Zoekresultaten 12011-12020 van de 40506 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:189 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 615827

    beslagvrije voet bij beslag op zorgtoeslag hoogte vordering niet duidelijk, klager moet zelf bijhouden wat hij heeft voldaan. er is voldaan aan beginselen hoor en wederhoor bij beoordeling klacht door de voorzitter

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:3 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/339503 KL RK 18-88

      Klaagster verwijt de notaris dat hij een zeer onprofessionele werkwijze hanteert en daarbij tevens in strijd met zijn beroepsnormen handelt. Hierdoor is de manier waarop de nalatenschap wordt afgewikkeld onvoldoende.   De kamer heeft de klacht op alle onderdelen gegrond verklaard. Wat volledig ontbreekt in het dossier is dat de notaris proactief en voortvarend klaagster heeft geïnformeerd over de voortgang van de afwikkeling van de nalatenschap. De notaris heeft zowel klaagster als de kamer onvoldoende uitleg gegeven over de dingen die al dan niet zijn gedaan. Ook heeft de notaris noch aan klaagster noch aan de kamer kunnen uitleggen waarom de uitbetaling van de gelden zo lang heeft geduurd en waarom er nog geen verantwoording kan worden afgelegd.   Gezien de feiten en omstandigheden acht de kamer de maatregel van berisping passend en geboden. De kamer heeft besloten tot openbaarheid van de opgelegde maatregel. De kamer heeft de indruk dat de werkwijze van de notaris te wensen overlaat. De notaris heeft weinig inzicht gegeven dat hij dit zelf onderkent. Bij de kamer bestaat daarom de vrees dat de geconstateerde verwijten in onderhavige klacht zich mogelijk ook voordoen bij andere boedels.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:190 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 617880

    overbetekening te laat zonder geldige reden: klacht gegrond reageren op brieven buiten termijn van 14 dagen: klacht gegrond ten onrechte bankbeslag gelegd: klacht gegrond. Gerechtsdeurwaarder moet kosten daarvan aan klager vergoeden. maatregel van berisping

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:184 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 632577

    Artikel 231 en 430 Rv Voor executie is een grosse nodig. De gerechtsdeurwaarder moet marginaal toetsen of het vonnis een dagtekening, grosse en aan het hoofd: in naam des Konings bevat, alvorens te betekenen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:191 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 619993

    misbruik van recht door klaagster te dwingen tot een betalingsregeling, terwijl de gerechtsdeurwaarder weet dat klaagsters inkomen onder de beslagvrije voet ligt. maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:185 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 634123

    Klager heeft voldoende eigen belang bij de klacht, als erfgenaam. klacht ongegrond, betekening exploten waren aan het juiste adres.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:16 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-861

    Voorzittersbeslissing: het staat een advocaat vrij om tussen partijen gemaakte en op schrift gestelde afspraken aan de rechtbank te berichten. Dat de afspraken middels mediation tot stand zijn gekomen maakt dit niet anders.

  • ECLI:NL:TGDKG:2018:192 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 627420

    De gerechtsdeurwaarder heeft de schijn van belangenverstrengeling gewekt door medewerker van incasso kantoor bij de gerechtsdeurwaarder te laten werken. Incassokantoor en gerechtsdeurwaarder onvoldoende onafhankelijk van elkaar. Maatregel van berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:10 Accountantskamer Zwolle 17/2574 Wtra AK

    Controle van het vormen van een voorziening voor groot onderhoud van sportvelden. Betrokkene heeft onvoldoende onderzocht of voldaan was aan de voor de overdracht van het onderhoud door de gemeente noodzakelijke stappen. De vastlegging van de analyse van deze overdracht in het controledossier is incompleet en vormt geen zorgvuldige onderbouwing van de beslissing om het vormen van de voorziening en de omvang daarvan aanvaardbaar te achten. Zo is er geen aandacht besteed aan de van toepassing zijnde verslaggevingsvoorschriften, aan de wijze waarop een voorziening voor groot onderhoud zou moeten worden gevormd en aan de verplichting bij beëindiging van de overdracht het restant van de verkregen fondsen te retourneren aan de gemeente. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TACAKN:2019:11 Accountantskamer Zwolle 17/2151 en 17/2152 Wtra AK

    Klacht over controle van de post goodwill (samenhangend met in- en uittreding van een of meer aandeelhouders) in de jaarrekening 2011 gegrond. In geen van de documenten uit het controledossier waarnaar betrokkene 1) ter onderbouwing van zijn verweer verwijst, is expliciet vastgelegd op grond van welke gegevens en afwegingen hij het opnemen van goodwill aanvaardbaar heeft geacht. Een document behelst alleen de blote mededeling dat de post immateriële activa geen intern gegenereerde goodwill omvat. In geen van de documenten staat wat de algemeen heersende opvatting is over de verwerking van goodwill in een context zoals die bij de entiteit, waarom die opvatting als de algemeen heersende moet worden beschouwd en evenmin waarom aan die opvatting zoveel gezag toegekend moet worden dat ze een goede reden oplevert om af te wijken van het uitgangspunt neergelegd in RJ 115.107 (bij het opstellen van de jaarrekening dient de economische realiteit van transacties te worden gevolgd). Betrokkene (1) heeft verder bij de controle van de afschrijving van de goodwill geen van de stappen voorgeschreven in NVCOS 540 uitgevoerd. Wat hij wel heeft gedaan en vastgelegd in het dossier, kan niet worden gezien als een beoordeling van de gegevens en het onderzoek naar de veronderstellingen, waarop de schatting is gebaseerd. Betrokkene 2) had de dagelijkse leiding over het controleteam en is daarom in dezelfde mate tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor de werkzaamheden in het kader van de controle van de jaarrekening over 2011 en de vastlegging daarvan. Klacht over dividenduitkeringen gedaan in 2012 gegrond. Die uitkeringen vormden bij de controle van de jaarrekening over dat jaar, waarbij een afkeurende controleverklaring was gegeven vanwege de verwerking van goodwill voortvloeiend uit de in- en uittreding van een of meer aandeelhouders, een omstandigheid die gerede twijfel kon doen ontstaan over de juistheid van de gehanteerde continuïteitsveronderstelling. Betrokkene 2) heeft dat ten onrechte niet onderkend.