Zoekresultaten 12361-12370 van de 40506 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:112 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/634777 / DW RK 17/878

    Beslissing op verzet. Een groot aantal klachtonderdelen die door de voorzitter allemaal als zijnde kennelijk ongegrond zijn afgewezen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt onder aanvulling van de overwegingen van de voorzitter ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:2 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-181b

      Kennelijk ongegronde klacht tegen een neuroloog. Naar het oordeel van het College heeft verweerster mogen twijfelen aan de bereidheid van klager tot volledige medewerking aan het (zorgvuldige) traject dat samenhangt met de duodopa-behandeling. Verweerster heeft adequaat gehandeld door geen PEG-J sonde te plaatsen en geen duodopa-behandeling bij klager te starten. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:113 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/649018 / DW RK 18/296

    Beslissing op verzet. De klacht betreft het aanmanen en sommeren in een volgens klager al gesloten dossier. De klacht is door de voorzitter als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens. Het verzet wordt ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18119

    Klacht dat verweerder op de huisartsenpost onvoldoende zorg heeft verleend, waardoor onjuiste diagnose en advies, ongegrond. Onderzoek voldoende adequaat, geen aanleiding voor (spoed)verwijzing. Ongegrond  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2019:3 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-185

      Kennelijk ongegronde klacht tegen een psychiater. Vast staat dat destijds een andere psychiater heeft besloten om de dosering hasperidol te verhogen, ten aanzien van dit onderdeel geen tuchtrechtelijk verwijt. Naar het oordeel van College is de beslissing van verweerster om de dosering niet te verlagen verdedigbaar. Dat klager veel last ondervindt van de bijwerkingen kan verweerster niet verweten worden omdat de hoge dosering van hasperidol geïndiceerd is. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:114 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/647050 / DW RK 18/224

    Beslissing op verzet. De klacht betreft bepaalde door de gerechtsdeurwaarder tijdens een zitting van de kamer volgens klager gebruikte woorden. De klacht is door de voorzitter als zijnde kennelijk niet-ontvankelijk afgewezen. De kamer is het niet met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet gegrond. De klacht wordt ongegrond verklaard omdat niet kan worden vastgesteld dat de gewraakte uitlatingen zijn gedaan. En ook al zouden de gewraakte woorden zijn gebruikt, dan nog is er geen sprake van handelen dat tuchtrechtelijk laakbaar is.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:108 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/628485 / DW RK 17/485

      De klacht betreft het niet ingaan op diverse verzoeken en het dreigen en intimideren door een medewerkster. De kamer overweegt dat niet is gebleken dat de gerechtsdeurwaarder klaagster erop heeft gewezen dat zij zich voor een verzoek voor een afkoelingsperiode had moeten wenden tot de gemeente, hetgeen wel op zijn weg had gelegen. Ook is niet gebleken dat de gerechtsdeurwaarder klaagster heeft medegedeeld dat haar verzoek om een regeling door zijn opdrachtgever was afgewezen. De kamer verklaart die klachtonderdelen gegrond, legt de gerechtsdeurwaarders de maatregel van berisping op en verklaart het andere klachtonderdeel ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:115 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/649230 / DW RK 18/308

    Verzoek tot wraking. De kern van het verzoek is gelegen in het feit dat verzoeker vreest dat de tuchtrechter vanwege zijn vermeende afhankelijke relatie binnen zijn kantoororganisatie tot een ander lid daarvan, niet vrijelijk als tuchtrechter zou kunnen beslissen over een klacht door de KBvG, omdat het lid van zijn kantoororganisatie daarvan bestuurslid is. De Wrakingskamer is van oordeel dat die vrees onvoldoende grond voor wraking van de tuchtrechter oplevert. Het verzoek wordt afgewezen

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:109 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/621559 / DW RK 17/1

      De klacht betreft het leggen van een beslag op een zakelijke rekening waarop gelden van derden staan en het niet betekenen van het van het beslag opgemaakte proces-verbaal. De kamer overweegt dat er beslag is gelegd op een rekening die op naam van klager stond hetgeen niet laakbaar is. Dit klachtonderdeel wordt ongegrond verklaard. Ook het andere klachtonderdeel wordt als zijnde een eenmalige vergissing van een medewerker ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:90 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/622795 / DW RK 17/564

      Beslissing op verzet. De klacht betreft het verwijt dat de gerechtsdeurwaarder zich opnieuw schuldig maakt aan misbruik van bevoegdheid door te proberen een niet bestaande vordering te incasseren. De voorzitter heeft de klacht deels als zijnde kennelijk niet ontvankelijk en deels als zijnde kennelijk ongegrond afgewezen. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.