Zoekresultaten 12021-12030 van de 44416 resultaten
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:12 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/50
- Datum publicatie: 05-06-2020
- Datum uitspraak: 20-04-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:12
Samengevat verwijten klagers de notaris dat hij onjuist en klachtwaardig heeft gehandeld door aan hen geen afschrift of uittreksel te verstrekken van het dossier met betrekking tot de notariële volmacht van erflaatster, meer specifiek door aan hen geen afschrift of uittreksel te verstrekken van de aantekeningen van de bespreking tussen de oud-notaris, erflaatster en [klager 6] in april 2011. De notaris heeft volgens klagers gehandeld in strijd met zijn zorgplicht ten opzichte van de gezamenlijke erfgenamen van erflaatster en daarmee een voedingsbodem gegeven voor een geschil tussen de erfgenamen. De notaris heeft met een beroep op de notariële geheimhoudingsplicht geweigerd inzage te geven in het betreffende dossier en de van dat dossier deel uitmakende gespreksaantekeningen. De kamer volgt de notaris in zijn verweer. De kamer heeft geen aanleiding om te veronderstellen dat de notaris - die het protocol van de oud-notaris heeft overgenomen en ook met betrekking tot hetgeen vóór zijn ambtsperiode werd toevertrouwd en aan de bij zijn protocol behorende archieven werd toegevoegd een geheimhoudingsplicht heeft - zich in de gegeven omstandigheden ten onrechte op zijn geheimhoudingsplicht jegens klagers beroept. Bij dit oordeel weegt mee dat het ambtsgeheim niet beperkt is tot datgene wat zijn weerslag in een akte vindt. Ook hetgeen aan de oud-notaris schriftelijk of mondeling door erflaatster en/of [klager 6] is meegedeeld, valt in beginsel onder de geheimhouding, evenals de door de oud-notaris zelfgemaakte aantekeningen van gedachtewisselingen met erflaatster en [klager 6]. Nader onderzoek in het kader van deze klachtprocedure acht de kamer daarom niet noodzakelijk. De klacht wordt niet-ontvankelijk verklaard voor zover deze ziet op het verzoek om het overleggen van stukken en de klacht wordt voor het overige ongegrond verklaard.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:13 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/46
- Datum publicatie: 05-06-2020
- Datum uitspraak: 20-04-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:13
De klacht van het BFT bestaat uit de volgende onderdelen. I. Onzorgvuldig handelen bij het passeren van het testament, het levenstestament en de algehele volmacht van moeder. De onzorgvuldigheid zit hem volgens het BFT in: A. onvoldoende onderzoek naar de wilsbekwaamheid van moeder; B. onvoldoende onderzoek naar de onafhankelijke wilsvorming van moeder; C. schending van de informatieplicht; D. onzorgvuldig handelen. II. Onzorgvuldig handelen bij de afwikkeling van verschillende boedeldossiers. De onzorgvuldigheid zit hem volgens het BFT in: A. onvoldoende communicatie/voortvarendheid/zorgvuldigheid; B. schending van de informatieplicht/belehrung; C. onzorgvuldige dossiervoering. De kamer verklaart alle klachtonderdelen gegrond. Naar het oordeel van de kamer zijn de feiten waarvan de notaris in de klachtonderdelen I A tot en met I D een tuchtrechtelijk verwijt kan worden gemaakt zo ernstig dat een schorsing in de uitoefening van het ambt passend is. Het feit dat de door het BFT ingediende klachtonderdelen II A tot en met II C - die volgens het BFT met name illustratief zijn - gegrond worden verklaard, sterkt de kamer in het oordeel over de op te leggen maatregel. De kamer legt een schorsing voor de duur van twee weken op.
-
ECLI:NL:TNORSHE:2020:14 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2019/47, 48 en 49
- Datum publicatie: 05-06-2020
- Datum uitspraak: 20-04-2020
- ECLI:NL:TNORSHE:2020:14
Klagers verwijten de oud-notaris en twee notarissen dat zij ten aanzien van een ontwikkelingsproject onzorgvuldig hebben gehandeld. De verwijten houden in de kern het volgende in. ten aanzien van de oud-notaris en [mr. A] In de individuele akten van levering staan onduidelijkheden casu quo onjuistheden. Dit leidt tot discussie tussen de eigenaren over wat ze nu eigenlijk hebben gekocht en dus tot rechtsonzekerheid. Bij het opstellen van opeenvolgende akten van levering is de verdeling van de 86 aandelen in de mandeligheid niet bewaakt - als gevolg waarvan uiteindelijk niet alle 86 aandelen in de eigendom van de mandeligheid zijn verdeeld - en is geen rekening gehouden met de forse functiewijziging (van kantoor naar horeca) van één van de bedrijven aan de mandelige weg. ten aanzien van [mr. B] In de periode van mei 2018 tot het indienen van de klacht is [mr. B] tekortgeschoten in zijn zorgplicht en heeft hij nagelaten om adequaat te handelen en een oplossing te bereiken voor de problemen met betrekking tot de mandeligheid. De kamer verklaart van de klacht alleen klachtonderdeel 1 jegens de oud-notaris gegrond. Vaststaat namelijk dat in de na de akten van (hoofd-/onder)splitsing door de oud-notaris gepasseerde akten van levering - waarbij de afzonderlijke 18 woonappartementen en de afzonderlijke 54 parkeerplaatsen in de parkeerkelder zijn (door)geleverd aan de betreffende kopers - de betreffende aandelen in de mandeligheid niet altijd juist staan vermeld. Dat op grond van de akte van hoofdsplitsing aan elk woonappartement en aan elke parkeerplaats in de parkeerkelder een aandeel in de mandelige weg met parkeerplaatsen is gekoppeld van 1/86e gedeelte, komt niet in iedere akte van levering tot uitdrukking. Hierdoor bestaat tussen klagers en de overige eigenaren van de mandelige weg en parkeerplaatsen onduidelijkheid over de omvang van hun aandeel in de mandeligheid. De kamer is van oordeel dat deze fouten de oud-notaris kunnen worden aangerekend. De door de oud-notaris erkende fouten in de omschrijving van de aandelen in de mandeligheid vinden hun oorsprong namelijk in de door hem zelf op 29 maart 2005 gepasseerde akte van hoofdsplitsing. De redactie van de in deze akte opgenomen bepaling met betrekking tot de aandelen in de mandelige weg en parkeerplaatsen blinkt niet uit in duidelijkheid. Hierbij speelt ook een rol dat voor de eigendom van de woningen en bedrijfsruimten de afzonderlijke aandelen in de mandeligheid niet nader zijn bepaald. Dat de akte van hoofdsplitsing op dit punt duidelijker had gemoeten, wordt bevestigd door het feit dat de oud-notaris genoemde fouten heeft gemaakt bij de uitponding van de appartementsrechten. Het gegrond verklaarde verwijt acht de kamer niet zodanig ernstig dat de oud-notaris daarvoor een tuchtrechtelijke maatregel moet worden opgelegd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:120 Raad van Discipline Amsterdam 19-813/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:120
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:121 Raad van Discipline Amsterdam 19-850/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:121
Ongegrond verzet.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:122 Raad van Discipline Amsterdam 20-265/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:122
Voorzittersbeslissing. Klacht over de eigen advocaat kennelijk ongegrond. Dat verweerder heeft toegezegd het gehele door klager betaalde bedrag voor een oriënterend gesprek aan klager terug te betalen heeft klager tegenover de betwisting daarvan door verweerder niet onderbouwd.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:116 Raad van Discipline Amsterdam 20-098/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:116
Ongegronde klacht over de advocaat van de wederpartij. Door het verzoek om verlenging spreektijd vijftien minuten na het versturen daarvan aan het hof aan de advocaat van klager te sturen heeft verweerder voldaan aan het bepaalde in Gedragsregel 21 lid 1. De onjuistheid in de pleitnota van verweerder is voorts onvoldoende zwaarwegend om hem daarvan een tuchtrechtelijk verwijt te maken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:123 Raad van Discipline Amsterdam 20-267/A/NH
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:123
Voorzittersbeslissing. Klacht over de advocaat van de wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:117 Raad van Discipline Amsterdam 19-846/A/A
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:117
Klacht over de advocaat van de wederpartij deels niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een rechtstreeks belang dan wel tijdsverloop en deels ongegrond. Geen strijd met Gedragsregel 3 lid 6. De feitelijke onjuistheden die klager noemt zien op het inhoudelijke geschil en zijn aan de civiele rechter om te beoordelen. Nu klager geen client van verweerder was rustte op verweerder niet de verplichting de tekst van de overeenkomst en de borgstelling met de mogelijke gevolgen daarvan te bespreken.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2020:124 Raad van Discipline Amsterdam 20-269/A/NH
- Datum publicatie: 04-06-2020
- Datum uitspraak: 25-05-2020
- ECLI:NL:TADRAMS:2020:124
Voorzittersbeslissing. Klacht over belastering door de advocaat van de wederpartij deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 1202
- Pagina: 1203
- Pagina: 1204
- ...
- Pagina: 4442
- Volgende pagina zoekresultaten