Zoekresultaten 12481-12490 van de 40506 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:87 Accountantskamer Zwolle 18/716 Wtra AK

    Rapport omtrent indicatieve waarde aandelen. In het rapport wordt voldoende duidelijk gemaakt wat de door betrokkene bepaalde indicatieve waarde inhoudt en wat de aan deze wijze van waarderen klevende beperkingen zijn. Klacht in zoverre ongegrond. De mededeling dat is uitgegaan van informatie afkomstig van het management is onjuist. Betrokkene heeft erkend dat hij alleen heeft gesproken met een voormalige manager van de onderneming. Betrokkene heeft ook verzuimd nader onderzoek te doen naar een vordering van 10 miljoen die deze voormalige manager tegen de vennootschap had ingesteld. Hij had moeten nagaan of deze vordering tot een uitstroom van middelen zou leiden.   Waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2018:147 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/220

    Klager is door de fysiotherapeut naar verweerder (orthopeed) doorverwezen wegens pijn in zijn schouder. Klager verwijt verweerder het stellen van een onjuiste diagnose. Tevens heeft verweerder hem twee injecties in zijn schouder gegeven, die overbodig waren. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:207 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180143

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder mocht na daartoe verkregen verlof conservatoir beslag leggen zoals hij dat heeft gedaan, ook al was dat ten nadele van klager. Naar het oordeel van de raad mocht verweerder, ook na de bekendheid met de bezwaren van klager tegen hem, als advocaat tegen de vennootschap van klager blijven optreden in de incassozaak tegen klager. Het bepaalde in het vierde lid van Gedragsregel 7, waaruit volgt dat het een advocaat niet is toegestaan om tegen een voormalige cliënt of bestaande cliënt van hem of van een kantoorgenoot van hem op te treden, is in deze kwestie niet van toepassing, omdat hier geen sprake is van dezelfde voormalige of bestaande cliënt van verweerder en zijn kantoorgenoot. Die laatste stond immers klager in privé bij, daar waar verweerder tegen de vennootschap van klager ging optreden. Nu de raad ook anderszins niet is gebleken van bezwaren waarom verweerder niet tegen de vennootschap van klager had mogen optreden, heeft verweerder naar het oordeel van de raad niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door zich niet aan de incassozaak tegen de vennootschap van klager te onttrekken. Klachten ongegrond.  Verkorte bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:201 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180133

    Beslissing van de raad vernietigd. Klacht van advocaat tegen andere advocaat over toevoeging ongegrond. Verweerster heeft voor een andere zaak dan de door klager behandelde zaak een toevoeging verkregen en zij mocht bij het aanvragen van de toevoeging afgaan op de van haar cliënte verkregen informatie. Voor de stelling dat verweerster zich onwelwillend jegens klager heeft opgesteld biedt het dossier geen aanknopingspunten.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:202 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180054

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder mocht klaagster rechtstreeks benaderen nu hem niet duidelijk was of zij werd bijgestaan door een advocaat. Dit blijkt niet uit het feit dat verweerder tussen haakjes op het verzoekschrift de advocaat had opgenomen die klaagster drie jaar geleden in een eerder geschil had bijgestaan.  Verder is niet gebleken dat verweerder te lang heeft gewacht met het intrekken van de verzoekschriftprocedure. Bekrachtiging beslissing raad voor zover voorgelegd aan het hof (ongegronde onderdelen). Geen proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:203 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180109

    Bekrachtiging uitspraak raad. Klacht over optreden advocaat wederpartij. Grenzen van de verweerster toekomende vrijheid niet overschreden. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:85 Accountantskamer Zwolle 17/1881 Wtra AK

    Aan betrokkene was de opdracht verstrekt om de goederenstromen, facturering en geldstromen bij onder meer klaagster 1) te onderzoeken. Tijdens zijn onderzoek had betrokkene aanleiding moeten zien om zijn initiële afweging dat geen sprake was van een persoonsgericht onderzoek, te heroverwegen, nu het handelen van klaagster 1) de facto onderwerp van het onderzoek werd. Het lag dan ook in beginsel op zijn weg om klaagster 1) over dat onderzoek te informeren, haar te benaderen om informatie te verschaffen, om zijn bevindingen met haar te delen en haar in de gelegenheid te stellen een reactie kenbaar te maken.  Nu geen bijzondere omstandigheden zijn gebleken die rechtvaardigen dat het horen van klaagster 1) achterwege kon blijven, is niet voldoende dat betrokkene, met verzending van een afschrift van een daarop ziende e-mail aan de advocaat van klaagster 1), de accountant van klaagster 1) heeft geïnformeerd en in de gelegenheid heeft gesteld om een reactie op zijn bevindingen te geven. Het rapport van betrokkene ontbeert dan ook reeds op die grond een deugdelijke grondslag. Betrokkene heeft een jurist en een ‘praktijkdeskundige’ geraadpleegd op het (specialistische) gebied van onder meer het vervoersrecht, maar heeft nagelaten in zijn rapport te vermelden op welke wijze hij hun deskundigheid heeft geverifieerd. Nu hij bij gebreke aan voldoende eigen juridische kennis zelf de (juistheid van de) inhoud van de adviezen van degenen die door hem waren geraadpleegd, niet kon beoordelen, had betrokkene een voorbehoud moeten maken voor zover zijn bevindingen zijn gebaseerd op de van hen verkregen adviezen. Dit geldt te meer, nu de bevindingen van de accountant van klaagster 1), zoals betrokkene ook zelf in zijn rapport heeft geconstateerd, “lijnrecht staan tegenover de rechtsuitleg van” degenen die door hem waren geraadpleegd. Een accountant moet verder voorkomen dat, indien hij een schatting maakt, die schatting een misleidend beeld geeft. Hij moet zich baseren op reële veronderstellingen en voor zover het door hem geschetste beeld is gebaseerd op onzekerheden, deze onzekerheden benoemen. Betrokkene heeft dit niet gedaan. Door geen voorbehouden te maken waar dit wel had gemoeten en conclusies te trekken zonder deze (afdoende) met feiten te onderbouwen, heeft betrokkene het rapport ook in zoverre niet voorzien van een deugdelijke grondslag en aldus gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid, zoals neergelegd in artikel 2 onder d. van de VGBA. Maatregel: waarschuwing.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:204 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180260

    Voorzittersbeslissing. Appelverbod. Geen doorbreking, nu klager onvoldoende heeft aangevoerd over de schending van fundamentele rechtsbeginselen om zo een doorbreking te rechtvaardigen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2018:86 Accountantskamer Zwolle 18/921 Wtra AK

    Opdracht tot waarderen aandelen van Holding in opdracht van een van de aandeelhouders. Betrokkene heeft standaard 5500N toegepast maar zich niet gehouden aan de paragrafen 19 en 29 van deze standaard. Rapport behelst inhoudelijk op alle onderdelen waarover is geklaagd tekortkomingen. Die tekortkomingen en de herhaalde mededeling dat zijn opdrachtgever de tegenpartij van klaagster is, duiden erop dat betrokkene zich bij zijn afwegingen ongepast heeft laten beïnvloeden door zijn opdrachtgever. Betrokkene heeft bovendien aan de Holding en niet aan de opdrachtgever gedeclareerd zonder zich bewust te zijn van het gevolg daarvan voor een zuivere btw-afdracht door de Holding. Klacht in alle onderdelen gegrond. Tijdelijke doorhaling voor drie maanden.    

  • ECLI:NL:TAHVD:2018:205 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180137

    Vernietiging beslissing raad voor zover die de klacht gegrond heeft bevonden en berisping opgelegd. Verweerder mocht uitgaan van wat zijn cliënten hem vertelden nu hij geen aanwijzingen had voor het tegendeel. Hoor en wederhoor door de raad.