Zoekresultaten 12231-12240 van de 44316 resultaten

  • ECLI:NL:TNORDHA:2020:8 Kamer voor het notariaat Den Haag 19-18 en 19-19

    Ingevolge de Wet op het notarisambt heeft klaagster een onderzoek ingesteld naar het handelen van de notarissen. Zij zijn notaris bij [M]. [M] is een vennootschap, waarin de praktijkvennootschappen van drie notarissen en vijftien advocaten deelnemen en samenwerken.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:67 Raad van Discipline Amsterdam 20-094/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. Het is inherent aan een gerechtelijke procedure dat de standpunten van de verschillende partijen uiteen lopen. Dit betekent echter niet dat verweerder feiten heeft geponeerd waarvan hij wist of redelijkerwijs had kunnen weten dat die onjuist waren.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:52 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/291

    Klaagster verwijt verweerster dat zij te laat heeft doorverwezen naar de kaakchirurg en heeft ten onrechte twee botstukken verwijderd. Ongegrond

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:66 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-396

    Verweerster is ernstig tekortgeschoten in haar zorg jegens haar cliënte in het familiegeschil. Na ontvangst van de beschikking van het gerechtshof heeft verweerster geen actie ondernomen om het gerechtshof te verzoeken om een duidelijke kennelijke rekenfout in de alimentatie te laten herstellen. Evenmin heeft verweerster op deskundige wijze meteen na ontvangst van de beschikking aan klaagster uitgelegd wat daarvan voor haar de gevolgen waren. Als gevolg hiervan is klaagster, door haar eigen uitleg van de beslissing, ernstig in de financiële problemen terecht gekomen. Ondanks haar toezegging dan om een gedegen cassatieadvies in te winnen, is verweerster ook op dat punt tekortgeschoten in haar zorg jegens klaagster en heeft de cassatietermijn laten verlopen. Verweerster heeft klaagster ernstig aan haar lot overgelaten, ook bij de schadeclaim van klaagster, terwijl juist een advocaat hulp moet bieden bij het oplossen van dergelijke problemen. Tijdens de zitting heeft verweerster bij de raad bovendien niet de indruk gewekt op de hoogte te zijn van alle juridische mogelijkheden in dit soort zaken, wat de raad zorgelijk vindt. De raad spreekt uit dat verweerster onzorgvuldig heeft gehandeld jegens klaagster ex artikel 48 lid 9 Advocatenwet. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:68 Raad van Discipline Amsterdam 20-095/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij kennelijk ongegrond. De door verweerder gekozen bewoordingen in zijn e-mail aan klager zijn niet onnodig grievend. Ook is niet gebleken dat er onjuiste feiten in staan. Dat verweerder is vergeten om de bijlagen bij zijn e-mail te voegen is, los van de vraag of dit opzettelijk is gebeurd, niet iets wat hem tuchtrechtelijk kan worden verweten.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:62 Raad van Discipline Amsterdam 19-707/A/A

    Raadsbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in een echtscheidingsprocedure. Het dreigen met informeren van de werkgever van klager is tuchtrechtelijk verwijtbaar. Het onjuist informeren van de rechtbank over niet bestaande rapporten van deskundigen is klachtwaardig. Schending kernwaarde integriteit. Klacht gedeeltelijk gegrond. Berisping en proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:53 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2020/017

    Klager heeft een klacht ingediend tegen de voorzitter van de klachtencommissie van een beroepsvereniging (aangeklaagde). Klager stelt dat aangeklaagde geen correcte, deugdelijke en volledige klachtenprocedure heeft gevoerd, waarbij klager informatie is onthouden en door hem ingebrachte informatie is achtergehouden. Klager stelt dat de klachtbehandeling een totale amateuristische bestuurlijke chaos is en betwist de naar eigen zeggen ondeskundige en onwaarachtige uitspraak van de klachtencommissie, die door aangeklaagde als voorzitter is ondertekend. Omdat een verweer van de zijde van aangeklaagde niet tot een ander oordeel kan leiden, heeft de voorzitter geen aanleiding gezien om de voorzitter om een reactie op de klacht te vragen. De klacht is kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:67 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-709

    Klager heeft verweerder verzocht om de eerder vastgestelde kinderalimentatie te herberekenen. Vast staat dat verweerder kort daarna onvoldoende heeft gecommuniceerd met de advocaat van de wederpartij van klager over zijn gewijzigde kantooradres en kennelijk ook niet heeft gezorgd voor doorzending door zijn voormalige kantoor van aan hem gerichte correspondentie naar zijn huidige kantoor. Naar het oordeel van de raad heeft het handelen van verweerder voorts niet voldaan aan de van hem te verwachten kwaliteitseisen omdat hij klager ondeskundig, op basis van zijn onjuiste berekening, heeft geadviseerd geen wijzigingsverzoek van kinderalimentatie in te dienen. Of sprake is van een gemaakte beroepsfout door verweerder is een civiel geschil. Als onbetwist staat wel vast dat verweerder herhaaldelijk heeft toegezegd aan klager om met een passend voorstel te komen om de door klager beweerdelijk geleden schade te compenseren, maar dat hij maanden later nog steeds geen voorstel aan klager niet heeft gedaan. Verweerder lijkt weg te lopen voor zijn verantwoordelijkheid als advocaat. Hij heeft noch bij de deken noch bij de raad een toelichting gegeven over de redenen van zijn mogelijk tuchtrechtelijk verwijtbare handelen. Dit is voor de raad een zorgelijke ontwikkeling. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2020:69 Raad van Discipline Amsterdam 20-096/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat niet-ontvankelijk vanwege tijdsverloop.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2020:10 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/32 en 33

    Klaagster verwijt de twee notarissen dat zij “op zichzelf dan wel gezamenlijk” partijdig en onzorgvuldig hebben gehandeld bij het opstellen van de (concept-)akte(s) van verdeling met betrekking tot de woning van haar en haar ex-partner. De klacht valt uiteen in verschillende onderdelen. Klaagster verwijt de notarissen onder meer dat hun kantoor de door de ex-partner gegeven opdracht tot het opstellen van de concept-akte van verdeling heeft aangenomen, terwijl in de door klaagster en de ex-partner getekende en bij de medewerker van de notarissen bekend zijnde vaststellingsovereenkomst de afspraak is neergelegd dat klaagster de notaris mocht aanwijzen die de akte van verdeling zou passeren. De kamer is van oordeel dat de medewerker bekend, dan wel redelijkerwijs bekend had kunnen en moeten zijn, met deze afspraak. Het had daarom op de weg van de medewerker gelegen om bij klaagster te verifiëren of zij akkoord ging met opdrachtverlening aan het notariskantoor. Door dit niet te doen, heeft de medewerker niet op de juiste wijze gehandeld. Zijn handelwijze wordt aan de notarissen toegerekend. Dit klachtonderdeel wordt daarom jegens beide notarissen gegrond verklaard. Verder verwijt klaagster de notarissen dat zij niet is geïnformeerd over de aanvang van de werkzaamheden, dat zij niet is geraadpleegd over de inhoud van de door de medewerker opgestelde concept-akte van verdeling en de medewerker haar de eerste concept-akte niet heeft toegezonden. De kamer is van oordeel dat de handelwijze van de medewerker met betrekking tot de aanvang van de werkzaamheden en de eerste concept-akte niet correct is geweest. Hij had naast de ex-partner ook klaagster, die mede-eigenaar was van de te verdelen woning, moeten informeren over de aanvang van de werkzaamheden. De medewerker had de eerste concept-akte bovendien niet alleen aan de ex-partner, maar gelijktijdig ook aan klaagster moeten toesturen. De handelwijze van de medewerker wordt aan de notarissen toegerekend. Ook dit klachtonderdeel wordt jegens beide notarissen gegrond verklaard. Klaagster verwijt notaris 2 dat de medewerker de eerste concept-akte aan de ING Bank heeft verzonden, terwijl deze concept-akte niet naar klaagster is gezonden en haar ook geen toestemming is gevraagd om deze concept-akte aan de bank te sturen. De kamer is van oordeel dat de medewerker niet op de juiste wijze heeft gehandeld en dit wordt aan notaris 2 toegerekend. Het klachtonderdeel zal in zoverre jegens notaris 2 gegrond worden verklaard. De klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard. Aan beide notarissen wordt de maatregel van waarschuwing opgelegd.