Zoekresultaten 21151-21160 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:97 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 204/2015

      Klacht tegen verpleegkundige. Verpleegkundige, die teamleider was van de afdeling alwaar klager verbleef, was onder meer verantwoordelijk voor het rookbeleid van de afdeling. Tweede tuchtnorm. Verweerder heeft zich niet begeven op het terrein waarop hij ook de deskundigheid bezit behorende bij zijn inschrijving als verpleegkundige in het BIG-register. Klager niet-ontvankelijk.  

  • ECLI:NL:TGZRSGR:2016:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2015-250c

      Ongegronde klacht nabestaanden overleden patiënte tegen internist-oncoloog. Behandeling in nauwe samenspraak met gespecialiseerd ziekenhuis. Niet vast te stellen dat de arts heeft gezegd dat de dosis van de bestraling op oksel en borst werd bepaald door het eigen ziekenhuis. Mededeling arts aan dochter van patiënte dat in juli 2014 het angiosarcoom was vastgesteld was gelet op het medisch dossier juist. Niet gebleken dat arts geen medeleven heeft betuigd; daarvoor letterlijk noemen van het woord “condoleren” niet vereist. Verwijzing arts naar collega voor antwoord op vragen over mededelingen van die collega niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Arts niet betrokken bij afwijzing door afdeling Juridische Zaken en klachten van het ziekenhuis tot afwijzing verzoek toezending medisch dossier. Klacht afgewezen.

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:86 Accountantskamer Zwolle 15/2691 Wtra AK

      Betrokkene treedt op als accountant van vennootschap die deelneemt in en investeert in andere vennootschap. Hij stelt ook de jaarrekening samen van die andere vennootschap. Hoewel die vennootschap financieel in problemen verkeerde heeft betrokkene geen afweging gemaakt omtrent het opnemen van een continuïteitsvoorbehoud in haar jaarrekeningen. Betrokkene heeft voordat hij ook ging optreden voor de andere vennootschap niet kenbaar aandacht besteed aan de bedreigingen die daaruit voortvloeiden voor de door hem in acht te nemen objectiviteit. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2016:164 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-104/DH/RO

    Dekenbezwaar. Verweerder heeft gedurende een lange periode, meermalen en bij vele cliënten nagelaten opdrachtbevestigingen te maken en de geldende (financiële) voorwaarden schriftelijk te bevestigen. Verweerder is daarmee door blijven gaan nadat hij door de deken op deze gebreken was gewezen en heeft aldus niet gehandeld zoals een goed advocaat betaamt. Verweerder heeft daarnaast een groot aantal toevoegingen aangevraagd en gekregen zonder dat hij hiervoor aantoonbaar daadwerkelijk rechtsbijstand heeft verleend. Ook in deze situatie heeft verweerder nadat hij daarop door de deken was gewezen geen verandering gebracht. Daarmee heeft verweerder in strijd gehandeld met de op hem rustende verplichting tot (financiële) integriteit. Het gegrond verklaarde bezwaar van de deken ziet op vele dossiers en verweerder heeft in al deze dossiers belangrijke regels overtreden en niet alleen het vertrouwen in zijn beroepsuitoefening, maar ook die in de advocatuur in het algemeen geschaad. Deze overtredingen raken de kernwaarden van de advocatuur, waaronder met name de (financiële) integriteit. Schrapping van het tableau. Openbaarmaking. Kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TNORARL:2015:54 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden AL/2015/80

      Hoewel het vaststaat dat de naam van de mede-executeur in de verklaring van executele niet juist was, is de kamer van oordeel dat het te ver voert om van een tuchtrechtelijk verwijtbare onzorgvuldigheid te spreken, temeer daar de notaris de door hem gemaakte fout direct nadat klaagster hem hierop had gewezen heeft hersteld door een nieuwe verklaring van executele op te stellen. (…) De kamer is met de notaris van oordeel dat hij ingevolge artikel 4:142 lid 2 BW afzonderlijk bevoegd is om de nalatenschap te vertegenwoordigen. De vermelding in het testament dat de executeurs gezamenlijk zijn benoemd ziet erop dat de twee executeurs samen de nalatenschap afwikkelen, maar doet niet af aan de wettelijke bevoegdheid van beide executeurs om afzonderlijk de nalatenschap te vertegenwoordigen.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:178 Raad van Discipline Amsterdam 16-752/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht van advocaat over advocaat wederpartij. Klacht deels kennelijk niet-ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2016:26 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-09

      Een (kandidaat-)notaris heeft een zorgplicht ter zake van hetgeen nodig is voor het intreden van de rechtsgevolgen welke zijn beoogd met de in zijn notariële akten opgenomen rechtshandelingen. In het kader van zijn onderzoeksplicht dient hij zich daarom te verdiepen in de redenen voor de beoogde akte en de gevolgen van de akte. Voor de inhoud van de vaststellingsakten is alleen afgegaan op de informatie van [Z]. Er is voorafgaand geen informatie opgevraagd bij de schuldenaar. [Z] maakte de factuur voor het vast te stellen bedrag op. Dit bedrag werd opgenomen in de akte. Op de factuur stond het totaalbedrag onder de beschrijving “conform afspraak i.v.m. betalingsgarantie”. Het bedrag op de factuur is niet nader uitgesplitst in overgenomen schulden en advieskosten. Het was de notarissen en de waarnemer niet bekend hoe het vast te stellen bedrag precies was samengesteld (onderverdeling in over te nemen schulden en advieskosten). In de dossiers zijn geen nadere stukken aangetroffen waaruit blijkt welke schulden werden overgenomen en welke advieswerkzaamheden waren uitgevoerd. Desondanks zijn de akten wel gepasseerd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 157/2015

      Klacht tegen tandarts. Op een aantal plekken was de cariës de glazuurdentinegrens gepasseerd en dat betekent dat de gestelde diagnose van verweerster, dat enkel  sprake was glazuurcariës, onjuist was. Bovendien betrof het een jeugdige patiënt, met een groot cariësrisico wat verweerster extra alert had moeten maken. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2016:27 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-11, 16-12 en 16-13

      De klacht bestaat uit de volgende onderdelen: 1. het opstellen en deponeren van een derde verklaring van erfrecht zonder klaagster in kennis te stellen; 2. het overzetten van de functie van boedelnotaris van notaris [Z] naar notaris [D], zonder klaagster in kennis te stellen; 3. het zich voordoen als boedelnotaris door notaris [Z], terwijl notaris [D] als zodanig stond ingeschreven in het boedelregister van de rechtbank; 4. notaris [D] heeft zich niet aan de erfgenamen bekend gemaakt als boedelnotaris; 5. het door de boedelnotaris onvoltooid laten van de boedelbeschrijving; 6. het door de notarissen verstrekken van door kantoorgenoot advocaat mr. [I] opgevraagde informatie ten behoeve van processtukken uit interne gegevens; 7. het aan de erven in rekening brengen van uiteenlopende kosten voor de verkoop van de woning, terwijl deze door de rechtbank aangestelde makelaar op de conditie “kosten koper” aangeboden en verkocht was er dus die kosten voor rekening van koper behoorde te komen; 8. het berekenen van excessieve kosten voor transport van het woonhuis; 9. waaronder de kosten voor het opstellen van een ongevraagde, ongebruikte en onnodige “akte van volmacht” om de woning te leveren; 10a. het onnodig langdurig vasthouden van geldmiddelen: ongeveer € 3500,- sinds 2012 tot op heden, zelfs ook na afsluiting van de werkzaamheden voor de nalatenschap in juli 2013; 10b. het daarbij vasthouden van nog eens € 244.875,52 sinds de levering op 18 augustus 2015 tot op heden; 11. er werden geen periodieke overzichten verstrekt over het tegoed op de derdengeldenrekening; 12. het door notaris [Z] aan de advocaten van [naam notariskantoor] geuite voornemen om te beschikken of willen beschikken over het saldo op de derdengeldenrekening voor het betalen van zijn rekening voor notariële werkzaamheden, echter zonder die rekening met urenverantwoording te sturen met alle bezwaren van dien, en dat terwijl de werkzaamheden sinds oktober 2015 gestaakt zijn; 13. de werkzaamheden door notaris [Z] als boedelnotaris enerzijds en de werkzaamheden door kantoorgenoot mr. [I] als partij-advocaat in dezelfde nalatenschap verdraagt zich niet met de vereiste onpartijdigheid; 14. de informatie-uitwisseling tussen de notarissen [Z] en [C] en hun kantoorgenoot en advocaat mr. [I] die drie erfgenamen vertegenwoordigt, is zodanig dat die los van de voorgaande klacht niet in overeenstemming is met die onafhankelijkheid en onpartijdigheid.  

  • ECLI:NL:TNORDHA:2016:28 Kamer voor het notariaat Den Haag 16-23

    Wrakingsbeslissing.