Zoekresultaten 15021-15030 van de 44668 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:130 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-246/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen eigen advocaat niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding en niet gebleken van bijzondere omstandigheden waardoor die overschrijding verschoonbaar zou zijn.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:111 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-175/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen de eigen advocaat over, onder veel meer, een toevoeging die met terugwerkende kracht is ingetrokken op grond van de resultaatsbeoordeling door de Raad voor Rechtsbijstand, kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:124 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18/359/DH/RO

    Raadbeslissing. De klacht van klaagster dat verweerster haar belangen zwaar heeft verwaarloosd, haar willens en wetens op het verkeerde been gezet en de rechtbank in haar leugens heeft betrokken, is gegrond verklaard. Niet alleen is de aanpak van verweerster onjuist is geweest, maar met haar handelen heeft verweerster voorts aangetoond onvoldoende deskundig te zijn als bedoeld in artikel 10a, lid 1 onder c Advocatenwet. De door verweerster gegeven verklaring voor haar handelen wordt niet onderbouwd noch gestaafd met enig bewijs. De onderhavige klacht staat niet op zichzelf. Een andere klachtzaak tegen verweerster met nummer 17-970/DH/RO – die grote overeenkomsten vertoont met onderhavige klachtzaak – verklaart de raad grotendeels gegrond. Gelet op de ernst en het repeterende karakter van de aan verweerster gemaakte verwijten en de ambivalente houding van verweerster over haar eigen aandeel daarin, heeft de raad niet de overtuiging dat, voor zover verweerster al oprecht spijt heeft van haar gedragingen, zij in staat is haar handelen dusdanig aan te passen dat situaties als hier aan de orde voor de toekomst worden voorkomen. Schrapping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:105 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-941/DH/RO

    Verweerder heeft zich, nadat een datum voor de beschikking was bepaald, per fax tot de rechtbank heeft gewend, hetgeen hem niet vrij stond. Temeer niet nu hij met zijn fax heeft getracht aanvullend bewijs in het geding te brengen. Het is immers in zijn algemeenheid niet toegestaan om na te pleiten. Indien verweerder van mening was dat het noodzakelijk was dat de rechtbank kennis zou nemen van stukken, dan had het op zijn weg gelegen ter zitting toestemming te vragen deze nog na te zenden. Dat heeft hij nagelaten. Dit klachtonderdeel is naar het oordeel van de raad gegrond. Overige klachtonderdelen ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:118 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-1038/DH/ZWB

    Raadbeslissing. De klacht dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld als bedoeld in artikel 46 Advocatenwet doordat zij zich in strijd met gedragsregel 25 rechtstreeks tot de assurantietussenpersoon van klaagster heeft gewend, terwijl zij wist dat klaagster werd bijgestaan door een advocaat (haar huidige gemachtigde), ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2019:12 Kamer voor het notariaat Den Haag 18-74

    Ingevolge de Wet op het notarisambt (Wna) en de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Wwft) heeft klaagster als toezichthouder op 28 november 2016 een onderzoek ingesteld naar het handelen van de notaris.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/031

    Klager dient een klacht in tegen een intensivist. Klager verwijt verweerder dat door het niet handelen, althans te laat handelen klager in een levensbedreigende toestand is komen te verkeren. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij de klinische redenering van een verpleegkundige heeft verworpen, het niet-pluis- gevoel van verpleegkundigen heeft genegeerd, het advies van de radioloog niet heeft opgevolgd, geen chirurg heeft geraadpleegd et cetera. Verweerder voert verweer. Deels gegrond, waarschuwing

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:131 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-699/DH/HVD

    Verzet gedeeltelijke gegrond, klacht ongegrond. De voorzitter heeft jurisprudentie van het Hof van Discipline waarin is bepaald dat een advocaat desgevraagd in beginsel de gegevens van de beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar moet verstrekken miskend. De raad acht een uitzondering op de hoofdregel van toepassing. Klager heeft de grondslag van de vordering die hij op het kantoor van verweerder stelt te hebben onvoldoende feitelijk onderbouwd. Daarbij komt dat tussen het (volgens klager) schadeveroorzakende incident in 2000 en de aansprakelijkstelling 18 jaren zijn verstreken. Gelet hierop en op het feit dat verweerder heeft aangegeven dat hij de aansprakelijkstelling heeft gemeld bij zijn verzekeraar rust op verweerder niet de plicht om de gegevens van zijn beroepsaansprakelijkheidsverzekeraar aan klager te verstrekken. De klacht is aldus ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:112 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-843/DH/RO

    Verweerder heeft de opdracht van klaagster onvoldoende voortvarend uitgevoerd en heeft daarmee haar belangen veronachtzaamd. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:125 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-240/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. klacht tegen de advocaat van de wederpartij in een familierechtelijke kwestie kennelijk ongegrond.