Zoekresultaten 14941-14950 van de 44698 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:120 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/347
- Datum publicatie: 03-07-2019
- Datum uitspraak: 03-07-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:120
De klacht betreft de behandeling van de vader van klager (patiënt). Klager verwijt de hoofdbehandelaar van patiënt (longarts) dat zij patiënt in 2017 ten onrechte een negatief reisadvies heeft gegeven. Voorts verwijt klager haar dat patiënt tijdens zijn laatste opname niet de juiste antibiotica heeft gekregen, dat op een verkeerde manier slijm is uitgezogen en dat ten onrechte de zuurstoftoediening is opgehoogd. Klager meent dat zijn vader als gevolg van deze laatste handelingen is overleden. De longarts heeft aangevoerd dat zij tijdens die opname niet bij de behandeling van patiënt betrokken is geweest. Klacht is kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2019:106 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-134 DB/LLI
- Datum publicatie: 03-07-2019
- Datum uitspraak: 01-07-2019
- ECLI:NL:TADRSHE:2019:106
Advocaat heeft de financiële afspraken met zijn cliënt niet schriftelijk vastgelegd in een opdrachtbevestiging en zijn cliënt niet gewezen op de risico’s van een niet onderbouwde vordering in reconventie, waaronder de mogelijke consequenties ten aanzien van een proceskostenveroordeling. Advocaat heeft ten onrechte niet de afweging gemaakt dat het vorderen van opheffing van beslag in reconventie een efficiëntere wijze van aanpak zou zijn geweest, aangezien deze aanpak bij toewijzing een executoriale titel met zich zou hebben meegebracht . Bovendien was de kostenveroordeling in reconventie bij toewijzing van de vordering tot opheffing van beslag mogelijk anders uitgevallen. Klacht gegrond, berisping.
-
ECLI:NL:TGZRGRO:2019:31 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen VP2019/03
- Datum publicatie: 02-07-2019
- Datum uitspraak: 02-07-2019
- ECLI:NL:TGZRGRO:2019:31
Klacht tegen verpleegkundig specialist. Klager, verblijvende in een TBS-kliniek, verwijt verweerder samengevat dat hij onjuiste diagnostiek heeft verricht, vasthoudt aan onjuiste diagnostiek van eerdere behandelaars en ten onrechte heeft gesteld dat klager niet wilde meewerken aan onderzoek naar de aanwezigheid van PTSS. Het laatste verwijt is feitelijk onjuist en de overige zijn niet onderbouwd. Het college verklaart de klacht kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-343
- Datum publicatie: 02-07-2019
- Datum uitspraak: 02-07-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:103
Ongegronde klacht tegen een psychiater. Gelet op het foutief aanmerken van de gemachtigde als klager in de kop van de beslissing, is de beslissing op de klacht door het CTG vernietigd en terugverwezen naar het RTG. Het is evident dat een fout is gemaakt in de vermelding van de naam van de klager en dat de feiten en de beoordeling wel betrekking hebben op klager. De in hoger beroep overgelegde nadere stukken leiden bij het RTG niet tot nieuwe inzichten. Het RTG handhaaft dus de ongegrondverklaring/afwijzing van de klacht en de motivering daarvan, met correctie van de naam van klager in de kop van de uitspraak en verklaart de klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TNORARL:2019:38 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/345635 / KL RK 18-171
- Datum publicatie: 02-07-2019
- Datum uitspraak: 23-05-2019
- ECLI:NL:TNORARL:2019:38
De kamer stelt vast dat de notaris de onder 2.1 en 2.2 van onderhavige beslissing geschetste constructie juridisch correct heeft geduid. Nadat zij de statuten van de Woonvereniging en de overige notariële stukken had geraadpleegd en had bemerkt dat het bestuur van de Woonvereniging niet over een ledenregister beschikte, voorts de administrateur - de inmiddels failliet verklaarde [E] - de inning van de door de leden verschuldigde gelden niet op orde had, en ten slotte de vereiste goedkeuring van de leden - noodzakelijk voor de verkoop en levering van het appartementsrecht - ontbrak, heeft zij nogmaals overleg gevoerd met het bestuur van de Woonvereniging, de Bank, de makelaar en de verkoper en koper en vervolgens de voor de verkoop en levering van het appartementsrecht vereiste maatregelen heeft getroffen. Dat de notaris dan op 4 april 2018 om de ontbrekende gegevens heeft verzocht kan haar niet worden verweten, gelet op de hiervoor geschetste onvoorziene omstandigheden, die immers in de risicosfeer van de verkopende partij en niet bij de notaris lagen. Vervolgens heeft de notaris ervoor gezorgd dat de achterstallige bedragen - zoals deze ook zijn vermeld op de tweede gecorrigeerde eindafrekening - alsnog door de leden werden voldaan, dat de hypothecaire lening kon worden afgelost zodat royement door de Bank aan de Woonvereniging kon worden verleend en dat goedkeuring door de leden van de Woonvereniging aan de verkoop en levering van het appartementsrecht werd gegeven. Dat daaruit een latere transportdatum voortvloeide dan in eerste instantie in de koopovereenkomst was overeengekomen, en dat de kopende partij, [G], er voor koos om verkoper vervolgens in gebreke te stellen terwijl hij wel op de hoogte was van het uitgestelde transport, kan de notaris uiteraard evenmin worden verweten.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-043
- Datum publicatie: 02-07-2019
- Datum uitspraak: 02-07-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:104
Ongegronde klacht tegen een psychiater. Niet is gebleken dat de psychiater onvoldoende toezicht heeft gehouden op de behandeling van de dochter van klagers door geen maandelijkse bloedcontroles uit te voeren, zoals door de voorgaande behandelend psychiater is gedaan. Klacht ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2019-026
- Datum publicatie: 02-07-2019
- Datum uitspraak: 02-07-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:105
Gegronde klacht tegen een huisarts. De huisarts heeft door het afgegeven van twee verklaringen in strijd gehandeld met de KNMG-richtlijn Omgaan met medische gegevens. De ene verklaring geeft een oordeel over de omgangsregeling waardoor deze evident een ander doel dan de behandeling of begeleiding van de dochter van klager dient. Van de andere verklaring is niet duidelijk voor wie die is bestemd. Met deze verklaring kan bij minder nauwkeurige lezing een andere indruk worden gewekt. Berisping.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/245
- Datum publicatie: 02-07-2019
- Datum uitspraak: 02-07-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:119
Klager is door verweerder (plastisch chirurg) geopereerd. Klager verwijt verweerder onder andere een onzorgvuldige operatie en ondeskundig handelen. Klacht afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2019:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2018-308
- Datum publicatie: 02-07-2019
- Datum uitspraak: 02-07-2019
- ECLI:NL:TGZRSGR:2019:102
Deels gegronde klacht tegen een huisarts. De triagiste die telefonisch contact had met klaagster stond onder verantwoording van de huisarts. Klaagster meldde klachten en signalen die pasten bij cardiale problematiek. Het contact is vervolgens verbroken. Alvorens de afdoening door de triagiste te autoriseren, had de huisarts bij klaagster moeten verifiëren, of in ieder geval contact behoren op te nemen over haar toestand om zo nodig alsnog noodzakelijke maatregelen te nemen. Hoewel het voorval inmiddels meer dan tien jaar geleden is, gaat het College gelet op de ongepaste uitlatingen en het gebrek aan zelfinzicht van beklaagde over tot een berisping.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2019:14 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-03
- Datum publicatie: 01-07-2019
- Datum uitspraak: 19-06-2019
- ECLI:NL:TNORDHA:2019:14
Klaagster heeft nooit opdracht gegeven.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1494
- Pagina: 1495
- Pagina: 1496
- ...
- Pagina: 4470
- Volgende pagina zoekresultaten