Zoekresultaten 39671-39680 van de 40506 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0043 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch M 197 - 2008

      Verboden honorariumafspraak. Overeengekomen vergoeding betrof een niet reëel kostendekkend tarief. Verweerder maakte in geval van winst naast een aanzienlijk percentage van de opbrengst ook aanspraak op vergoeding van zijn buitengerechtelijke kosten. Rechtstreeks blijven benaderen van de wederpartij ter verkrijging van betaling van betwiste nota, terwijl de opdracht door klaagster was ingetrokken, is in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt

  • ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0007 Raad van Discipline Amsterdam 08-345A

    In verband met het ontbreken van de mogelijkheid om te overleggen met zijn cliënt, heeft verweerder vanuit zijn eigen verantwoordelijkheid besloten om de vordering - in kort geding -in te trekken, aangezien gedaagde had meegedeeld aan de eis te zullen voldoen. De gedragingen van verweerder zijn niet tuchtrechtelijk verwijtbaar.   De beoordeling of een advocaat al dan niet civielrechtelijk aansprakelijk is, is voorbehouden aan de civiele rechter.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0014 Raad van Discipline Amsterdam 08-234H

     verzet tegen kennelijk ongegrond beslissing betreffende grievende uitlatingen. verzet ongegrond 

  • ECLI:NL:TADRSHE:2009:YA0044 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch B 44 - 2009

      Geen sprake van concrete feitelijke onderbouwing van de stelling van klaagster dat er sprake zou zijn van excessief declareren. Nu klaagster een bemiddelingsbureau in verzekeringen en hypotheken heeft, lag het op basis van de beroepsmatige kennis van en ervaring met verzekeringen van klaagster op de weg van klaagster zelf om de mogelijkheden op het gebied van een rechtsbijstandsverzekering zelf na te gaan.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0008 Raad van Discipline Amsterdam 08-257U

    Klaagster verwijt verweerder dat (i) hij is opgetreden voor haar ex-partner in een strafzaak met betrekking tot mishandeling van klaagster, terwijl klaagster door een kantoorgenoot van verweerder is bijgestaan in een eerdere (asiel)procedure, (ii) hij klaagster op zijn kantoor heeft uitgenodigd voor een bespreking terwijl zij het vermeende slachtoffer was van zijn cliënt en (iii) hij klaagster tijdens die bespreking heeft aangerand. Het stond verweerder in de gegeven situatie niet vrij om voor de ex-partner van klaagster op te treden nu een kantoorgenoot van verweerder reeds de belangen van klaagster, het vermeende slachtoffer van de mishandeling, behartigde. Verweerder heeft in strijd met Gedragsregel 7 lid 4 gehandeld. Het ontvangen van klaagster door verweerder op zijn kantoor is op zich niet onbegrijpelijk. Verweerder had er beter aan gedaan er zorg voor te dragen dat klaagster tijdens die bespreking werd bijgestaan door haar eigen advocaat. Door de raad kan niet worden vastgesteld dat de aanranding heeft plaatsgevonden. Klacht deels gegrond.    

  • ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0040 Raad van Discipline Amsterdam 08-170A

    Klaagster verwijt verweerder haar onjuist te hebben voorgelicht over de noodzaak om voor voeging als benadeelde in een strafzaak een advocaat in de arm te nemen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2009:YA0015 Raad van Discipline Amsterdam 08-230H

     verzet tegen kennelijk ongegrond beslissing betreffende grievende uitlatingen. verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2009:YH0086 Accountantskamer Zwolle 09/657 Wtra AK

      Klacht niet-ontvankelijk wegens overschrijding van zowel de 6-jaarstermijn als de 3-jaarstermijn voor het indienen van een klacht.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2009:YG0004 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 08-191

      Besnijdenis in de thuissituatie. Huisarts heeft niet de vereiste hygiënische voorzorgsmaatregelen in acht genomen en is daarvan ook niet volledig op de hoogte . Voorts heeft hij niet voldaan aan de informatieplicht en de dossierplicht. Tot slot heeft hij verzuimd de eigen huisarts van de jongens in kennis te stellen van de door uitgevoerde besnijdenis. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2009:YG0005 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2008T046b

    In deze zaak klaagt een vader van een minderjarige patiënt over de communicatie met en het doorschuiven van verantwoordelijkheden door een kinderarts. Bij de zoon van klager wordt in een perifeer ziekenhuis in het najaar van 2006 fibreuse dysplasie met haarden in de linkerkaak en bij de ogen geconstateerd. Vervolgens heeft de kaakchirurg de jongen doorverwezen naar de kinderarts. De vraagstelling aan hem luidt: “uitsluiten fibreuze dysplasie in de rest van het lichaam”. Uit de door de kinderarts verrichte onderzoeken komt naar voren dat er geen haarden elders (buiten het hoofd) in het lichaam zijn aangetroffen. De kinderarts heeft dit de ouders verteld op een spreekuurbezoek. Nadat de patiënt op verwijzing van de kaakchirurg ook nog door een oogarts is gezien wordt de patiënt voor behandeling verwezen naar een academisch ziekenhuis. De ouders hebben in verband hiermee kort tevoren de CT-scan opgehaald in het ziekenhuis. Thuis aangekomen bekijken zij de CD-rom, waaruit blijkt dat de FD-haard niet alleen in de kaak zit maar ook rond de oogkassen. De ouders stellen dit nooit eerder te hebben gehoord en dat is het voornaamste onderdeel van hun klacht. De arts stelt zich op het standpunt dat de kaakchirurg de hoofdbehandelaar was. Hij werd slechts geconsulteerd om manifestaties elders in het lichaam uit te sluiten. Zijn taak ging niet verder. Er was sprake van een duidelijke taakverdeling. Er zijn bij het College bedenkingen over de beperkte wijze waarop de arts zijn taak in dit geval heeft opgevat. Het College is van oordeel dat de zorg van een goed hulpverlener in dit geval met zich meebrengt, dat de arts zich ervan had moeten vergewissen dat de ouders begrepen hadden dat hij niet de behandelaar was van hun zoon. In dit bijzondere geval had van de arts gevergd mogen worden dat hij zich met de kaakchirurg had verstaan om te overleggen (I) wie als coördinator/hoofdbehandelaar zou optreden en (II) of en zo ja, wanneer en door wie, de behandeling zou worden overgedragen aan een academisch ziekenhuis. In het verlengde hiervan is het ook duidelijk misgelopen in de communicatie met de ouders. De zorg die van de arts, zeker van een kinderarts in dit geval, verwacht had mogen worden reikt verder dan de beperkte wijze waarop de arts zijn taak heeft opgevat. Het College legt de maatregel van waarschuwing op.