Zoekresultaten 17901-17910 van de 42363 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:134 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/616245 / DW RK 16/1046

    Beslissing op verzet. Klacht over beslagvrije voet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:132 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/598860 / DW RK 15/1122

      Klacht over een niet voor klager bestemde brief. Een gerechtsdeurwaarder mag in beginsel afgaan op de door hem opgevraagde gegevens uit de BRP tenzij hij over aanwijzingen beschikt om te veronderstellen dat er iets aan de hand is. Dat laatste was het geval omdat de gerechtsdeurwaarder geen acht heeft geslagen op de verschillen tussen de gegevens uit de BRP en de door de opdrachtgever aan de gerechtsdeurwaarder verstrekte gegevens. Die verschillen hadden voor de gerechtsdeurwaarder aanleiding moeten voor nader onderzoek waarbij hem zou zijn opgevallen dat de vordering zag op een periode waarin klager volgens gegevens uit de BRP niet woonachtig was op het adres waar de brief naar toe is verzonden. Dat de gerechtsdeurwaarder dit zelf niet heeft onderkend en derhalve geen verder onderzoek naar de juistheid van het door hem gehanteerde adres van klager heeft gedaan waar dit wel geboden was, acht de kamer onzorgvuldig en tuchtrechtelijk laakbaar. De kamer acht het ook te ver gaan dat de gerechtsdeurwaarder klager aangifte heeft laten doen van identiteitsfraude. De gerechtsdeurwaarder maakt immers een fout en dan hoeft klager niet aan te tonen dat hij niet de degene is die de vordering moet voldoen. Ook het doorzenden van de brief van klager van 30 oktober 2015 aan de opdrachtgever is niet volgens de spelregels. De inhoud van die brief rechtvaardigde ook een antwoord van de gerechtsdeurwaarder en die kon niet volstaan met doorzending naar zijn opdrachtgever.  

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:120 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/599990 / DW RK 15/1185

      Klacht over structureel te laat bezorgde correspondentie, een in een verkeerde brievenbus gedeponeerde brief en een discussie over een verschil in een opgave van een openstaande vordering. Het enkele feit dat er brieven te laat door klaagster worden ontvangen, is onvoldoende om te komen tot het oordeel dat er tuchtrechtelijk laakbaar is gehandeld.  De in de verkeerde brief gedeponeerde brief heeft als oorzaak een voor tweeërlei uitleg vatbaar pictogram waardoor de door de gerechtsdeurwaarder gemaakte keuze om de brief in een gesloten envelop uiteindelijk in de (achteraf bezien) verkeerde brievenbus te deponeren begrijpelijk is. Het verschil in de opgave berust op een vergissing die niet tuchtrechtelijk laakbaar is. Klachten ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:133 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/616378/ DW RK 16/1069

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:185 Raad van Discipline Amsterdam 17-513/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder de belangen van klager niet goed heeft behartigd.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:53 Accountantskamer Zwolle 16/1534 en 16/1535 Wtra AK

      In informatiemateriaal van een onderneming die beleggers de mogelijkheid biedt om te investeren in bouwgrond in Costa Rica, wordt vermeld dat het kantoor van de accountants de controle van de jaarrekening zal verzorgen en controle zal uitoefenen op het nakomen van investeringsbeloften met betrekking tot de aankoop van gronden en op de aflossing van obligatieleningen. Onderneming stelt accountant echter niet in staat om jaarrekening te controleren. In uitgebracht assurance-rapport over opgave belegde gelden wordt niet duidelijk gemaakt dat met de daarin gebruikte term ‘waarde van de grond’ slechts wordt bedoeld de aankoopprijs van de grond. In controleverklaringen over aflossingen van obligatieleningen is ten onrechte niet tot uitdrukking gebracht of de overzichten van de aflossingen zonder materiële afwijkingen wat betreft juistheid en volledigheid zijn opgesteld. Betrokkenen hebben ook een conceptmanagementletter uitgebracht waarin wordt vastgesteld dat overeenkomsten ontbreken, onzekerheid bestaat over voortgang project en dat interne organisatie op het vlak van toerekening van kosten gebrekkig is. Onder deze omstandigheden hadden betrokkenen de onderneming moeten verzoeken de informatie bij te stellen of te verwijderen. Door dit na te laten hebben betrokkenen gehandeld in strijd met het fundamentele beginsel van integriteit (dat ook inhoudt dat de accountant vermijdt dat hij in verband wordt gebracht met informatie die onjuist/misleidend is of een verkeerde indruk wekt). Uitbrengen rapporten in strijd met het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid.  

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:56 Accountantskamer Zwolle 17/803 en 17/804 Wtra AK

      Kantoortoetsing door Nba zowel binnen het wettelijke controledomein als daarbuiten onder de toepassing van art. 3 van de Verordening op de kwaliteitsbeoordelingen (VoKwb), zoals deze luidde voor 29 september 2015. Dagelijkse (mede) beleidsbepaler, betrokkene 1, is tuchtrechtelijk verantwoordelijk voor een voldoende stelsel van kwaliteitsbeheersing. In casu beschikte de accountantsorganisatie niet over een stelsel van kwaliteitsbeheersing dat is afgestemd op de omvang en het belang van de opdrachten als bedoeld in art. 3 VoKwb (oud), dit betreft zowel het wettelijke controledomein als de overige praktijk. Doorhaling voor 1 jaar voor betrokkene 1 als beleidsbepaler en doorhaling 3 maanden voor betrokkene 2 i.v.m. de gemaakte fouten bij de door hem verrichte professionele diensten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:162 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-441/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:144 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-486/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij in procedure m.b.t. omgang. Uit de inhoud van de door klager toegezonden bijlagen kan niet worden afgeleid dat verweerder niet aan herhaalde verzoeken van de advocaat van klager heeft voldaan, noch dat hij op een andere manier (opzettelijk) het proces heeft gefrustreerd. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:157 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-395/DH/DH-a

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerder informatie aan het gerechtshof heeft verschaft waarvan hij wist, dan wel had moeten weten, dat deze onjuist was. Indien en voor zover klaagster tevens heeft bedoeld te klagen over de stichting waar verweerder werkzaam is, geldt dat de klacht in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk is.