Zoekresultaten 941-950 van de 2789 resultaten

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:5 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-33

    Klager verwijt de notaris dat hij ernstig nalatig heeft gehandeld. De notaris heeft samen met [G] willens en wetens een akte van geldlening gepasseerd ten behoeve van zijn broer, wetende van het faillissement in privé. De broer was reeds bij het passeren van de akte failliet, zodat de notaris moet hebben geweten dat hij geen verhaal bood. Nu klager ook hoofdelijk verbonden was voor terugbetaling van de geldsom, liep hij extra risico. De notaris had hem daarop moeten wijzen. De notaris heeft verzuimd nader onderzoek te doen naar partijen.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2018:4 Kamer voor het notariaat Amsterdam 631462/NT 17-55

    Verschillende klachtonderdelen: schending onderzoeks- en rechercheplicht, niet-naleving Wwft, schending Belehrungspflicht, passeren zonder tolk terwijl uit dossiers niet blijkt dat partijen de Nederlandse taal machtig waren, De kamer stelt vast dat op enkele onderdelen na, alle klachtonderdelen gegrond zijn. Met het BFT is de kamer van oordeel dat sprake is van ernstige normschendingen, die een strenge maatregel rechtvaardigen. De kamer zal echter bij de oplegging van de maatregel rekening houden met het feit dat de notaris heeft blijk gegeven van inzicht in het verwijtbare van zijn handelen en nalaten en inmiddels ook maatregelen heeft getroffen in het kader van de Wwft. Eveneens neemt de kamer daarbij in aanmerking dat de notaris bezig is om zijn praktijk neer te leggen en het protocol binnen afzienbare tijd over te dragen. De kamer legt daarom de notaris de maatregel van schorsing in de uitoefening van het ambt voor de duur van twee weken op.

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:4 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/324814 KL RK 17-109 C/05/324815 KL RK 17-110

      Klager beklaagt zich over twee testamenten van vader die door de notarissen zijn opgemaakt. Vader zou ten tijde van het opmaken van de testamenten niet meer wilsbekwaam zijn. Verder zouden de notarissen partijdig hebben gehandeld ten voordele van de broer van klager. De kamer heeft de klachten ongegrond verklaard.   Tot slot beklaagt klager zich over het optreden van een van de notarissen als executeur-afwikkelingsbewindvoerder. De kamer heeft klager niet-ontvankelijk verklaard met betrekking tot dit klachtonderdeel omdat hij de nalatenschap nog niet heeft aanvaard, en derhalve niet kan worden aangemerkt als belanghebbende.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:55 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/319582 KL RK 17-48

      Hoewel gebruikelijk dat een akte van levering  letterlijk vermeldt welke erfdienstbaarheden gelden, bestaat daartoe geen verplichting. Bijvoorbeeld wanneer het gaat om zeer uitgebreid geformuleerde erfdienstbaarheden. Overnemen van de desbetreffende teksten kan bezwaarlijk zijn uit een oogpunt van kostenbeheersing dan wel kan de kans op fouten bij het overnemen doen toenemen. In dat geval kan met een duidelijke verwijzing naar de originele tekst(en) volstaan worden en dienen bedoelde erfdienstbaarheden voor de betrokken partijen kenbaar te zijn door middel van een aan de akte aangehechte kopie.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2018:3 Kamer voor het notariaat Amsterdam 635653/NT 17-65

    Klaagster verwijt de notaris dat hij niet enkele dagen na ontvangst van het depot-testament van 12 mei 2016 is overgegaan tot het ‘belehren’ van erflaatster door van haar een verklaring te verlangen dat zijzelf het stuk had geschreven en vervolgens een akte van bewaargeving op te maken waarmee het depot-testament voldeed aan de wettelijke vereisten. Verder heeft de notaris geen uitvoering heeft aan de herroeping door erflaatster, bij brief van 12 mei 2016, van de aan de neef van erflaatster gegeven volmacht, maar hem juist meegedeeld dat hij deze kon blijven gebruiken. De kamer acht aannemelijk en begrijpelijk, gelet op de hoeveelheid van de door de notaris van klaagster ontvangen brieven en de strekking daarvan, dat het de notaris niet is opgevallen dat de brief van 12 mei 2016 een holografisch testament van erflaatster bevatte, in welk geval een spoedige (re)actie noodzakelijk was. Dat de notaris pas reageerde na rappel van de broer van erflaatster bij brief van 5 juni 2016, is naar het oordeel van de kamer dan ook niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Nu de schriftelijke intrekking van de volmacht aan neef [R] bij dezelfde brief van 12 mei 2016 is gedaan, acht de kamer ook aannemelijk en begrijpelijk dat deze intrekking de notaris in eerste instantie niet is opgevallen. De notaris hoefde er echter niet zonder meer van uit te gaan dat erflaatster de volmacht daadwerkelijk wenste in te trekken, nu erflaatster hem in een bespreking op 4 april 2016 immers nog had bevestigd dat de volmacht onverkort moest doorlopen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:1 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-44

    Herzieningsverzoek van wrakingsbeslissing

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:2 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-59

      Vanwege het feit dat de notaris zich (kennelijk pas maanden na het transport) op het standpunt gesteld heeft dat er sprake was van ernstige onregelmatigheden en/of frauduleuze handelingen, had hij de koopsom van het appartementsrecht in depot dienen te houden. De notaris heeft slechts een bedrag van € 2.857,20 ingehouden. Nu de notaris tot uitbetaling van de koopsom aan verkoper is overgegaan en geen deugdelijke grond heeft voor zijn beweringen heeft hij zijn zorgplicht geschonden.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:3 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-55 en 17-56

    Klager verwijt de notarissen dat hij op geen enkele wijze betrokken is geweest bij het passeren van de akten op 17 november 2016.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2018:4 Kamer voor het notariaat Den Haag 17-47

      Klagers verwijten de notaris het volgende: 1. het niet goed uitvoeren van het financieel niet verstandige testament van erflater, dat het notariskantoor zelf heeft opgesteld. Een andere notaris, notaris [R] heeft ontdekt dat er fouten zaten in de aangifte erfbelasting van erflater. Er was € 50.000,- teveel belasting betaald; 2. de opmerking tegen [G] dat hij een voorschot op zijn erfenis kan krijgen van € 200.000,-, zonder overleg met de echtgenote, terwijl de notaris volledig op de hoogte was van de problemen met [G] en zijn ouders over geld wat tot bedreigingen en geweld aan toe leidde. De notaris had zelf het testament opgesteld en wist dat het vermogen van [G] onder bewind zou komen te staan; 3. tijdens een bespreking vlak na het overlijden van [G] vertelde de notaris [I] tussen neus en lippen door dat zij zal moeten verhuizen om de erfbelasting te kunnen betalen; 4. boos en geïrriteerd reageren tegen [O] en notaris [R]. [O] is zeer onfatsoenlijk behandeld en te woord gestaan. Op aandringen van notaris [R] dat de notaris iets moest ondernemen richting de echtgenote of [A] is niets vernomen. Pas nadat de klacht was ingediend heeft de notaris de echtgenote een brief geschreven.

  • ECLI:NL:TNORAMS:2018:2 Kamer voor het notariaat Amsterdam 635643/NT 17-63 636401/NT 17-67

    Klachten: de notaris had niet in de akte mogen opnemen dat toestemming voor bewoning van het appartement, gelegen onder het appartement van klager; de notaris heeft misleidende informatie daarover verschaft en zich naar klager intimiderend gedragen. De kamer is van oordeel dat de notaris zorgvuldig heeft gehandeld: hij mocht afgaan op de verklaring van de (enige) andere appartementseigenaar/verkoper (tevens bestuurder van de VvE) dat toestemming voor bewoning door koper was geregeld. Klachten ongegrond.