Zoekresultaten 10821-10830 van de 42363 resultaten

  • 1.      Klacht is ontvankelijk omdat deze tijdig is ingediend. 2.      Klager heeft als erfgenaam van zijn vader naar het oordeel van de kamer een rechtstreeks belang bij het indienen van het klachtonderdeel tegen de oud-notaris. Klager is daarom ontvankelijk in zijn klacht. 3.      Ingevolge artikel 99, eerste lid Wna, zijn slechts notarissen, toegevoegd notarissen en kandidaat-notarissen aan tuchtrechtspraak onderworpen. Daarom kan het Notariskantoor en de Stichting niet worden aangemerkt als beklaagde. 4.      Naar het oordeel van de kamer had het op de weg van de oud-notaris gelegen om in het aanvullende testament een bepaling op te nemen over de vergoeding waar de executeur recht op zou hebben. Dit nalaten is echter niet van dien aard dat dit tuchtrechtelijk verwijtbaar is. 5.      De kamer leest de klacht van klager zo dat hij een beroep doet op de nietigheid dan wel vernietigbaarheid van de akte van boedelbeschrijving en zijn daarin verleende kwijting en decharge. In een tuchtrechtprocedure als de onderhavige is naar het oordeel van de kamer geen plaats voor een dergelijke vordering. Dit betekent dat klager niet-ontvankelijk in dit klachtonderdeel zal worden verklaard. 6.      Hetgeen door klager naar voren is gebracht is naar het oordeel van de kamer onvoldoende om aan de dwingende bewijskracht van de akte van boedelbeschrijving afbreuk te doen. 7.      De kamer stelt voorop dat het aan de notaris als executeur is om de gang van zaken te bepalen en de regie te voeren zoals hem goeddunkt, zolang hij niet onzorgvuldig handelt. Dat een andere notaris vragen van klager heeft beantwoord is in dat kader mogelijk.  

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:2 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/358560 KL RK 19-115

    1.      Volgens klagers heeft de notaris nagelaten de Stichting uit te schrijven als enig aandeelhouder in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Naar het oordeel van de kamer is niet gebleken dat de notaris verantwoordelijk was voor de uitschrijving in het Handelregister. Daarom is dit klachtonderdeel ongegrond verklaard. 2.      Gezien het verweer van de notaris - welk verweer niet dan wel onvoldoende door klagers is bestreden - acht de kamer het begrijpelijk dat de notaris niet meer op de vragen van klagers heeft gereageerd. Dit klachtonderdeel is daarom ongegrond verklaard.  

  • ECLI:NL:TAHVD:2020:15 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 190168

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster heeft in hoedanigheid van advocaat voor zichzelf en anderen procedures gevoerd tegen klagers. Verweerster is fysiek bij klagers verhaal gaan halen en is een van de klagers gaan uitschelden. Professionele distantie onvoldoende aanwezig geweest. Voor het opleggen van een maatregel ziet het hof gelet op een aantal omstandigheden geen aanleiding. Gedeeltelijke vernietiging beslissing raad. Klacht gedeeltelijk gegrond. Veroordeling kosten griffierecht

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:7 Accountantskamer Zwolle 18/2011 Wtra AK

    Aan de accountant wordt onder meer verweten dat zij de echtgenote van de directeur-grootaandeelhouder van een holdingvennootschap, waarvoor zij de jaarrekening samenstelde, niet heeft geïnformeerd over aanzienlijke contante geldopnames. Omdat de echtgenote (nog) niet bij de vennootschap betrokken was en geen sprake was van een van de in artikel 16 VGBA genoemde uitzonderingen, stond het de accountant niet vrij de echtgenote hierover te informeren. Omdat de kasopnames zijn verwerkt in de financiële verantwoording en deze verantwoording niet onjuist, onvolledig of misleidend is, behoefde zij evenmin een maatregel zoals bedoeld in artikel 9 VGBA te treffen. Dit klachtonderdeel is dan ook, evenals de (zestien) overige klachtonderdelen, ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:20 Raad van Discipline Amsterdam 19-843/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang (verweerder was de advocaat van de vader van klaagster) en, voor zover de klacht (ook) namens de vader van klaagster is ingediend, kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:28 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 283-2019

    Klacht tegen huisarts kennelijk ongegrond. De gebruikelijke werkwijze bij een gemaakte hersenscan in het ziekenhuis is dat de uitslag daarvan digitaal naar de huisarts wordt gestuurd. De hersenscan zelf blijft in het ziekenhuis(dossier). De huisarts is geen deskundige op het gebied van het interpreteren van de hersenscan zelf. Er bestaat geen verplichting de hersenscan in het dossier van de huisarts op te nemen.    

  • ECLI:NL:TACAKN:2020:8 Accountantskamer Zwolle 19/1097 Wtra AK

    Betrokkene heeft ontoereikend toezicht gehouden op handelwijze van een medewerkster bij de verwerking van de onderhandenwerkpositie van klaagster. De klacht daarover is gegrond. Handelwijze is in strijd met vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel: waarschuwing. Klacht over incasseren van facturen en over uitlatingen van betrokkene over de bedrijfsvoering van klaagster is ongegrond.        

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:21 Raad van Discipline Amsterdam 19-847/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in beide onderdelen kennelijk ongegrond. Voor zover verweerder in korte periode dat hij klaagster heeft bijgestaan (19 dagen) niets dan wel weinig in de zaak van klaagster heeft gedaan valt hem daarvan geen tuchtrechtelijk verwijt te maken. Verweerder kan niet zonder meer tuchtrechtelijk verantwoordelijk worden gehouden voor het handelen dan wel nalaten van zijn kantoorgenoot. Dat verweerder het dossier niet heeft toegestuurd kan niet worden vastgesteld.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2020:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 192-2019

    Klacht tegen huisarts ongegrond. Niet is aannemelijk geworden dat klaagster eerder met klachten rond de rechterknie bij de huisarts is geweest. Nu niet vaststaat dat deze consulten hebben plaatsgevonden kan de huisarts uiteraard niet verweten worden dat zij deze niet heeft opgenomen in haar journaal. Er was sprake van een stabiele situatie en beklaagde heeft met het oog daarop een expectatief beleid kunnen voeren. Een verwijzing naar het ziekenhuis kon over klaagsters vakantie worden heen getild. Beklaagde heeft adequaat gehandeld toen klaagster in september 2016 met een gezwollen en rood rechterbeen bij beklaagde kwam door haar door te verwijzen naar de radioloog. Dat beklaagde onvoldoende kennis heeft van huidkanker is het college evenmin gebleken. Dat beklaagde bij de gepresenteerde knieklachten niet aan een merkelcelcarcinoom heeft gedacht kan haar niet tuchtrechtelijk verweten worden.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:71 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/347599 KL RK 19-1

    1.      Klachtonderdeel 1. is te laat ingediend omdat de termijn van drie jaar zoals genoemd in artikel 99 lid 21 Wna reeds is verstreken. Dit betekent dat de klacht in dit klachtonderdeel niet-ontvankelijk zal worden verklaard. 2.      Gezien de inhoud van de akte en de overeenkomst die daaraan ten grondslag ligt, kon de notaris naar het oordeel van de kamer aan klager niet meer berichten dan hij heeft gedaan. Dit betekent dat de notaris niet onzorgvuldig heeft gehandeld en dit klachtonderdeel daarom ongegrond verklaard zal worden.