Zoekresultaten 20891-20900 van de 44805 resultaten

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:62 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 871.2016

    Verzet ongegrond. Geen nieuwe feiten of omstandigheden gebleken.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:179 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.501

    Klacht tegen huisarts (hierna: “de arts”). Klaagster was tot 16 december 2015 patiënt bij de huisartsenpraktijk van de arts. Klaagster is eerst alleen en daarna samen met een vriendin op consult geweest bij de arts. De arts heeft klaagster naar aanleiding van het tweede consult doorverwezen naar de crisisdienst voor een beoordeling, waar klaagster diezelfde dag is langsgegaan. Klaagster verwijt de arts dat zij: 1) klaagster ten onrechte heeft doorverwezen naar de crisisdienst; 2) in het medisch dossier van klaagster ernstige onwaarheden vermeldt; 3) gegevens aan derden verstrekt zonder dat klaagster dit weet en zonder toestemming van klaagster. RTG Den Haag heeft de klacht afgewezen. Het CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:180 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.457

    Klacht tegen neuroloog. Klager is in 2009 en 2010 bij verkeersongevallen betrokken geweest. Klager stelt als gevolg daarvan lichamelijke en psychische klachten te hebben opgelopen. In het kader van een wettelijke aansprakelijkheidsprocedure heeft de rechtbank (onder meer) verweerder (neuroloog) tot deskundige benoemd. Verweerder heeft een neurologisch rapport opgesteld en dit op 23 september 2015 met zijn declaratie aan de rechtbank toegezonden. De kosten van het onderzoek zijn voor rekening van de verzekeraar gekomen. Klager verwijt verweerder dat deze in zijn rapportage van 23 september 2015 ten onrechte tot de conclusie komt dat hij geen blijvende neurologische verschijnselen als gevolg van het ongeval kan vaststellen. Voorts trekt klager de onafhankelijkheid van verweerder in twijfel, gelet op de hoogte van de factuur die hij heeft verzonden voor het opstellen van de rapportage. RTG Eindhoven wijst de klacht af als kennelijk ongegrond. Het CTG verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:137 Raad van Discipline Amsterdam 17-324/A/NH

    Verweerder heeft bij het aanhangig maken en voortzetten van de gerechtelijke procedure jegens klager en ook overigens de grenzen van de aan hem, in zijn hoedanigheid van advocaat van de wederpartij, toekomende vrijheid niet overschreden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:175 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.267

    Klacht tegen een arts in opleiding. Klaagster verwijt de arts dat zij a) heeft verzuimd objectief naar klaagster te kijken ten over klaagster heeft gelogen tegen de rechter b) klaagster heeft geïntimideerd met dwangmedicatie en haar geestesziekten heeft aangepraat c) heeft geweten van de mishandelingen jegens klaagster en gewoon mee heeft gedaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de arts met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg kan worden gemaakt. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:182 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.268

    Klacht tegen een klinisch psycholoog. Klaagster verwijt de psycholoog dat hij a) bevooroordeeld was en een verkeerde diagnose heeft gesteld b) onvoldoende informatie heeft verstrekt over de behandeling, de gevolgen daarvan en eventuele alternatieven c) heeft gelogen over de status van het gesprek, dit ten onrechte een intakegesprek heeft geregistreerd en het gesprek heeft gebagatelliseerd d)willens en wetens heeft meegewerkt aan verschillende mishandelingen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de psycholoog met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg kan worden gemaakt. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:176 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.265

    Klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat zij a) bevooroordeeld was en een verkeerde diagnose heeft gesteld b) onvoldoende informatie heeft verstrekt over de behandeling, de gevolgen daarvan en eventuele alternatieven c) heeft gelogen over de status van het gesprek, dit ten onrechte een intakegesprek heeft geregistreerd en het gesprek heeft gebagatelliseerd d) willens en wetens heeft meegewerkt aan verschillende mishandelingen e) klaagster heeft gestalkt met telefoontjes en twee maal ongewenst naar het huis van klaagster is gegaan. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de psychiater met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg kan worden gemaakt. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:177 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2016.266

    Klacht tegen een psychiater. Klaagster verwijt de psychiater dat zij a) bevooroordeeld was en een verkeerde diagnose heeft gesteld b) onvoldoende informatie heeft verstrekt over de behandeling, de gevolgen daarvan en eventuele alternatieven c) verkeerde medicijnen heeft voorgeschreven of verstrekt d) ten onrechte heeft doorverwezen naar een andere beroepsbeoefenaar e) willens en wetens heeft meegewerkt aan verschillende mishandelingen en klaagster heeft bang gemaakt en geïntimideerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de psychiater met betrekking tot de klacht geen verwijt als bedoeld in artikel 47 lid 1 van de Wet op de beroepen in de individuele gezondheidszorg kan worden gemaakt. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:101 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-936/DH/RO

    Verzet te laat ingediend; niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:178 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2017.003

    Klacht tegen huisarts (hierna: “de arts”). Klager is in de periode april 2013 tot oktober 2014 patiënt geweest in de praktijk van de arts Nadat klager zich in verband met verhuizing had ingeschreven bij een nieuwe huisarts heeft de arts het analoge en digitale dossier aan de nieuwe huisarts toegezonden. Sindsdien heeft klager de arts twee keer verzocht het dossier aan te passen, welke aanpassingen de arts heeft doorgevoerd. Bij het derde verzoek om aanpassing heeft klager aangegeven dat als de arts de aanpassing niet in het dossier zou doorvoeren hij een klacht tegen de arts zou indienen. De arts heeft opgemerkt dat als een bedreiging te beschouwen en heeft dit weergegeven in het huisartsenjournaal waarover hij nog beschikte. Hierna heeft klager een klacht ingediend bij het tuchtcollege. Klager verwijt de arts dat hij niet is ingegaan op het verzoek van klager om de vermelding in het medische dossier van klager d.d. 25 januari 2016 (kennelijk zijn bedoeld de woorden ‘bedreiging’ in de weergave van het gesprek van 30 december 2015, gelet op de weergave in het medisch dossier – laatste bijlage bij het klaagschrift) te verwijderen en van het dossier weer een kopie naar zijn nieuw huisarts te sturen. Het RTG Den Haag: heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het CTG verwerpt het beroep.