Zoekresultaten 14871-14880 van de 44778 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:190 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.163

    Klacht tegen kinderarts. Verweerster is kinderhemato-oncoloog en sectiehoofd van de verpleegafdeling van het ziekenhuis waar de zoon van klager was opgenomen. Klager verwijt de kinderarts dat zij als eindverantwoordelijke verzuimd heeft controle uit te oefenen op het naleven van protocollen en op de goede invulling van het hoofdbehandelaarschap. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen, nu verweerster als sectiehoofd geen verantwoordelijkheid droeg voor het handelen van de behandelend artsen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:143 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/544

    Klager verwijt verweerder dat hij zonder diagnose en indicatie een diagnostische flap heeft uitgevoerd. De klacht is afgewezen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:197 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.110

    staakt de behandeling van de klacht

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:203 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.427

    Klacht tegen huisarts. Klager is meermalen gezien door de huisarts en een collega in verband met verschillende klachten. Op enig moment heeft een (andere) collega van de huisarts op verzoek van klager een PSA-meting laten doen. Na onderzoek is gebleken dat sprake is van een vergevorderd prostaatcarcinoom met botmetastasen. Klager verwijt de huisarts 1) dat zij de langere tijd bestaande klachten (waaronder spierpijn en spierstijfheid) niet serieus heeft genomen terwijl dergelijke klachten indicaties zijn voor prostaatkanker, 2) dat zij heeft nagelaten in het kader van de vroeg opsporing een PSA-meting te laten doen, en 3) dat zij niet heeft samengewerkt met collega’s. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klachten van klager ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege sluit zich aan bij het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:151 Raad van Discipline Amsterdam 19-183/A/A

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:191 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.446

    Klaagster is na een zwangerschap volledig arbeidsongeschikt geraakt. De aangeklaagde psychiater, heeft op verzoek van het UWV een psychiatrische expertise uitgevoerd in het kader van de beoordeling van de arbeids(on-)geschiktheid van klaagster. Klaagster verwijt de psychiater dat hij: 1. aan klaagster een onredelijke termijn heeft gegeven ter uitoefening van het inzage- en correctierecht omtrent het over haar opgestelde concept psychiatrische expertiserapport; 2. zijn psychiatrische rapportage op onzorgvuldige en ondeskundige wijze heeft opgesteld, onder meer door hierbij ten onrechte geen medische informatie van de behandelend arts(en) van klaagster te betrekken. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht in beide onderdelen gegrond en legt de psychiater de maatregel van berisping op. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing uitsluitend wat betreft de opgelegde maatregel, verklaart beide klachtonderdelen gegrond, legt de psychiater de maatregel van waarschuwing op en gelast de publicatie.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:185 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2019.024

    Klacht tegen verpleegkundige. De klacht heeft betrekking op de aan de overleden moeder van klaagster verleende zorg. De verpleegkundige is directeur van een door haar en haar echtgenoot gedreven verzorgingstehuis. Het verzorgingstehuis bood inwoning en verzorging aan de moeder van klaagster, die onder meer leed aan de ziekte van Alzheimer. Klaagster verwijt de verpleegkundige onder meer dat zij haar moeder de juiste verzorging en aandacht heeft onthouden, dat zij ongevraagd de regie heeft overgenomen in de zorg en dat zij het initiatief heeft genomen behandeling met Haldol te starten. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat geen sprake is van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen in de zin van de eerste en tweede tuchtnorm en verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:198 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.197

    Klacht tegen een gz-psycholoog die werkzaam is in de TBS-kliniek waar klager verblijft. Klager verwijt haar onder meer dat zij hem in een onhygiënische cel heeft laten plaatsen, valsheid in geschrifte heeft gepleegd, de door hem kenbaar gemaakte klachten aan zijn voet heeft genegeerd en dat zij heeft aangestuurd op een door hem als ongewenst beschouwde medicatie. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:204 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.459

    Klager heeft een klacht ingediend tegen de bedrijfsarts bij wie hij na en ziekmelding bij zijn werkgever drie keer op spreekuurbezoek is geweest. De klacht van klager bestaat uit twaalf onderdelen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klachtonderdelen 7 en 9 – inhoudende dat de bedrijfsarts zijn oordeel over de arbeidsgerelateerdheid van de beperkingen van klager onvoldoende heeft gemotiveerd – gegrond verklaard en de bedrijfsarts ter zake daarvan de maatregel van waarschuwing opgelegd. Klager heeft beroep ingesteld tegen de ongegrondverklaring van een aantal klachtonderdelen door het Regionaal Tuchtcollege. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt dit beroep. De bedrijfsarts heeft incidenteel beroep ingesteld tegen de beslissing in eerste aanleg voor zover de klacht gegrond is verklaard. Dit beroep slaagt. Het Centraal Tuchtcollege verklaart de klachtonderdelen 7 en 9 alsnog ongegrond en daarmee komt de maatregel van waarschuwing te vervallen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2019:152 Raad van Discipline Amsterdam 19-177/A/A

    Ongegrond verzet