Zoekresultaten 12501-12510 van de 40506 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:250 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-766/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de advocaat van een wederpartij in een geschil rondom een nalatenschap kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:244 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-622/DH/HvD

    Voorzittersbeslissing. Klaagster verwijt verweerder dat hij zich schuldig heeft gemaakt aan belangverstrengeling en dat hij onvoldoende bereikbaar was. Klachten zijn kennelijk ongegrond. Klacht hangt samen met klacht 18-661.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:257 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-780/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht is niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:244 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-692

    Voorzittersbeslissing. Klacht van klager dat verweerder, als zijn eigen advocaat, een zitting bij het gerechtshof niet met klager heeft voorbesproken, kennelijk ongegrond. Klager is met verweerder meegereden naar de zitting.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:251 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-004/DH/DH

    Klacht over gebrekkige communicatie, onvoldoende kwaliteit van dienstverlening en excessief declareren. De klacht over gebrekkige communicatie slaagt gedeeltelijk, omdat verweerder heeft verzuimd om belangrijke informatie schriftelijk aan klaagster te bevestigen. Aan verweerder wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd. De proceskosten worden gematigd tot € 500.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:245 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-514/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2018:258 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-799/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht is niet-ontvankelijk op grond van artikel 46g Advocatenwet.

  • ECLI:NL:TADRARL:2018:245 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-572

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerder heeft de grenzen van de hem toekomende vrijheid niet overschreden. Hij heeft de voorzieningenrechter in zijn verzoek tot het leggen van beslag niet onvolledig voorgelicht, heeft zich niet onnodig grievend over klaagster uitgelaten en hij behoefde de door zijn cliënt aangedragen feiten niet te verifiëren nu daartoe geen aanleiding was. Ook met het aan zijn cliënt gegeven advies heeft hij de grenzen van de hem toekomende vrijheid niet overschreden.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2018:239 Raad van Discipline Amsterdam 18-492/A/NH

    Deels gegrond verzet. De raad heeft kennisgenomen van nieuwe feiten die relevant zijn voor de beoordeling voor klachtonderdeel a), dus het verzet tegen klachtonderdeel a) is gegrond. Klachtonderdeel a) is ongegrond, nu niet is gebleken dat verweerster de haar als advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid heeft overschreden. Het verzet tegen klachtonderdeel b) is ook gegrond, nu de voorzitter bij de beoordeling hiervan is uitgegaan van een onjuiste veronderstelling. Klachtonderdeel b) is echter ongegrond, nu niet is gebleken dat verweerster haar cliënten heeft geadviseerd een en ander te doen.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2018:185 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-801/DB/ZWB

    Niet gebleken dat verweerder de rechter bewust onwaarheden heeft voorgehouden, nocht dat hij onnodig grievende uitlatingen heeft gedaan. Kennelijk ongegrond.