeterd. De raad heeft er geen vertrouwen in dat dit in de toekomst nog gaat gebeuren en is van oordeel dat niet met minder kan worden volstaan dan schrapping van het tableau. Gelet op de ernst van de verweten gedragingen, het feit dat verweerder niet (meer) reageert op verzoeken van de deken, zijn coach en/of de Unit FTA en het tot op heden onduidelijk is of en zo ja waar verweerder kantoor houdt, is een spoedvoorziening in de vorm van een schorsing in de praktijkuitoefening ex artikel 60ab Advocatenwet geïndiceerd, zodat verweerder geschorst is tot het moment dat de schrapping onherroepelijk is.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:126 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-486

    Toewijzing verzoek ex artikel 60ab Advocatenwet naast schrapping n.a.v. dekenbezwaar. Vast is komen te staan dat verweerder onvoldoende de belangen van zijn cliënten heeft behartigd, de organisatie en administratie van zijn kantoor niet op orde heeft  en in strijd heeft gehandeld met verschillende gedragsregels. Daarnaast heeft verweerder de deken niet geïnformeerd over zijn verhuizing en reageert hij niet op het verzoek van de deken om zijn nieuwe kantooradres te verstrekken. Ook lijkt het er sterk op dat verweerder financiële problemen heeft. Het dossier laat het beeld zien van een advocaat die wegloopt voor zijn problemen, hierover niet communiceert en het contact met de deken, de coach en de Unit FTA uit de weg gaat of frustreert. Verweerder toont weinig zelfinzicht en verschuilt zich continu achter anderen. Ondanks het coaching traject dat is ingezet en de begeleiding door de Unit FTA is de praktijkvoering van verweerder niet (voldoende) verbeterd. De raad heeft er geen vertrouwen in dat dit in de toekomst nog gaat gebeuren en is van oordeel dat niet met minder kan worden volstaan dan schrapping van het tableau. Gelet op de ernst van de verweten gedragingen, het feit dat verweerder niet (meer) reageert op verzoeken van de deken, zijn coach en/of de Unit FTA en het tot op heden onduidelijk is of en zo ja waar verweerder kantoor houdt, is een spoedvoorziening in de vorm van een schorsing in de praktijkuitoefening geïndiceerd, zodat verweerder geschorst is tot het moment dat de schrapping onherroepelijk is.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:41 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/349426 KL RK 19-23

    De notaris heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de executie van de woning van klagers in gang te zetten terwijl hiervoor geen rechtsgrond aanwezig was. Gelet op de ministerieplicht die op de notaris rust (zoals geregeld in artikel 21 Wna), had de notaris naar het oordeel van de kamer nader onderzoek dienen te doen naar het geoorloofde karakter van de executie. Een diepgaand onderzoek was daarvoor in het onderhavige geval niet nodig geweest.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:66 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180101H

    Klager in hoofdzaak verzoekt om herziening van een uitspraak van het hof. De advocatenwet biedt geen rechtsmiddel tegen een beslissing van het hof en op grond van het herzieningsprotocol kan alleen een advocaat tegen wie een klacht door het hof gegrond is verklaard herziening vragen. Klager is niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:67 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190001

    Klacht tegen advocaat wederpartij. Klager is niet-ontvankelijk  in zijn klacht over de onjuiste betekening van de dagvaarding en het verkeerd informeren van de rechtbank over het adres van klager, omdat klager van de gedragingen van verweerster in 2012 op de hoogte had kunnen zijn. Dat klager zich onvindbaar heeft gehouden, komt voor zijn risico. Derhalve zijn de klachtonderdelen 1 en 2 ingediend nar verloop van de termijn in art. 46g lid 1 Advw. De klacht is verder ongegrond. Verweerster mocht zelf (iom cliënt) bepalen wanneer ze het verstekvonnis betekende. Klager is niet in zijn belang geschaad nu verweerster ook geen executiemaatregelen had getroffen op basis van het verstekvonnis. Tot slot heeft verweerster niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door het nemen van een conclusie in de verzetprocedure, omdat de rechtbank bepaald of een conclusie kan worden genomen. Klacht niet-ontvankelijk en ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:68 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190050

    Appelverbod. Klager is niet-ontvankelijk in zijn hoger beroep omdat het hof niet is gebleken van schending van de fundamentele rechtsbeginselen.