Zoekresultaten 20891-20900 van de 44301 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:77 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-903/DB/LI

    Verweerder treedt op als advocaat van de vader van een minderjarige dochter. Verweerder heeft met de minderjarige dochter een gesprek voorafgaand aan het indienen van een verzoekschrift tot wijziging van de omgangsregeling. Voor dit gesprek had verweerder geen toestemming van de moeder. Verweerder handelt daardoor tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:71 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-727/DB/OB

    Klacht over beroepsfouten niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de termijn ex artikel 46g lid 1 sub a Advocatenwet. Voor zover klager in algemene zin beoogt te klagen over het advocatenkantoor “H Advocaten” als geheel is klacht niet-ontvankelijk omdat het tuchtrecht voor advocaten uitgaat van klachten over het handelen van een individuele advocaat. Klacht over verpanding niet-ontvankelijk wegens ontbreken eigen belang van klager. Klacht in alle onderdelen niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:81 Raad van Discipline Amsterdam 17-139/A/A

    Voorzittersbeslissing. Niet gebleken dat verweerder de belangen van klager nodeloos blijft schaden. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:72 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-216/DB/ZWB

    Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door vaderschapstest in geding te brengen. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:73 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-725/DB/OB

    Verweerder, niet inhoudelijk betrokken geweest bij zaak, maar bij financiële afhandeling van klagers verplichtingen jegens verweerders kantoor. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door maatregelen te nemen ter incasso van klagers vordering, noch door bedrag op derdengeldrekening van kantoor te laten storten, noch door af te spreken dat deel van aan klager toekomende schadevergoeding zou worden verpand aan verweerders kantoor. Klacht over schending rechten van pandhouder niet-ontvankelijk wegens ontbreken eigen belang klager. Klacht deels ongegrond, deels niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TNORSHE:2017:11 Kamer voor het notariaat 's-Hertogenbosch SHE/2016/123 SHE/2016/124

    Verzoek tot wraking van twee notarisleden, die in dezelfde gemeente gevestigd zijn als de kandidaat-notaris die om ontheffing van maximale waarnemingstermijn heeft gevraagd ex art. 29, lid 4, Wna. Wettelijk kader van dergelijk verzoek. Hoewel de wrakingskamer geen aanleiding heeft om te twijfelen aan de persoonlijke instelling van de twee notarisleden en aangenomen wordt dat zij, zoals zij hebben gesteld, als ondernemer (voor een belangrijk deel) een ander marktsegment bedienen dan de kandidaat-notaris, gaat de wrakingskamer er vanuit dat beide kantoren zich richten op cliënten uit dezelfde gemeente en regio. De kandidaat-notaris heeft onweersproken gesteld dat zijn kantoor een grote speler is op de aanbodmarkt voor notariële diensten in de betreffende regio, zodat geenszins kan worden uitgesloten dat de kandidaat-notaris en de notarisleden in “dezelfde vijver vissen”. De wrakingskamer acht de door de kandidaat-notaris geuite vrees dat de eigen (commerciële) belangen van de notarisleden enige rol zouden kunnen spelen bij de beoordeling van zijn ontheffingsverzoek dan ook objectief gerechtvaardigd, waarbij mede in aanmerking wordt genomen dat hij onweersproken heeft gesteld dat de notarisleden eerder een afwijzende beslissing hebben gegeven naar aanleiding zijn vorige soortgelijke verzoek. Nu iedere schijn van partijdigheid of vooringenomenheid dient te worden vermeden, worden de verzoeken tot wraking toegewezen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:55 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160275

    Het onderzoek in hoger beroep - waarbij wordt opgemerkt dat geen beroep is ingesteld tegen de niet-ontvankelijkverklaring van klaagster sub 2 - heeft niet geleid tot andere beschouwingen en gevolgtrekkingen dan die zijn vervat in de beslissing van de raad, waarmee het hof zich verenigt. De grieven van klager sub 1 en klaagster sub 3 tegen de beslissing van de raad worden verworpen. Volgt bekrachtiging van de beslissing van de raad.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2017:3 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2016/29

    Dierenarts wordt verweten veterinair onjuist te hebben gehandeld met betrekking tot een operatie van een hond ter zake van een voorste kruisband laesie. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:115 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.336

    Klaagster is de dochter van de inmiddels overleden patiënte. Patiënte leed aan onder meer aan baarmoederkanker. Patiënte kreeg thuis last van anusbloedingen en is per ambulance naar een ziekenhuis gebracht. Vervolgens is zij in overleg overgeplaatst naar een academisch ziekenhuis. Klaagster verwijt de aangeklaagde gynaecoloog, dat patiënte onnodig naar het academisch ziekenhuis is vervoerd en haar daar medisch onderzoek is onthouden, wat tot haar dood heeft geleid. Klaagster stelt dat de gynaecoloog patiënte heeft laten doodbloeden. Al met al beschuldigt klaagster de gynaecoloog van dood door schuld. Daarnaast beklaagt klaagster zich over de wijze waarop de nagesprekken hebben plaatsgevonden. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:56 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160320

    Art. 13-beklag De stukken zoals ter kennis zijn gebracht aan het hof leiden niet tot andere gevolgtrekkingen dan die in de bestreden beslissing van de deken zijn weergegeven. De deken heeft het verzoek van de klager naar het oordeel van het hof op juiste gronden afgewezen, nu klager - ook in de procedure bij het hof - in het geheel geen informatie heeft overgelegd waaruit een onrechtmatig handelen door (een medewerkster van) de Raad voor de Kinderbescherming kan worden afgeleid en zodoende de procedure die klager zou willen voeren als nagenoeg, zo niet volstrekt, kansloos dient te worden ingeschat. Volgens vaste rechtspraak van het hof is in dat geval sprake van een gegronde reden het verzoek af te wijzen ex artikel 13 lid 2 Advocatenwet. Volgt ongegrondverklaring van het beklag.