Zoekresultaten 12301-12310 van de 44301 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:60 Raad van Discipline Amsterdam 19-837/A/A

    Deels gegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Verweerster heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een oneigenlijk middel (het betekenen van een brief door de deurwaarder op de zakelijke adressen van klaagsters) in te zetten zonder redelijk doel en daarmee onevenredig nadeel aan klaagsters toe te brengen. Waarschuwing en kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:54 Raad van Discipline Amsterdam 20-068/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:61 Raad van Discipline Amsterdam 19-815/A/A

    Klacht over de eigen advocaat in alle onderdelen ongegrond. Het verwijt dat verweerster niet heeft gereageerd op het voorstel van de man en klaagster daardoor de kans is misgelopen de man uit te kopen voor € 100.000,- mist feitelijke grondslag. Verweerster heeft verder conform hetgeen zij met klaagster had afgesproken gehandeld.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:55 Raad van Discipline Amsterdam 20-076/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond, deels kennelijk van onvoldoende gewicht en deels kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TNORARL:2020:11 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/359350 KL RK 19-120

    Klacht over uitbetaling depot gegrond. De notaris had, ook al had zij voor het beschikbaar stellen van haar derdenrekening in dit geval toestemming van het BFT, alerter moeten omgaan met de opdracht van de scheepsmakelaar tot doorbetaling van het bedrag van € 6.000,00. De notaris had klager moeten horen op het verzoek om uitbetaling en klager daarbij dienen te verzoeken een schriftelijke bevestiging af te geven als bedoeld in de koopovereenkomst. Maatregel waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:56 Raad van Discipline Amsterdam 20-077/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij deels kennelijk ongegrond, deels kennelijk van onvoldoende gewicht en deels kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:57 Raad van Discipline Amsterdam 20-075/A/ZWB

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Het was evident dat klager in het peiljaar op basis van zijn inkomen en vermogen niet in aanmerking kwam voor een toevoeging. Nu niet is gebleken dat verweerder aanleiding had om klager te wijzen op de mogelijkheid om peiljaarverlegging aan te vragen, valt het verweerder niet tuchtrechtelijk te verwijten dat hij dat niet heeft gedaan.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:23 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-701/DB/OB

    Advocaat mocht er, toen door beide partijen uitvoering werd gegeven aan de tussen partijen bereikte overeenstemming, gelet op de inhoud van de e-mailberichten van de wederpartij en de door klaagster per e-mail gegeven instemming, vanuit gaan dat klaagster zich akkoord had verklaard met een regeling tegen finale kwijting. De ondertekening tegen finale kwijting door verweerster valt advocaat daarom tuchtrechtelijk niet aan te rekenen. Ook overigens is niet gebleken dat advocaat zonder overleg met en instemming van haar cliënte handelingen heeft verricht noch dat zij de belangen van klaagster onvoldoende heeft behartigd. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:24 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-383/DB/LI

    Alhoewel op de declaratie van de advocaat wel wat valt af te dingen, kan zonder nadere toelichting echter niet worden vastgesteld dat sprake is van dusdanig buitenproportioneel declareren dat de conclusie gerechtvaardigd is dat sprake is van excessief declareren. Advocaat valt tuchtrechtelijk wel aan te rekenen dat hij heeft nagelaten om tot financiële eindafrekening over te gaan. Advocaat meent het na zijn declaratie overgebleven restant van het door klager betaalde voorschot te kunnen verrekenen met wegens proceseconomische redenen niet aan klager in rekening gebrachte werkzaamheden. Advocaat miskent hiermee de zorgvuldigheid die van hem als behoorlijk handelend advocaat in financiële aangelegenheden mag worden verwacht. De handelwijze van verweerder is een schending van de in 6.2 weergegeven kernwaarde. Verweerder heeft daarbij niet alleen het vertrouwen in zijn beroepsuitoefening, maar ook die in de advocatuur in het algemeen, geschaad. Klacht (gedeeltelijk) gegrond, voorwaardelijke schorsing 14 dagen, proeftijd 2 jaar, verkorting termijn ex artikel 8a tot twee jaar.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:25 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-838 DB/ZWB

    Advocaat van de wederpartij in een hoog conflict echtscheidingsprocedure. Gelet op de fors verstoorde verstandhouding tussen partijen en de haaks op elkaar staande standpunten van partijen is het begrijpelijk dat een onderlinge regeling niet een reële mogelijkheid was. Niet is komen vast te staan dat de advocaat de belangen van klager nodeloos heeft geschaad. Het staat een advocaat vrij om in opdracht van zijn cliënt over te gaan tot executie van een onherroepelijk vonnis. Dat de voorzieningenrechter in kort geding oordeelde dat het beslag onrechtmatig was gelegd, betekent niet dat de advocaat daarvan een tuchtrechtelijk verwijt valt te maken. Klacht ongegrond.