Zoekresultaten 32771-32780 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4038 Raad van Discipline Amsterdam 12-275A

    Klacht van een advocaat. Verweerder zou zich leugenachtig hebben uitgelaten jegens klager, zodat onduidelijk over een faillissementsverzoek onnodig lang is blijven bestaan. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2013:YH0357 Accountantskamer Zwolle 12/816 Wtra AK

      Klacht nabestaanden van wethouder gemeente (plaats) jegens onderzoeker van Bureau1. Conclusie over integriteit juist, doch onderzoek deels onzorgvuldig. Geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2013:YG2738 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2012/84

    Klacht tegen chirurg. Chirurg stelt telefonisch diagnose en bepaalt conservatief behandelbeleid voor een gebroken vinger. De chirurg onderschat de ernst van het letsel, doet onvoldoende verslag in het dossier en informeert de huisarts onjuist. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4051 Raad van Discipline Amsterdam 13-045A

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat kennelijk ongegrond. Beleidsvrijheid. Vrijheid om werkzaamheden neer te leggen wegens vertrouwensbreuk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4032 Raad van Discipline Amsterdam 12-231A

    Ongegronde klacht tegen eigen advocaat. Advies niet kennelijk onjuist. Vrijheid van de advocaat om opdrachten van cliënt niet uit te voeren.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4039 Raad van Discipline Amsterdam 12-217A

    Betreft klacht tegen eigen advocaat. Verweerder zou klaagster niet goed hebben bijgestaan, onvoldoende hebben voorgelicht over verschillende aspecten van de procedure. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TNOKZUT:2013:YC0941 Kamer van toezicht Zutphen 2/2012

      De klacht van [klager] bestaat uit de volgende twee onderdelen -                      [het notariskantoor] heeft twee zekerheden, te weten twee krediethypotheken, geregistreerd op de woning van het echtpaar, terwijl bekend was dat de ruimte in de overwaarde van dat pand noodzakelijk was om de door [het notariskantoor] opgestelde en ten overstaan van [notaris 2] ondertekende overeenkomsten met betrekking tot het woonhuis van [klager] na te komen, -                       [het notariskantoor] heeft de registerverklaring inzake het retentierecht op het woonhuis van [klager] opgesteld en laten inschrijven in de registers van het kadaster. Geoordeeld moet worden dat in dit geval, waar [notaris 2] onderzoek gedaan heeft naar de juistheid van de verklaring van het echtpaar dat twee van hun schuldeisers een hypotheekrecht op hun woning wilden vestigen en deze schuldeisers tegenover hem het bestaan van de vordering hebben bevestigd, [notaris 2] er geen rekening mee behoefde te houden dat de hypotheekvestigingen mogelijk een ongeoorloofd doel of gevolg zouden hebben, laat staan dat gezegd kan worden dat hem van een kennelijk ongeoorloofd doel of gevolg moet zijn gebleken. Bij de beantwoording van de vraag of [notaris 2] andere gegronde redenen had om zijn medewerking te weigeren geldt dat [notaris 2] zowel rekening moest houden met de belangen van de (aanstaande) hypotheekhouders als met de belangen van [klager].   [notaris 2] heeft aangevoerd dat hij de belangen van [klager] voldoende had behartigd door haar direct te informeren over de door het echtpaar ingeroepen ontbinding, haar te adviseren een advocaat te raadplegen en op haar verzoek de brief van het echtpaar door te sturen naar de door [klager] genoemde advocaat. Hij kan daarin gevolgd worden. Hoewel een andere notaris in de situatie waarin [notaris 2] verkeerde en met alle relevante kennis van de zaak misschien een andere keus had gemaakt, kan de beslissing van [notaris 2] om wel zijn medewerking te verlenen gebillijkt worden. Hij is in ieder geval binnen de hem als notaris gegeven marges gebleven. De vraag of [notaris 2] had moeten onderzoeken of het aannemingsbedrijf bevoegd was een beroep te doen op dat retentierecht alvorens zijn medewerking aan de registerverklaring te verlenen, moet ontkennend beantwoord worden. Het gaat te ver van een (kandidaat-)notaris een dergelijk onderzoek te verlangen. Ook ten aanzien van het opstellen en inschrijven van de registerverklaring geldt dat een andere notaris mogelijk een andere beslissing had genomen. Bekend is dat onder notarissen een discussie bestaat over het al dan niet medewerking verlenen aan de inschrijving van een retentierecht. Het feit echter dat [notaris 2] heeft meegewerkt aan de registratie van het retentierecht is in het onderhavige geval geen reden voor het treffen van een tuchtrechtelijke maatregel. [notaris 2] heeft de nodige zorgvuldigheid betracht en zijn handelen valt binnen de hiervoor onder 4.6. weergegeven marges.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4033 Raad van Discipline Amsterdam 12-274A

    Belangenverstrengeling. Van een schending van gedragsregel 7 is geen sprake. Aan alle voorwaarden van Gedragsregel 7 lid 5 is voldaan: (1) er is sprake van verschillende kwesties die geen verband houden met elkaar, terwijl een daarop uitlopende ontwikkeling evenmin aannemelijk is en (2) gesteld noch gebleken is dat verweerder door zijn optreden voor klager de beschikking heeft gekregen over vertrouwelijke informatie die van belang kan zijn voor de kwestie van de aansprakelijkstelling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4046 Raad van Discipline Amsterdam 12-338Alk + 12-339Alk

    Dekenbezwaar gegrond. Het vertrouwen van de rechterlijke macht in de advocatuur is gebaseerd op het beginsel dat een advocaat op zijn woord wordt geloofd. Door het welbewust doen van onjuiste mededelingen aan een rechterlijke autoriteit wordt het vertrouwen in de advocatuur geschaad, wat verweerders tuchtrechtelijk valt aan te rekenen. Maatregel: jegens verweerder sub 1 voorwaardelijke schorsing van een maand en jegens verweerster sub 2 waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2013:YA4040 Raad van Discipline Amsterdam 12-196A

    Betreft klacht tegen eigen advocaat. Verweerder is nodeloos een procedure begonnen tegen een bepaalde partij. De toezegging van verweerder dat hij klager zou compenseren door een andere procedure te starten, is verweerder niet nagekomen.  Klacht gegrond, berisping. Art. 48 lid 7 Advocatenwet.