Zoekresultaten 12531-12540 van de 40506 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:195 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-026b

      Gegronde klacht tegen een huisarts. Klaagster belde voor de tweede maal met de praktijk van de huisarts in verband met klachten bij haar twee weken oude baby. Naar aanleiding van de klachten stelde de huisarts een consult voor of voorschrijven van medicatie. Het College overweegt dat nu de  huisarts niet heeft aangedrongen op een consult, het in de rede had gelegen dat zij het telefoongesprek van de assistente had overgenomen en zelf met klaagster had gesproken en goed had doorgevraagd. Vast staat verder dat de huisarts dit niet heeft gedaan en ook niet het dossier heeft ingezien. Of zij na lichamelijk onderzoek van de baby had moeten doorverwijzen, kan niet met zekerheid worden gezegd. Waarschuwing.    

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:42 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/330744 KL RK 17-211

      De notaris heeft van de broer van klaagster de opdracht gekregen om een volmacht van hem en klaagster aan de notaris tot opzegging van de hypotheek op te stellen. Die hypotheek was in 1995 ten behoeve van moeder gevestigd op de horecazaak van de broer. De schuld ten behoeve waarvan de zekerheid was gevestigd, was volgens de broer al lang geleden door hem afgelost. Omdat moeder inmiddels was overleden, had de broer de handtekening van klaagster nodig om de hypotheek alsnog te kunnen doorhalen.   Klaagster vindt dat zij niet deskundig en professioneel is bijgestaan door de notaris. Klaagster verwijt de notaris dat zij klaagster niet goed heeft voorgelicht over de volmacht en de gevolgen als klaagster haar medewerking zou verlenen dan wel zou weigeren.   De kamer overweegt dat de notaris in opdracht werkte van de broer. De notaris wekte bij klaagster echter de indruk de belangen van klaagster te behartigen. Dit mede vanwege de lange relatie tussen klaagster en de notaris en de inspanningen van de notaris om voor klaagster alternatieve zekerheid te creëren. Klaagster verkeerde in een afhankelijke positie en kon zelf onvoldoende een beoordeling maken van haar rechtspositie. Zij leunde op het advies van de notaris. Er was sprake van tegengestelde belangen tussen de broer en klaagster. Vanwege die tegengestelde belangen had de notaris zich moeten onthouden van advies en klaagster moeten doorverwijzen. De kamer heeft daarom dit klachtonderdeel gegrond verklaard.   Op de gegrondverklaring van een klacht past in beginsel een tuchtrechtelijke reactie. De kamer legt de notaris op basis van de specifieke omstandigheden van het geval geen tuchtmaatregel op en licht dit als volgt toe. De notaris heeft onbaatzuchtig haar diensten verleend, terwijl zij daar niet toe gehouden was. Met de beste bedoelingen heeft zij klaagster zo goed mogelijk proberen bij te staan. In dat licht bezien is een tuchtmaatregel niet op zijn plaats.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2018:187 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 117/2018

    Klacht tegen anesthesioloog deels gegrond. Waarschuwing .Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld mbt dossiervoering. Het anesthesieverslag is niet conform de norm en stopmoment VI is niet correct uitgevoerd en vastgelegd.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:196 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-026c

      Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft zich onvoldoende laten leiden door de alarmerende waarnemingen van de ouders en het gegeven dat klaagster met de twee weken oude baby al voor de tweede keer dat weekend op de huisartsenpost was verschenen met ernstigere verschijnselen dan de dag ervoor. Het progressieve verloop van het ziektebeeld had de huisarts moeten alarmeren.  Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2018:43 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/334716 KL RK 18-33

      Klager verwijt de notaris dat hij door onvoldoende te rechercheren, het nalaten van gebruik van gelegaliseerde handtekeningen, partijen onvoldoende te informeren over de (rechts-)gevolgen van hun handelen en zijn geheimhoudingsplicht te schenden, bij de boedelafwikkeling en het passeren van de (levens) testamenten niet gehandeld met de ‘grootst mogelijke zorgvuldigheid’, zoals artikel 17 Wna voorschrijft. Daarnaast verwijt klager de notaris dat hij door onvoldoende te rechercheren en onderzoek te doen naar de transacties, het niet opschorten van zijn dienstverlening en het niet melden van ongebruikelijke transacties (dan wel de redenen om niet tot melding over te gaan vast te leggen), bij het verzorgen van de aandelentransacties en de oprichting van een BV niet gehandeld met de ‘grootst mogelijke zorgvuldigheid’, zoals artikel 17 Wna voorschrijft. De naleving van deze verplichtingen zijn relevant voor de rechtszekerheid en moeten juist voorkomen dat een notaris optreedt als facilitator bij mogelijk witwassen en het financieren van terrorisme, mede gezien zijn rol als poortwachter.   De notaris heeft de klachten grotendeels erkend. De klachten worden door de kamer grotendeels gegrond verklaard. Ten aanzien van de op te leggen maatregel overweegt de kamer dat door de notaris structurele en ernstige normschendingen zijn begaan. Ten onrechte heeft de notaris zich volkomen lijdelijk opgesteld. Dit terwijl de rol van de notaris al geruime tijd veranderd is. De notaris heeft echter blijk gegeven de klachtwaardigheid van zijn handelen in te zien en heeft meerdere maatregelen genomen om fouten in de toekomst te voorkomen. Voorts heeft de kamer rekening gehouden met de persoonlijke omstandigheden van de notaris die speelden in de periode waarop de klacht betrekking heeft.   Gezien de feiten en omstandigheden acht de kamer de maatregel van berisping passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2018:197 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-026d

      Ongegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft de twee weken oude baby van klaagster deugdelijk onderzocht. Bij dit onderzoek had de huisarts niet geconstateerd dat sprake was van neusvleugelen of intrekkingen, voorts had de baby geen koorts en hoestte zij niet. De gestelde diagnose van een neusverkoudheid is derhalve verdedigbaar. Zij heeft voorts in redelijkheid kunnen menen dat een doorverwijzing naar het ziekenhuis niet geïndiceerd was. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:142 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/345

      Verweerder in hoedanigheid van huisarts bij de huisartsenpost wordt verweten dat hij slechts marginaal onderzoek heeft verricht ten gevolge waarvan het kind van klagers later is komen te overlijden. Volgens klagers heeft verweerder in de gegeven omstandigheden niet gehandeld zoals van een redelijk professioneel arts mag worden verwacht. Gelet op de door klagers geuite klachten en de leeftijd van hun kind was volgens klagers uitgebreid en nader onderzoek en/of doorverwijzing naar een specialist aangewezen. Er is volgens klagers ook te weinig oog geweest voor de door hen geuite zorgen. De klachten zijn door verweerder betwist.   Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/336

      Verweerder in hoedanigheid van huisarts wordt verweten dat hij een verkeerde diagnose heeft gesteld althans een diagnose heeft gemist ten gevolge waarvan het kind van klagers is komen te overlijden. Volgens klagers heeft verweerder in de gegeven omstandigheden niet gehandeld zoals van een redelijk professioneel arts mag worden verwacht. Voorafgaand aan het consult is het kind van klagers gezien op de huisartsenpost. Tijdens het consult waren er signalen dat de gezondheidstoestand van het kind van klagers verslechterd was en was uitgebreid en nader onderzoek en/of doorverwijzing aangewezen. Er is volgens klagers te weinig oog geweest voor de door hen geuite zorgen en er is door verweerder te veel gefocust op de eerder gestelde diagnose op de huisartsenpost. De klachten zijn door verweerder betwist.   Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:145 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/256

    Klaagster dient een klacht in tegen de psychiater die informatie heeft verstrekt aan derden zonder haar toestemming. Deels gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:141 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/150

    Klaagster is in 2016 geopereerd door verweerder (orthopeed) aan haar rechterknie. Klaagster verwijt verweerder dat hij niet goed heeft geluisterd naar zijn klachten na de operatie. Tevens verwijt zij hem een foute diagnose en verkeerde behandeling. Ongegrond.