Zoekresultaten 20141-20150 van de 45150 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:234 Raad van Discipline Amsterdam 17-709/A/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. Het valt verweerder niet tuchtrechtelijk te verwijten dat hij geen contact heeft opgenomen met het waarborgfonds. Geen sprake van excessief declareren.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:75 Accountantskamer Zwolle 17/1052 Wtra AK

    Deelklachten niet-ontvankelijk omdat deze tegelijk bij een eerdere klacht hadden moeten worden ingediend. Deelklachten voorts niet-ontvankelijk want te laat ingediend. Deelklacht ongegrond, omdat niet betrokkene doch een andere accountant de gewraakte handeling heeft verricht. Een intrekkingsbrief aan zijn cliënt, die in afschrift is gezonden aan de civiele tegenpartij van de cliënt, is een adequate waarborg om te voorkomen dat de beslissende rechter ten onrechte waarde hecht aan de in een eerdere brief van de accountant door hem ingenomen standpunten. Bij de tuchtrechter kan niet geklaagd worden over het nalaten van betaling van schadevergoeding, indien daar al een civielrechtelijke grondslag voor zou zijn. De Accountantskamer kan voorts zelf geen schadevergoeding opleggen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:235 Raad van Discipline Amsterdam 17-619/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. Van enigerlei tekortschieten van verweerster is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:220 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-737/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Door het intrekken van hun klacht hebben klagers hun recht om opnieuw over hetzelfde feitencomplex te klagen, prijsgegeven. Een intrekking van een klacht betreft immers een definitieve rechtshandeling waarop niet meer kan worden teruggekomen. Dat klagers klaarblijkelijk spijt hebben gekregen van de intrekking van de klacht maakt dit niet anders. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:119 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1794

    De bedrijfsarts wordt verweten dat hij bij zijn oordeel over passende werkzaamheden is uitgegaan van onjuiste informatie en dat hij geen deugdelijke probleemanalyse heeft opgesteld. Niet gebleken dat hij zorgvuldig onderzoek heeft verricht. Geen deugdelijke anamnese. Te beperkte taakopvatting gehanteerd en te snel conclusies getrokken: hij had klaagsters psychische klachten beter moeten uitvragen en aan de hand daarvan òfwel enkel klaagsters beperkingen moeten formuleren òfwel – als hij de concrete vraag van de werkgever wilde beantwoorden – zich een duidelijker beeld moeten vormen van de functieomschrijving van de beoogde nieuwe functie voor klaagster. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:216 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-640/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Het ne bis in idem-beginsel verzet zich ertegen dat, nadat een klacht over een bepaald feitencomplex is beoordeeld en daarop is beslist, de klager zich later opnieuw en met een andere klacht naar aanleiding van dat feitencomplex over de advocaat beklaagt. De ten opzichte van de eerste klacht thans ‘nieuw’ aangevoerde stellingen en argumenten vallen naar het oordeel van de voorzitter - in de kern bezien - onder hetzelfde feitencomplex als waarop de eerste klacht betrekking had. Nieuwe feiten zijn gesteld noch gebleken. Voor zover klaagster in de eerste klachtprocedure niet alle klachten ten aanzien van verweerders bijstand in genoemd geschil naar voren heeft gebracht, komt dat voor haar rekening. Nieuwe klachten die daarop betrekking hebben worden alleen in behandeling genomen als het onmogelijk was deze in de eerdere procedure al mee te nemen. Daarvan is niet gebleken. Klacht in zoverre kennelijk niet-ontvankelijk. Klacht voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:172 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-698

    Voorzittersbeslissing over klacht tegen toenmalige deken. Verweerder heeft op grond van de voor hem geldende regelingen, zowel in de Advocatenwet als in de leidraad dekenale klachtbehandeling, op zorgvuldige en doelmatige wijze gehandeld en klager ruim voldoende in de gelegenheid gesteld om zijn klachten toe te lichten en aan te vullen. Verweerder heeft binnen de hem toekomende grote vrijheid gehandeld jegens klager. Verweerder heeft met zijn handelen zoals hij heeft gedaan geenszins het vertrouwen in de advocatuur geschaad. Alle klachtonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:311 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.208

    Klacht tegen sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Aan klaagster werd in het kader van bemoeizorg door een FACT-team hulp geboden. Verweerder is daarbij als coördinerend behandelaar opgetreden en heeft in dat verband meerdere huisbezoeken bij klaagster afgelegd. Klaagster verwijt verweerder dat hij zonder legitimatiebewijs en zonder zich voor te stellen haar huis is binnengedrongen, zonder toestemming heeft geprobeerd waardevolle spullen van klaagster mee te nemen, klaagsters huis heeft leeggehaald, ervoor heeft gezorgd dat klaagster geen uitkering meer kreeg en allerlei leugens heeft verteld, alles van klaagster heeft afgepakt en dat klaagster als zij over dat alles wil klagen, van hem geen klacht mag indienen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:306 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.326

    Klager is (voormalig) collega en medebehandelaar van de patiënt. Niet is gebleken dat klager een concreet aan de individuele gezondheidszorg gerelateerd eigen belang heeft op grond waarvan hij als (voormalig) collega rechtstreeks belanghebbende is uit hoofde van artikel 65 lid 1 onder a Wet BIG. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Verwerpt beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2017:307 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.327

    Klager is (voormalig) collega en medebehandelaar van de patiënt. Niet is gebleken dat klager een concreet aan de individuele gezondheidszorg gerelateerd eigen belang heeft op grond waarvan hij als (voormalig) collega rechtstreeks belanghebbende is uit hoofde van artikel 65 lid 1 onder a Wet BIG. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klager terecht niet-ontvankelijk verklaard in zijn klacht. Verwerpt beroep.