Zoekresultaten 20871-20880 van de 45124 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:47 Accountantskamer Zwolle 16/1207 Wtra AK

    Klacht over stellingen die betrokkene die ook advocaat is, als advocaat in een procedure namens haar cliënt naar voren heeft gebracht. Die stellingen missen volgens klager feitelijke grondslag. Van andere stellingen had betrokkene de feitelijke juistheid moeten onderzoeken, alvorens ze in te nemen. De klacht is binnen de termijn van drie jaar ingediend. Dat betrokkene dezelfde stellingen eerder heeft ingenomen op tijdstippen die meer dan drie jaar voor het indienen van de klacht zijn gelegen, maakt dit niet anders. Een ander oordeel zou tot gevolg hebben dat een accountant tuchtrechtelijk verwijtbare uitlatingen en stellingen kan herhalen zonder daarop tuchtrechtelijk aangesproken te kunnen worden, omdat hij diezelfde uitlatingen eerder ook heeft gedaan. Beroepsmatig handelen in de zin van artikel 42 Wab omvat mede het handelen van een accountant in zijn hoedanigheid van advocaat. De omstandigheid dat het handelen van een accountant in zijn hoedanigheid van advocaat (mogelijk) ook is onderworpen aan het tuchtrecht voor advocaten is geen reden om die accountant niet ook onderworpen te achten aan het tuchtrecht voor accountants. Gezien de bijzondere positie van de advocaat in zijn rol als behartiger van uitsluitend de belangen van zijn cliënt, zoekt de Accountantskamer aansluiting bij haar jurisprudentie inzake het door een accountant in zijn eigen zakelijke betrekkingen innemen van civielrechtelijke standpunten. Dat betekent dat slechts onder bijzondere omstandigheden door de Accountantskamer geoordeeld zal kunnen worden dat er in het kader van de naleving van de fundamentele beginselen van integriteit, objectiviteit, professionaliteit en vakbekwaamheid en zorgvuldigheid plaats is voor een gegrond tuchtrechtelijk verwijt. Van dergelijke bijzondere omstandigheden is onder meer sprake indien geoordeeld zou moeten worden dat een door een advocaat/accountant ingenomen stelling bewust onjuist of misleidend, en dus te kwader trouw, blijkt te zijn of naar zijn aard bezien door een objectieve, redelijke en goed geïnformeerde derde die over alle relevante informatie beschikt, zal worden opgevat als het accountantsberoep in diskrediet brengend. In deze zaak is niet gebleken van dergelijke bijzondere omstandigheden.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:119 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-805

    Verzet ongegrond tegen handelen van de advocaat van de wederpartij in echtscheidingszaak, want geen schending van artt. 6 en 8 EVRM.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:81 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1763

    Tandarts. Klacht: zonder schriftelijke toestemming meer medische informatie aan medisch adviseur klager gegeven dan waar hij om had verzocht (1); klager in slecht daglicht gebracht bij andere tandartsen (2); verweerder heeft klager weg naar tuchtcollege willen afsnijden door dreigen kosten tuchtprocedure in rekening te brengen. College: verweerder heeft beroepsgeheim geschonden door aan een derde, zonder toestemming, meer informatie te verstrekken dan waartoe machtiging reikte (gegrond). Overige ongegrond: niet handelen verweerder/feiten staan niet vast. Gedeeltelijk gegrond: waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:120 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-854

    Verzet ongegrond. Klaagster is kennelijk niet-ontvankelijk in haar klacht jegens verweerster wegens ontbreken van een eigen persoonlijk belang bij de klacht. Beroep op artikel 21 Rv gaat niet op.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:114 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-346 17-347

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen verweerster als advocaat wederpartij niet ontvankelijk (ne bis in idem). Van een nieuw feit op basis van het proces-verbaal uit de eerdere klachtbehandeling is niet gebleken. Klacht tegen verweerder (gemachtigde van verweerster bij de eerdere klachtbehandeling) is kennelijk ongegrond wegens het ontbreken van een feitelijke grondslag.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:82 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1780

    Tandarts. Klacht: verweerder wil behandeling (implantaten), zonder reden, niet uitvoeren. Contractbreuk. College: wel behandelingsovereenkomst WGBO. Geldigheid begroting verlopen en klager heeft niet voldaan aan voorwaarden behandeling, te weten saneren. Niet verwijtbaar dat verweerder begrote behandeling niet is gestart. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:121 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1099

    Het niet verschijnen van klager ter zitting leidt in deze niet tot niet-ontvankelijkheid. Het betreft het handelen van verweerder die niet de advocaat van klager is, maar van een ander bij wiens (straf)zaak klager als derde betrokken is. Maatstaf. De raad is van oordeel dat niet gebleken is dat verweerder de grenzen van de hem toekomende vrijheid jegens klager, die een getuige was in het strafproces tegen zijn cliënt, heeft overschreden. Verweerder mocht op de strafzitting de persoon van klager, met zijn volledige naam, noemen en om diens verhoor als getuige verzoeken. Verweerder heeft voldoende aangetoond dat hij de gewraakte uitlatingen tijdens de zitting heeft gebaseerd op de door zijn cliënt verstrekte informatie maar ook op diverse (door hem omschreven) aanwijzingen van derden. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:160 Raad van Discipline Amsterdam 17-425/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat niet-ontvankelijk vanwege termijnoverschrijding. Geen aanleiding om termijnoverschrijding verschoonbaar te achten.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:45 Accountantskamer Zwolle 16/1699, 16/1700 en 16/1701 Wtra AK

    Werkzaamheden bestaande in het deelnemen aan besprekingen over de (voorgenomen) koop van aandelen en het verstrekken van informatie aan een financier moeten worden beschouwd als het verrichten van transactiegerelatieerde adviesdiensten. Klacht over het niet schriftelijk bevestigen van de opdracht daartoe gegrond verklaard. In de brief aan de financier is vermeld dat de verrichte werkzaamheden met betrekking tot de projectadministratie “diepgaander zijn geweest dan gebruikelijk is bij een jaarrekeningcontrole”, dat geen onzekerheden bekend zijn die nog tot mogelijke verliezen kunnen leiden, en dat dit standpunt is gebaseerd op de verrichte werkzaamheden ten behoeve van de jaarrekeningcontrole in overeenstemming met de NVCOS. Die formuleringen wekken niet de verwachting dat bij de jaarrekening een verklaring van oordeelonthouding zal worden afgegeven vanwege het ontbreken van een deugdelijke projectadministratie. Ook met die brief hebben de accountants gehandeld in strijd met de van hen te verlangen deskundigheid en zorgvuldigheid. Berisping/waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:161 Raad van Discipline Amsterdam 17-426/A/NH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Verweerder is niet tekortgeschoten in zijn dienstverlening aan klager. Klacht in alle onderdelen kennelijk ongegrond.