Zoekresultaten 18971-18980 van de 42352 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:112 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.190

      Klaagster heeft zich vanaf 16 juni 2014 wegens vermoeidheidsklachten ziekgemeld. Haar leidinggevende was het met deze ziekmelding niet eens. In januari 2015 heeft de bedrijfsarts de begeleiding van klaagster overgenomen van een collega-bedrijfsarts. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij: 1.  heeft verzuimd bij overname van de casus op 30 januari 2015 in eerste instantie haar       arbeidsongeschiktheid te beoordelen; 2.  teruggrijpt naar een oud onafgehandeld werkhervattingsadvies van 11 november 2014       aangaande het beweerdelijk arbeidsconflict op aandringen van de leidinggevende; 3.  op 30 januari 2015 oordeelde dat klaagster geschikt was en geestelijk in staat om, in       afwachting van het advies van de behandelaars, aan een gesprek deel te nemen met de       werkgever, waarna re-integratie kon plaatsvinden; 4.  klaagster op 1 april 2015 wel 100% arbeidsongeschikt vond maar er geen       vervolgonderzoek is gedaan bij de nieuwe behandelaar; 5.  geen overleg met de behandelaar (psychiater) heeft gevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege. Niet is gebleken dat het advies van de bedrijfsarts onzorgvuldig tot stand is gekomen of in redelijkheid niet genomen had kunnen worden. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:43 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16183a

      Verwijt aan orthopedisch chirurg dat het niet aanbrengen van gips onmiddellijk na de operatie en het ontstaan van een infectie bij een vervolgoperatie, fouten zijn die voorkomen hadden kunnen worden indien de behandeling van klager eerder aan een academisch ziekenhuis was overgedragen. Uit second opinion onderzoek bij het academisch ziekenhuis volgt niet dat verweerder onjuiste diagnose heeft gesteld. Klager is terugverwezen naar verweerder die het advies van second opinion heeft opgevolgd. Het gecompliceerde beloop van de behandeling van klager is onvoldoende reden om de behandeling over te dragen. Geen sprake van onzorgvuldig en inadequaat handelen. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:113 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.312

      Klager werkt bij Rijkswaterstaat. Klager viel uit met lage rugklachten. Klager en de aangeklaagde bedrijfsarts verschillen van mening over de vraag of de (rug)klachten van klager worden veroorzaakt door zijn werk. Er heeft op zeker moment een hoorzitting van de bezwaarcommissie personele aangelegenheden plaatsgevonden waarbij klager en de bedrijfsarts aanwezig waren. Klager verwijt de bedrijfsarts dat: 1. hij tijdens de hoorzitting veel te ver is gegaan met het geven van uitleg over klagers ziekte; 2. hij bij de doorverwijzing van klager naar de revalidatie ten onrechte het e-mailadres van klagers werkgever heeft ingevuld in plaats van zijn eigen e-mailadres, zodat medische gegevens bij de werkgever in plaats van bij de bedrijfsarts zijn terechtgekomen; 3. hij een voorstel heeft gedaan om een arbeidsconflict uit te lokken; 4. zijn spreekuurrapportages geen juiste weergave zijn van hetgeen tijdens het spreekuur tussen klager en de bedrijfsarts is besproken. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht deels (onderdeel 2 en 3) gegrond verklaard en heeft de bedrijfsarts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart deze klachtonderdelen alsnog ongegrond omdat de fout van de bedrijfsarts van te weinig gewicht wordt geacht (klachtonderdeel 2) en sprake is van een eenmalig incident in het medisch dossier (klachtonderdeel 3).

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:24 Accountantskamer Zwolle 16/1375 Wtra AK

    Betrokkene heeft niet onderkend dat zijn onderzoek dat door de opdrachtgever en hemzelf wordt gekwalificeerd als een quick scan naar de administratie van een failliete vennootschap, gedeeltelijk kwalificeert als een persoonsgericht onderzoek. Betrokkene heeft ook geen oog gehad voor een signaal dat de opdrachtgever zijn rapport zou kunnen gebruiken voor een ander doel dan was afgesproken. Betrokkene heeft over de rol van een van de klagers conclusies getrokken die op een ondeugdelijke grondslag berusten. Berisping.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:44 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16183b

      Verwijt aan orthopedisch chirurg dat hij klager, nadat er bij een operatie gips was aangebracht, te snel uit dat gips heeft gehaald. De keuze van verweerder met betrekking tot het verwijderen van het gips was gezien de omstandigheden alleszins verdedigbaar. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:114 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.355

    Klaagster heeft zich voor een werkhervattingsgesprek met haar nieuwe leidinggevende ziekgemeld, waarna de bedrijfsarts klaagster thuis heeft bezocht. Klaagster verwijt de bedrijfsarts dat hij onzorgvuldig is geweest in zijn zorg ten opzichte van haar. De bedrijfsarts heeft zich gericht op het arbeidsconflict, de medische kant ter zijde geschoven, geen medische gegevens opgevraagd, geen anamnese afgekomen en niet de juiste richtlijn gehanteerd, aldus klaagster. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard en afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het door de bedrijfsarts verrichte onderzoek zorgvuldig geweest en dat de bedrijfsarts in redelijkheid tot een gesprek met de werkgever heeft kunnen adviseren. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGDKG:2005:1 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 475.2005

    Multi bankbeslagen. Met het leggen van een executoriaal beslag onder een reeks van banken zonder dat enige aanwijzing bestaat dat de schuldenaar daar een rekening heeft, wordt een vorm van willekeur geïntroduceerd. Dat is wezensvreemd aan ons executierecht. Klacht gegrond, maatregel van berisping.

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:57 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-232

      Gegronde klacht tegen een kinderarts. Nu zij zich ernstig zorgen maakte over veiligheid van dochter van klaagster heeft kinderarts op zich niet onjuist gehandeld door actie te ondernemen, waarbij melding bij Veilig Thuis sluitstuk kon zijn. Echter zonder deugdelijke reden het in de meldcode genoemde opgenomen stappenplan niet gevolgd. De door de kinderarts verstrekte informatie in de door haar geschreven (medische) verklaring en (met name) de toevoeging daarop  voor Veilig Thuis gaat verder dan in het kader van de melding noodzakelijk was en de verklaringen missen de te vergen zakelijke toon. Deze informatie is voorts  zonder toestemming van klaagster verstrekt aan derden. Niet alleen aan Veilig Thuis verstrekt, maar ook aan de grootmoeder en haar advocaat, terwijl de kinderarts wist dat klaagster in een juridische strijd was verwikkeld met haar moeder over de dochter. Vaste jurisprudentie is dat een arts zeer terughoudend dient te zijn bij het afgeven van een verklaring waarvan hij weet dat deze in een juridische procedure kan worden gebruikt. Berisping.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:9 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden KL RK 16-144 en KL RK 16-145

      De rectificatieakte had als doel om het aantal in de ruilakte vermelde centiare tuingrond in overeenstemming te brengen met de feitelijke situatie. Van een rectificatieakte vanwege een fout van de notaris die moest worden rechtgezet, was daarmee geen sprake. De omstandigheid dat de feitelijke situatie bij de uitmeting een andere bleek te zijn dan in de akten was opgenomen, is de notaris niet aan te rekenen.   Het is in het notariaat gebruikelijk om verrichte werkzaamheden in rekening te brengen, ondanks dat deze niet hebben geresulteerd in een gepasseerde akte. De keuze van partijen om de akte uiteindelijk niet te tekenen, doet niet af aan het feit dat de notaris tijd heeft besteed aan het opstellen van een conceptakte.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2017:58 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-075

      Gegronde klacht van de voormalig werkgever tegen een (destijds)  psychiater. Langdurig grensoverschrijdend gedrag ten opzichte van een zeer kwetsbare patiënte. Behandelrelatie niet stopgezet en gevoelens die hij voor patiënte kreeg niet intern bespreekbaar gemaakt. Dossiervorming is bovendien minimaal geweest. Grond voor doorhaling in het BIG-register. Aangezien de psychiater reeds uitgeschreven was, ontzegging recht psychiater wederom in BIG-register in te schrijven.