Zoekresultaten 18241-18250 van de 42895 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:146 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-286

    Naar het oordeel van de voorzitter heeft klager wat betreft klachtonderdeel a) tijdig geklaagd en is hij daarin ontvankelijk. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder fouten heeft gemaakt bij de waardering voor de boedelverdeling of bij berekening van de hoogte van de alimentatie.  Ten aanzien van de overige verwijten over de alimentatieprocedure is klager niet-ontvankelijk op grond van art. 46g lid 1 sub a Advocatenwet, nu een beroep op verschoonbare termijnoverschrijding niet slaagt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:179 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170250

    Verzoek om aanwijzing van een advocaat ex artikel 13 Advocatenwet. Klager is door de rechtbank veroordeeld tot betaling van een geldsom en heeft hoger beroep ingesteld. Zijn advocaat heeft zich korte tijd na indiening van de memorie van grieven onttrokken. Klager heeft zich tot de deken gewend omdat hij een advocaat benodigd heeft die voor hem pleidooi kan vragen aan het hof. De deken heeft het verzoek afgewezen. Het hof acht het beklag van klager gegrond. Kllager wordt in een lopende hoger beroepprocedure niet meer door een advocaat vertegenwoordigd. De zaak staat inmiddels voor arrest, maar de kans op pleidooi is niet volledig uit te sluiten. De bewaking van de procedure en de afwikkeling van de zaak maken het noodzakelijk dat klager door een advocaat wordt bijgestaan.  

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:140 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-481

    Voorzittersbeslissing. Verweerder mocht als partijdige belangenbehartiger de stellingen en feiten innemen namens zijn cliënte in de bestuursrechtelijke procedure en in dat kader de kwaliteit van de door klaagster verstrekte opdrachten aan een onderzoeksbureau ter discussie stellen. De door verweerder daarbij gebruikte bewoordingen zijn toegestaan bezien binnen de context van het gevoerde debat. Geen sprake van grievende uitlatingen jegens klaagster. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen vp2017/09

      Klager, de voormalige werkgever van verweerster, verwijt verweerster grensoverschrijdend gedrag. Verweerster liet twee bewoners van de instelling, die een relatie met elkaar hebben, elkaar helpen met douchen. Dit gebeurde op verweersters initiatief en zonder overleg met de persoonlijke begeleiders en het team. Ook heeft zij een geluidsopname gemaakt van het gezamenlijk douchen en dit aan collega’s laten horen. Klacht deels gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/062

    Klaagster is moeder van een 15-jarige zoon. Zij heeft hulp voor haar zoon gezocht in verband met psychische problemen. Aldus is de zoon onder behandeling gekomen van verweerster. Verweerster heeft de diagnose Pediatric Condition Falsification / Munchhausen by Proxy gesteld. Volgens klaagster heeft verweerster deze diagnose ten onrechte gesteld en zonder de contra-indicaties voor die diagnose erbij te betrekken. Voorts heeft verweerster volgens klaagster onder meer in strijd met artikel 8 EVRM gehandeld door medische informatie over haar en haar zoon zonder toestemming aan derden door te spelen. Verweerster voert verweer.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2017/03

      Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog. Klaagster heeft vier kinderen die allen uit huis geplaatst zijn. In het kader van een rechtszaak om de kinderen eventueel weer thuis te plaatsen heeft verweerster in opdracht van de rechtbank een deskundigenrapportage opgesteld, waarin zij tot de conclusie is gekomen dat klaagster een persoonlijkheidsstoornis heeft en thuisplaatsing van de kinderen niet in hun belang is. Klaagster heeft een klacht ingediend, omdat zij zich niet kan vinden in de inhoud van verweersters rapportage. Daarnaast is zij van mening dat verweerster er te lang over heeft gedaan om de rapportage op te stellen. Voorts vindt klaagster dat verweerster te weinig tijd voor klaagster heeft uitgetrokken, zeker om tot zo’n vergaande conclusie te kunnen komen en dat verweerster haar beroepsgeheim heeft geschonden door met derden over de rapportage te spreken. De klacht is gemotiveerd betwist door verweerster. Het college verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen vp2017/07

      Klacht van de IGZ tegen voormalig verpleegkundige. Verweerster wordt verweten dat zij een patiënt ten aanzien van wie een volledig (reanimeer)beleid was afgesproken niet heeft gereanimeerd toen hier aanleiding toe bestond. Ook heeft zij ten onrechte aan twee collega’s meegedeeld dat patiënt niet gereanimeerd moest worden. Voorts heeft zij verzuimd van haar eigenhandige beslissing om niet te reanimeren verslag te leggen in het medisch dossier van patiënt. Het college verklaart de klacht in zijn geheel gegrond en rekent een en ander verweerster zwaar aan. Het college oordeelt dat verweersters verweten handelen dusdanig ernstig is dat haar BIG-registratie dient te worden doorgehaald.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:169 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-222 DB/LI

    In strijd gehandeld met gedragsregel 17 door de rechtbank in het verzoek om aanhouding in strijd met de waarheid voor te lichten. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager te beschuldigen van het aanzetten van zijn cliënt tot het indienen van een klacht tegen verweerder, nu verweerder dit verwijt heeft ingetrokken. Deels gegrond, deels ongegrond. Mede gelet op tuchtrechtelijk verleden: berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:170 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-046/DB/ZWB

      Verzetzaak. Klager verwijt verweerder dat verweerder hem zou hebben willen belazeren door bewust een foutieve declaratie toe te zenden. Verweerder heeft klager niet willen belazeren en wijst op het vonnis van de kantonrechter van 10 augustus 2016 waarin de kantonrechter overweegt dat niet is gebleken dat klager welbewust een onjuist bedrag in rekening heeft gebracht. De klacht is door de voorzitter terecht kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:171 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-412/DB/ZWB

      Verweerder heeft, ondanks financiële nood van klaagster, geen verzoek om voorlopige voorzieningen ingediend. Het feit dat klaagster daar niet om had gevraagd betekent niet dat verweerder niet toch had moeten begrijpen dat klaagster daaraan wel behoefte had. Verweerder heeft onvoldoende met klaagster gecommuniceerd door haar niet te informeren over de kans van slagen van eventueel in te dienen voorlopige alimentatieverzoeken, door tot tweemaal toe uitstel te vragen zonder daarover met klaagster te overleggen en te late toezending van het concept verweerschrift. Het indienen van een algemeen verweerschrift heeft niet tot afwijzing van alimentatieverzoeken geleid en niet is gebleken dat verweerder teveel tijd had geschreven of zijn tijd vanwege gebrekkige kwaliteit had moeten matigen. Klachtonderdeel 1 en 3 gegrond. Klacht voor het overige ongegrond. Berisping.