Zoekresultaten 40891-40900 van de 44778 resultaten
-
ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1372 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 5742
- Datum publicatie: 19-02-2011
- Datum uitspraak: 29-11-2010
- ECLI:NL:TAHVD:2010:YA1372
Verwijt uiterst intimiderende aansprakelijkstelling te hebben verstuurd. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1349 Raad van Discipline Amsterdam 10-270A
- Datum publicatie: 18-02-2011
- Datum uitspraak: 15-02-2011
- ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA1349
Artt 60c en 60b Advocatenwet. Behandeling van rapport in de zin van artikel 60g lid 1 Advocatenwet. Verweerder heeft bewust niet meegewerkt aan rapportage. Onkunde verweerder op diverse rechtsgebieden, o.a. blijkend uit 2 brieven van president rechtbank. Geen respect voor deken, rechterlijke en andere autoriteiten. Complottheorieën. Schorsing voor onbepaalde tijd met onmiddellijke ingang. Plus voorziening: aanwijzing van andere advocaat die toegang heeft tot dossiers en voor verweerder kan waarnemen. LJN YA 1257
-
ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0083 Tuchtgerecht Productschap Pluimvee en Eieren Zoetermeer TPPE5710
- Datum publicatie: 18-02-2011
- Datum uitspraak: 18-02-2011
- ECLI:NL:TPETPVE:2011:YD0083
Nalaten van salmonellaonderzoek, voorafgaand aan overplaatsing van opfokleghennen.Omdat het een opfokleghennenbedrijf betreft, waar dieren worden gefokt, is extra alertheid geboden met betrekking tot de hygiënevoorschriften. Deze bedrijven zitten in het begin van de productieketen en bij eventuele besmetting is het verspreidingsrisico groter dan bij een gewoon leghennenbedrijf. De overtreding is mede het gevolg van de handelwijze van een medewerker van de broederij, waarvoor leghennen worden opgefokt op het bedrijf van betrokkene. Pluimveehouder blijft aansprakelijk voor de overtreding.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0914 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 232/2009
- Datum publicatie: 17-02-2011
- Datum uitspraak: 17-02-2011
- ECLI:NL:TGZRZWO:2011:YG0914
Klaagster was zwanger van een kind met de aandoening trisomie 18. Zij wilde de zwangerschap uitdragen en is na 41 weken en 6 dagen ingeleid in het ziekenhuis. Gedurende de bevalling was er sprake van een CTG-registratie waaruit bleek dat er sprake was van foetale nood. Het kind is bij de bevalling overleden. Klaagster heeft (o.a.) een klacht ingediend tegen de dienstdoende gynaecoloog. Zij verwijt hem ondermeer dat het te voeren beleid van non interventie ingeval er sprake was van foetale nood niet met haar is besproken, dat zij onvoldoende begeleid is bij de bevalling en dat zij de baby niet levend in handen heeft kunnen houden. De klacht is gedeeltelijk gegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1365 Raad van Discipline Arnhem 10-39
- Datum publicatie: 17-02-2011
- Datum uitspraak: 22-11-2010
- ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1365
Verzet (tegen oordeel: kennelijk ongegrond) ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1366 Raad van Discipline Arnhem 10-66
- Datum publicatie: 17-02-2011
- Datum uitspraak: 22-11-2010
- ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1366
In eerdere tuchtzaak werd uitgemaakt dat verweerder ten onrechte door hem namens zijn cliënte geïnde dwangsommen onder zich hield ter verrekening met een beweerde tegenvordering van zijn cliënte op klager. Verweerder betaalde (desondanks) niet terug en weigert dat nu ten onrechte met het argument van die tegenvordering en met een beroep op het feit dat op dat geld een inmiddels, na het aanspannen van de tweede klachtzaak, door hemzelf geïnitieerd beslag ligt. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing van één week.
-
ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1367 Raad van Discipline Arnhem 10-144
- Datum publicatie: 17-02-2011
- Datum uitspraak: 25-10-2010
- ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1367
In aanloop naar de zitting heeft klager tegen één van de leden bezwaar gemaakt, waarop deze zich heeft teruggetrokken. Klager verscheen niet op zitting. Vlak voor de zitting hebben de griffier en de voorzitter telefonisch contact gehad met klager. Klager verzocht om aanhouding ten einde te onderzoeken of er bezwaren tegen het nieuwe lid waren. Klager stelde een wraking in het vooruitzicht indien de mondelinge behandeling door zou gaan. Aanhoudingsverzoek is ter zitting afgewezen. Geen gronden voor wraking van de voorzitter.
-
ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1361 Raad van Discipline Arnhem 10-59
- Datum publicatie: 17-02-2011
- Datum uitspraak: 22-11-2010
- ECLI:NL:TADRARN:2010:YA1361
Deken weigert een nieuwe klacht in behandeling te nemen op grond van de –door de raad onjuist bevonden – reden dat zich dat niet zou verdragen met de eerder gegeven beslissing van de tuchtrechter in een zaak tegen diezelfde advocaat. Die onjuiste beslissing nam verweerder als deken en levert geen fout op die hem als goed advocaat niet betaamde. Klacht betreffende de weigering om op grond van art. 13 Aw een advocaat aan te wijzen is ongegrond voor zover in de kwestie door het HvD is beslist en kan evenmin slagen vzv die zag op het daarin door het hof niet betrokken aspect dat die aanwijzing ook betrekking zou moeten hebben op de aanwijzing van een advocaat voor de behandeling van klagers civielrechtelijke claim op verweerder. In procedures ex art. 13 Aw is voor de raad geen taak weggelegd.
-
ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0910 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1030
- Datum publicatie: 17-02-2011
- Datum uitspraak: 17-02-2011
- ECLI:NL:TGZREIN:2011:YG0910
Bij klager zijn door de assistente van de tandarts twee kiezen getrokken, zonder dat was medegedeeld dat zij assistente was en dus zonder zijn toestemming. Weigering patiëntgegevens over te dragen. Luxeren essentieel onderdeel extraheren en derhalve naar het oordeel van het college voorbehouden aan tandarts. Gedeeltelijk gegrond. Berisping. Publicatie.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0917 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009.300
- Datum publicatie: 17-02-2011
- Datum uitspraak: 17-02-2011
- ECLI:NL:TGZCTG:2011:YG0917
Klaagster verwijt de arts dat hij tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld, omdat hij in een civiele procedure willens en wetens onjuist heeft verklaard omtrent de gezondheidstoestand van de inmiddels overleden echtgenoot van klaagster (meineed). De arts beroept zich op het beginsel van ‘ne bis in idem’ nu hij ten aanzien van zijn medisch handelen reeds tuchtrechtelijk is veroordeeld. Subsidiair stelt de arts zich op het standpunt dat hem geen tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt, nu de klacht geen medisch handelen zijnerzijds betreft. Regionaal Tuchtcollege verklaart klaagster niet-ontvankelijk. Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing, ontvangt klaagster in haar klacht. De tweede tuchtrechtnorm omvat tevens een handelen (of nalaten) door een BIG-geregistreerde in die hoedanigheid, in strijd met het openbare algemene belang van een goede individuele gezondheidszorg. Centraal Tuchtcollege wijst de klacht af nu de verweten gedraging, te weten meineed, althans het opzettelijk onjuist verklaren, niet is komen vast te staan.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 4089
- Pagina: 4090
- Pagina: 4091
- ...
- Pagina: 4478
- Volgende pagina zoekresultaten