ECLI:NL:TGZRAMS:2019:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/245

ECLI: ECLI:NL:TGZRAMS:2019:119
Datum uitspraak: 02-07-2019
Datum publicatie: 02-07-2019
Zaaknummer(s): 2018/245
Onderwerp: Geen of onvoldoende zorg
Beslissingen: Ongegrond/afwijzing
Inhoudsindicatie: Klager is door verweerder (plastisch chirurg) geopereerd. Klager verwijt verweerder onder andere een onzorgvuldige operatie en ondeskundig handelen. Klacht afgewezen.

REGIONAAL TUCHTCOLLEGE VOOR DE GEZONDHEIDSZORG

AMSTERDAM

Beslissing naar aanleiding van de op 21 juni 2018 binnengekomen klacht van:

A,

wonende te C,

k l a g e r,

tegen

B,

arts,

werkzaam te D,

v e r w e e r d e r,

gemachtigde: mr. M.E.M. van Eeden, verbonden aan VvAA Rechtsbijstand te Utrecht.

1.         De procedure

Het college heeft kennisgenomen van:

-                      het klaagschrift met de bijlagen;

-                      het verweerschrift met de bijlagen;

-                      e-mailcorrespondentie van klager van 3 oktober en 4 oktober 2018;

-                      de repliek met de bijlagen;

-                      de dupliek met de bijlage;

-                      de correspondentie met betrekking tot het vooronderzoek;

-                      de brief van 21 maart 2019 van de gemachtigde van verweerder met als bijlage

preoperatieve foto’s van de eerste operatie.

-                      de (ongedateerde) stukken van klager (binnengekomen bij het college op 3 mei 2019 en 7 mei 2019). 

Partijen hebben geen gebruik gemaakt van de hun geboden mogelijkheid in het kader van het vooronderzoek mondeling te worden gehoord.

De klacht is op 21 mei 2019 op een openbare zitting behandeld.

Partijen waren aanwezig.

Verweerder werd bijgestaan door mr. Van Eeden voornoemd. Klager en mr. Van Eeden hebben een toelichting gegeven aan de hand van pleitaantekeningen respectievelijk een pleitnota, die aan het college en de wederpartij zijn overgelegd.

2.         De feiten

2.1.      Klager wilde een correctie van zijn gelaat. Hiertoe had hij op 29 december 2011 (voor de eerste keer) een consult bij verweerder, plastisch chirurg. Op 23 januari 2012 heeft verweerder klager onder algehele narcose behandeld voor een Minimal Acces Cranial

Suspension-lift (MACS-lift) alsmede voor een behandeling met lipofilling en PRP-groeifactoren in het gelaat van klager.

2.2.      Nadat klager twee keer voor (onder andere) een nacontrole werd gezien door een verpleegkundige, heeft verweerder klager zelf gezien voor een nacontrole en een touch-up behandeling op 22 maart 2012, 23 april 2012, 20 juni 2012 en 9 augustus 2012.

2.3.      Op 13 februari 2013 is klager opnieuw bij verweerder geweest voor een vervolgconsult. In het medisch dossier staat daarover (onder meer) aangetekend:

zorgvraag                               ogen & gezicht

(…)

Conclusie

Conclusie                                  lipofilling 1 zone

                                               Groeifactoren 3cc

Behandeling

Behandeling voorgesteld?                      ja

Anesthesietechniek                    algehele anesthesie

(…)

Verwachte duur OK-snijtijd         45 minuten

(…)

Informed consent

Informed consent                      folder meegegeven, behandeling besproken, alternatieven besproken, resultaten besproken, complicaties besproken en cliënt akkoord

(…)”.

Bij het verslag van het consult is een tekening van een gelaat gevoegd, waarop met rode markering de te behandelen gebieden zijn aangegeven.

2.3.      Op 22 juli 2013 is klager nogmaals bij verweerder geweest. In het medisch dossier staat daarvan (onder meer) aangetekend:

“ zorgvraag                               ogen & gezicht

(…)

Conclusie

Conclusie                                  1. Huidplooitje links onder oorlel verstrijken door redrapement

2. V-dissector plooitje links temporaal + lipofuilling = onderdeel- inclusief – lipofilling 1 zone gelaat

3. diffuus onder oorlel re – lipofilling – superficiaal + PRP

4. rekening houden bolling op konen li – hier wat minder fillen

5. groeifactoren ook op voorhoofd en restant op hals- PRP kit 6cc

6. ev. extra zone handen = 1 zone desgewenst – akkoord

Behandeling

(…)

Verwachte duur OK-snijtijd         60 minuten

(…)

Informed consent

Informed consent                      folder meegegeven, behandeling besproken, alternatieven besproken, resultaten besproken, complicaties besproken en cliënt akkoord

Actief gevraagd of cliënt alle      ja

Besproken informatie heeft

Begrepen

(…)”.

Bij het verslag van het consult is een tekening van een gelaat gevoegd, waarop met rode markering de te behandelen gebieden zijn aangegeven.

2.4.      Op 7 augustus 2013 heeft verweerder klager behandeld met een lipofilling behandeling. In het operatieverslag staat (voor zover van belang) het volgende genoteerd:

“ operatiedatum                         07-08-2013

(…)

Operatie indicatie                                  lipofilling gelaat + handen 6cc

Operatieverslag

Uitgevoerde behandeling                        Lipofilling

Anesthesietechniek                    lokale anesthesie

Operatieverslag                         1. LIPOFILLING – diep & oppervlakkig

                                               Donor site bovenbenen (…)

                                               Targetsite: gelaat cf preop tekening

                                               DIEP (=3D): 10cc

3D projectie naar konen creeren (2cc), nasojugaal (1cc), centraal midface (2cc), nasolabiaal (2cc), marionetplooi (1cc), pre-jowling & kaaklijn & kin (2cc), lippen (intramucosaal – 2cc over boven en onderooglid)

OPPERVLAKKIG (=2D): 18cc

White roll boven- en onderlip (2cc) lijntjes lip (2cc), lijntjees voorhoofd (4cc), temporaal (2cc), huid over midface & konen (2cc), wang (posterior deel – 2cc, anterior deel 2cc).

TOTAAL 28cc per kant

(…)

(…)

3. groeifactoren

Afname heel bloed – 60cc- GPS- ll kit- Biomet – centrifuge (RPM 30 00, 15 min).

PRP: transcutane injectie diffuus in gebied van lipofilling voorhoofd, gelaat (6cc)

steristrips

Operatieduur                            70 minuten

(…)”.

2.5.      In het door verweerder als bijlage bij zijn verweerschrift overgelegde (niet-ondertekende) toestemmingsformulier voor de ingreep van 7 augustus 2013 staat op pagina 3 (onder meer) het volgende vermeld:

“(…)

Overeenkomst esthetische ingreep

U heeft ons een vraag gesteld over de mogelijkheid van een esthetische ingreep. Op grond van het onderzoek en de door ons verstrekte mondelinge, schriftelijke en eventuele visuele informatie, zijn wij het volgende overeen gekomen:

Diagnose:                                 1. Subcutis-onderhuids weefsel tekort en/of

                                               2. contourverschillen en/of

                                               3. matige huidkwaliteit

                                               4. rimpels en plooien

Voorgestelde operatie:              lipofilling gelaat + handen + groeifactoren 6cc (uit eigen bloedplaatjes

Voorgestelde narcose:               lokaal

Doel van de ingreep:                 ad 1. aanvullen van het volumetekort

                                               ad 2. continuïteit herstellen/bevorderen

                                               ad 3. huidkwaliteit verbeteren

(….)”.

3.         De klacht en het standpunt van klager

De klacht houdt zakelijk weergegeven in dat verweerder:

1.            niet heeft voldaan aan het vereiste van informed consent voor de ingreep van 7 augustus 2013 (en naar het college begrijpt ook zonder toestemming van klager heeft behandeld);

2.            gedurende de ingreep van 7 augustus 2013 niet de juiste zorg heeft verleend. Meer in het bijzonder verwijt klager verweerder dat hij tegen de afspraak in klager onder algehele anesthesie heeft geopereerd, te veel lipofilling heeft ingespoten en op verkeerde plaatsen in het gelaat heeft aangebracht en tijdens die ingreep ruw en gehaast te werk is gegaan;

3.            na afloop van die ingreep verkeerde informatie aan klager heeft verstrekt;

4.            het medisch dossier heeft gemanipuleerd.

Het teveel en op de verkeerde plekken inspuiten van lipofilling heeft, volgens klager, tot gevolg gehad dat hij neurologische pijnen heeft ontwikkeld op plekken die hij aanduidt als zijn ‘probleemgebieden’.

4.         Het standpunt van verweerder

Verweerder heeft de klacht en de daaraan ten grondslag gelegde stellingen bestreden. Voor zover nodig wordt daarop hieronder ingegaan.

5.         De beoordeling

5.1.      Het college stelt voorop dat het geen oordeel kan geven over de vraag of de klachten van klager in zijn probleemgebieden zijn ontstaan als gevolg van het handelen van dan wel het nalaten van verweerder. In het tuchtrecht gaat het enkel om de vraag of verweerder heeft gehandeld volgens de tuchtrechtelijke maatstaven (handelen of nalaten in strijd met de zorg die hij tegenover klager behoort te betrachten) en niet over de gevolgen van een behandeling; dit laatste hoort thuis bij de civiele rechter.

5.2.      Het college zal het eerste en het tweede klachtonderdeel, die beide zien op de ingreep van 7 augustus 2013, gezamenlijk behandelen. Klager stelt dat hij onvoldoende is geïnformeerd over wat er gedaan zou worden tijdens de ingreep van 7 augustus 2013 en dat hem tijdens de ingreep niet de juiste zorg is verleend, namelijk dat er (teveel) lipofilling is aangebracht (hoog) op het voorhoofd) – hetgeen niet was afgesproken - en dat de ingreep ruw en gehaast is verlopen.

Ter zitting heeft klager aangegeven dat hij voor de ingreep van 6 januari 2012 wel was geïnformeerd, maar dat hij, ondanks dat dit de tweede ingreep was, niet heeft geweten wat er precies ging gebeuren. Desgevraagd heeft klager erkend dat verweerder vlak voor de ingreep stippeltjes op zijn gelaat heeft aangebracht, die hij ook – staand voor een spiegel – gezien heeft. Volgens klager heeft verweerder hem niet voorafgaand aan de ingreep verteld dat hij ook lipofilling zou aanbrengen (hoog) op het voorhoofd (het ‘probleemgebied’). De afspraak was dat verweerder een dun laagje lipofilling over het gelaat van klager zou aanbrengen. Wat verweerder heeft gedaan tijdens de ingreep op 7 augustus 2013, is heel wat anders geweest dan was afgesproken, aldus klager. Desgevraagd heeft klager ter zitting erkend dat hij het toestemmingsformulier per e-mail heeft ontvangen, (waarschijnlijk) enkele dagen voorafgaand aan de ingreep.

Verweerder daarentegen heeft ter zitting toegelicht dat er niet slechts één moment is geweest dat klager instemde met de voorgestelde ingreep, maar dat dat juiste meerdere momenten zijn geweest. Volgens verweerder is klager na de eerste ingreep (op 23 januari 2012) een aantal malen bij hem op consult geweest en werd bij herhaling gesproken over een aanvullende behandeling van de behandeling die eerder bij klager was uitgevoerd. Er werd afgesproken dat verweerder óók lipofilling zou aanbrengen op de handruggen van klager, maar ten aanzien van de voorgestelde behandeling met betrekking tot de ingreep in het gelaat zijn de afspraken steeds ongewijzigd gebleven en bij herhaling herbevestigd, aldus verweerder. De ingreep is klager uitgebreid toegelicht en op de dag van de ingreep heeft hij de markering op het gelaat van klager aangebracht en die samen met klager staand voor de spiegel bekeken en vervolgens nog besproken in verweerders kamer op de polikliniek. Op de operatiekamer wordt alles door de patiënt zelf nog eens bevestigd wat er gaat gebeuren in het kader van de TOP-procedure. Verweerder heeft ter zitting uitgelegd dat hij klager niet onder algehele narcose heeft behandeld - er is immers ook geen infuus bij klager aangebracht - maar dat hij klager een tabletje temazepam heeft gegeven om gedurende de operatie rustig te blijven, waarna klager tijdens de ingreep in slaap is gevallen. Verweerder betwist uitdrukkelijk dat hij lipofilling, laat staan te veel lipofilling, heeft aangebracht in de door klager aangeduide probleemgebieden.

5.3.      Het college is gelet op het voorgaande van oordeel dat verweerder heeft voldaan aan het vereiste van informed consent en in het verlengde daarvan op klagers toestemming met de ingreep mocht vertrouwen (artikelen 7:448 en 450 Burgerlijk Wetboek). Dat het toestemmingsformulier voor de ingreep van 7 augustus 2013 niet is ondertekend, maakt dat niet anders. Toestemming van een patiënt voor een ingreep hoeft immers niet schriftelijk te worden gegeven, maar kan ook mondeling geschieden, impliciet worden gegeven of op goede gronden worden verondersteld. Weliswaar liggen de vereisten voor informed consent en toestemming van een patiënt voor een niet-noodzakelijke ingreep, zoals deze cosmetische behandeling, hoog, maar gelet op de consulten van 13 februari 2013 en 22 juli 2013, de bij deze consulten gevoegde gelaatstekeningen, het voorafgaand toezenden van het toestemmingsformulier, waarbij het college niet is gebleken dat klager over de inhoud daarvan bezwaar heeft gemaakt, het voorafgaand aan de operatie gemarkeerde behandelingsgebied op het gelaat, het samen met klager (onder andere) staand voor de spiegel bekijken van het te behandelen gebied en het maken van foto’s van het gelaat van klager, mocht verweerder vertrouwen op klagers ‘geïnformeerde toestemming’ met de ingreep van 7 augustus 2013.

5.4.      In het operatieverslag staat (onder meer) dat verweerder klager onder lokale anesthesie heeft behandeld en 4cc lipofilling in de (rimpel-)lijntjes van klagers voorhoofd heeft aangebracht. Niet aannemelijk is dat klager onder algehele narcose is behandeld – er was immers geen sprake van een aangebracht infuus en er was geen anesthesist aanwezig – maar mogelijk is natuurlijk wel dat klager tijdens de ingreep in slaap is gevallen door de temazepam en zich daardoor van de (gehele) operatie niet bewust is geweest.

Het college heeft geen aanwijzingen dat verweerder in klagers probleemgebieden lipofilling heeft aangebracht of te veel lipofilling heeft aangebracht in de door klager aangeduide probleemgebieden, of dat de operatie ruw en haastig is verlopen. Bij dit alles moet worden opgemerkt dat het niet zo is dat aan het woord van verweerder meer geloof wordt gehecht dan aan het woord van klager. Daar gaat het namelijk niet om. Voor het oordeel dat een gedraging tuchtrechtelijk verwijtbaar is, moeten de feiten die zijn voorgevallen worden vastgesteld. Dat kan het college hier niet omdat de standpunten over de hoeveelheid aangebrachte lipofilling en waar dat aangebracht zou zijn, uiteenlopen en het onvoldoende aannemelijk is dat wat in het operatieverslag staat vermeld een onjuiste weergave is van het verloop van de ingreep op 7 augustus 2013. Daar komt bij dat op de door klager bij zijn klaagschrift overgelegde MRI-beelden, naast de voorhoofdsspier géén overmatige hoeveelheid vetweefsel is te zien, maar een gebruikelijk laagje vetweefsel en spierweefsel, zoals ieder mens dat heeft. Dat de radioloog iets anders heeft geopperd namelijk dat het mogelijk lipofilling is, volgt het college niet. Het eerste en het tweede klachtonderdeel worden dan ook afgewezen.

5.5.      Ten aanzien van het derde klachtonderdeel, waarin klager verweerder verwijt dat hij na de ingreep klager verkeerde informatie zou hebben verstrekt, is het college van oordeel dat klager niet heeft onderbouwd welke verkeerde informatie verstrekt zou zijn door verweerder. Het college heeft dat overigens ook niet uit de stukken en uit hetgeen ter zitting is verklaard kunnen afleiden. Dit klachtonderdeel slaagt dan ook niet.

5.6.      Ook het vierde klachtonderdeel, inhoudende dat verweerder het medisch dossier zou hebben gemanipuleerd, wijst het college af. Het college merkt op dat door klager niet wordt onderbouwd op welke wijze verweerder het medisch dossier van klager zou hebben gemanipuleerd en welke informatie zou zijn gemanipuleerd. Ter zitting legde klager uit dat sprake is van manipulatie van het medisch dossier, omdat in zijn beleving een en ander feitelijk anders is gegaan. Het is het college duidelijk geworden dat klager inderdaad een eigen beleving heeft van hetgeen is voorgevallen, maar dat rechtvaardigt niet de conclusie dat verweerder het medisch dossier van klager heeft gemanipuleerd of heeft aangepast.

5.7.      De conclusie van het voorgaande is dat de klacht in al haar onderdelen ongegrond is. Verweerder kan met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg worden gemaakt.

6.         De beslissing

Het college:

-          wijst de klacht af.

Aldus beslist door:

R.A. Dozy, voorzitter,

I. Boekhout, R.A. Christiano en P. Houpt, leden-arts,

M.P. Sombroek-van Doorm, lid-jurist,

bijgestaan door A. Kerstens, secretaris,

en in het openbaar uitgesproken op 2 juli 2019 door de voorzitter in aanwezigheid van de secretaris.

WG secretaris                                                                                    WG voorzitter