Zoekresultaten 12881-12890 van de 42556 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/543

      Klager dient een klacht in tegen zijn (voormalig) huisarts, onder andere inhoudende dat zij een diagnose heeft gesteld die niet voldoet aan de medische professionaliteit en niet voldoende doortastend heeft opgetreden. Het college is van oordeel dat de huisarts zowel de anamnese als het lichamelijk onderzoek voldoende zorgvuldig heeft verricht en dat de door haar vergaarde gegevens haar (werk-) diagnose konden dragen. Klacht kennelijk ongegrond. Ongegrond  

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:166 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.320

    Diverse klacht tegen gynaecoloog. In de kern verwijt klaagster de gynaecoloog dat hij zonder informed consent een keizersnede heeft uitgevoerd. Regionaal Tuchtcollege wijst de klachten af. Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. Er was wel sprake van informed consent. Ook de overige klachtonderdelen (incorrecte verslaglegging, lasterlijk schrijven over klaagster) slagen niet.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2019:29 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2018/20

    Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog. Verweerster was de behandelcoördinator van klager die verblijft in een TBS-kliniek. Klager verwijt verweerster samengevat onheuse bejegening, onjuiste behandeling en onzorgvuldigheid in haar handelen. Het college is van oordeel dat op basis van de stukken niet is gebleken dat de verwijten terecht zijn. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2019:113 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/033

    Klager verwijt de psychiater o.a. dat hij verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en medicatie op klager heeft getest en dat hij een onjuiste diagnose heeft gesteld. Psychiater heeft verweer gevoerd. Klacht is kennelijk ongegrond. Ongegrond

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:167 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.348

    Klaagster is in het kader van een echtscheidingsprocedure in contact gekomen met jeugdbescherming. Op verzoek van jeugdbescherming is een psychodiagnostisch onderzoek ingesteld naar klaagster en drie van haar kinderen. Van dit onderzoek is een rapport opgesteld. De gz-psycholoog is bij het onderzoek en het rapport betrokken geweest. Klaagster verwijt de gz-psycholoog 1. dat bij het onderzoek een vragenlijst is gebruikt met onhandige en verwarrende vragen die de kans op een onjuiste diagnose vergroten en 2. dat zij klaagster bij het invullen van de vragenlijsten adviezen heeft gegeven, waardoor mogelijk een onjuiste diagnose is gesteld. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2019:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2018/21

    Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog. Verweerster was de behandelcoördinator van klager die verblijft in een TBS-kliniek. Klager verwijt verweerster samengevat onheuse bejegening, het delen van vertrouwelijke informatie met anderen en onzorgvuldigheid in haar handelen. Het college is van oordeel dat op basis van de stukken niet is gebleken dat de verwijten terecht zijn. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:168 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.453

    Klacht tegen gynaecoloog. Klaagster heeft na de bevalling aanhoudende pijnklachten ter hoogte van de episiotomie en heeft daarvoor diverse consulten bij een (laatstejaars) arts-assistent gynaecologie. Uiteindelijk is de gynaecoloog in consult gevraagd voor een second opinion in verband met de klachten van de episiotomie. Voorafgaand aan dat consult is een echo gemaakt, waarop een placentarest in de baarmoeder zichtbaar was. Deze echo is niet door de gynaecoloog aangevraagd. Klacht tegen de gynaecoloog houdt in de kern in dat zij de echo niet heeft geraadpleegd en niet heeft geconstateerd dat sprake was van een placentarest, waardoor klaagster verkeerde nazorg heeft gekregen. Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht ongegrond, Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep. De gynaecoloog heeft uitsluitend het verloskundig dossier geraadpleegd. Echo bevond zich in het (destijds) niet corresponderende gynaecologisch dossier. De gynaecoloog had naar aanleiding van de reden voor de second opinion, de geuite klachten en de bevindingen tijdens het onderzoek geen reden om het gynaecologisch dossier te raadplegen of om zich te richten op iets anders dan de klacht waarvoor zij in consult was gevraagd.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:97 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-135/DB/OB

    Tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld doordat verweerder zowel de heer H als B Holding BV heeft bijgestaan en heeft verzuimd zijn cliënte B Holding BV op de hoogte te brengen van de strafrechtelijke veroordeling van de heer H; doordat hij ten behoeve van de heer H verrichte werkzaamheden aan B Holding BV in rekening heeft gebracht en daarmee werkzaamheden heeft gefactureerd aan een ander dan zijn cliënt en doordat hij geen opdrachtbevestiging aan B Holding BV heeft doen toekomen en B Holding BV niet heeft geïnformeerd over de financiële consequenties van zijn werkzaamheden. Gegrond. Voorwaardelijke schorsing van een week.

  • ECLI:NL:TNORARL:2019:30 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/347895 KL RK 19-3

      De kamer is van oordeel dat de notaris in de gegeven omstandigheden voldoende zorgvuldigheid heeft betracht bij de boordeling van de vraag of de wijzigingen van de testamenten overeenstemden met de wil van erflater. Klacht is ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2019:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 18153

    Werkgever verwijt bedrijfsarts kort weergegeven dat zij onzorgvuldig en in strijd met de Wet verbetering poortwachter heeft gehandeld, waardoor werkneemster niet heeft meegewerkt aan re-integratie en dat zij werkgever tijdens de verzuimbegeleiding genegeerd heeft. Ontvankelijkheid werkgever. Geen aanknopingspunten dat werkneemster door de bedrijfsarts ten onrechte is beoordeeld als arbeidsongeschikt vanwege ziekte of gebrek. Gekozen formulering in laatste advies is ongelukkig, omdat “gedeeltelijk ziek uit dienst gaan” volgens wet- en regelgeving niet mogelijk is en voor verwarring heeft gezorgd. Formulering hield kennelijk verband met werkneemsters wens en het gaat te ver om de bedrijfsarts op grond hiervan verantwoordelijk te houden voor werkneemsters gedragingen wat betreft al dan niet meewerken aan re-integratie. Onvoldoende gewicht voor een tuchtrechtelijk verwijt. Werkgever heeft steeds terugkoppelingen ontvangen en de bedrijfsarts was bij het verstrekken van informatie gebonden aan de richtlijnen zoals de ‘KNMG-code Gegevensverkeer’ en de ‘Leidraad bedrijfsarts en privacy’. Ongegrond.