ECLI:NL:TGZRZWO:2016:92 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 157/2015
ECLI: | ECLI:NL:TGZRZWO:2016:92 |
---|---|
Datum uitspraak: | 19-08-2016 |
Datum publicatie: | 19-08-2016 |
Zaaknummer(s): | 157/2015 |
Onderwerp: | Onjuiste behandeling/verkeerde diagnose |
Beslissingen: | Gegrond, waarschuwing |
Inhoudsindicatie: | Klacht tegen tandarts. Op een aantal plekken was de cariës de glazuurdentinegrens gepasseerd en dat betekent dat de gestelde diagnose van verweerster, dat enkel sprake was glazuurcariës, onjuist was. Bovendien betrof het een jeugdige patiënt, met een groot cariësrisico wat verweerster extra alert had moeten maken. Waarschuwing. |
REGIONAAL TUCHTCOLLEGE TE ZWOLLE
Beslissing d.d. 19 augustus 2016 naar aanleiding van de op 29 juli 2015 bij het Regionaal Tuchtcollege te Zwolle ingekomen klacht van
A , wonende te B,
bijgestaan door mr. B.M.E. Drykoningen, advocaat bij Dassen & Drykoningen te Utrecht,
k l a a g s t e r
-tegen-
C , tandarts, wonende te D,
bijgestaan door mr. G.E.J. Kornet, advocaat bij CKV advocaten te Zwolle,
v e r w e e r s t e r
1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Dit blijkt uit het volgende:
- het klaagschrift met de bijlagen (deel medisch dossier);
- het verweerschrift met de bijlagen (deel medisch dossier);
- de repliek met de bijlage;
- de dupliek;
- foto’s uit medisch dossier.
De zaak is behandeld ter openbare zitting van 24 juni 2016, alwaar zijn verschenen klaagster en haar zoon, bijgestaan door mr. B.M.E. Drykoningen, en verweerster, bijgestaan door mr. G.E.J. Kornet.
2. DE FEITEN
Op grond van de stukken (waaronder het medisch dossier) en het verhandelde ter zitting dient, voor zover van belang voor de beoordeling van de klacht, van het volgende te worden uitgegaan.
Klaagster klaagt over de tandheelkundige behandeling van haar zoon E, geboren in 2000, hierna: patiënt. Verweerster is als tandarts verbonden aan tandartspraktijk F te B . Verweerster is van 28 mei 2013 tot 2 april 2015 behandelend tandarts geweest. In die tijd heeft zij patiënt gezien op 28 mei 2013, 6 mei 2014 en 16 januari 2015.
In de tandheelkundige voorgeschiedenis hebben diverse restauraties plaatsgevonden, evenals sealings.
Uit de tandheelkundige gegevens blijkt, voor zover van belang:
“28-05-2013 ppo Periode preventief onderzoek
=M01 voorlichting en/of instructie: (05)
fl1 Fluoride applicatie I op indicatie
jtv Toeslag Jeugdtandverzorging
07-02-2014 17 ci Incidenteel consult
distobucc grote caviteit, randlijst afgebroken
17 xrsl Intra orale foto
solo lukt niet door kokhalsneiging
10-02-2014 opt Othopantomogram
Consult ivm 17. Diepe ccav, met G overlegt: extra + ortho om
18 weer op de plek te krijgen. Bij neutroccl waarsch miniimplantaten tpv
14-15 en disto occl kan met vaste apparatuur. Uitgelegd aan
moeder en zoon, laten zien zeer zwakke kies wanneer endo +
opbouw. Kiezen voor extr.
06-05-2014 hc Periodiek preventief onderzoek
fw/alleen mh m tot s geen dpsi genomen was heel bang dat wij
iets gaan in zijn moind gaan doen
06-05-2014 fl1 Fluoride applicatie I op indicatie
15-07-2014 =MO1 Voorlichting en/of instrictie: (10)
mh matig moet veel beter dan pas ortho komt minimaal
twee keer bij mij als het pi score <10% is dan pas verw
=MO3 Gebitsreiniging : (20)
21-07-2014 =C90 Niet nagekomen afspraak
pazb + 5 min te laat >> moeder komt binnen zonder
E, die is paspoort halen…stond voor orthogespr,
maar in historie te lezen dat hij pas ortho krijgt als mh
goed is >> uitgelegd aan moeder, voorlopig geen
beugel. Bij x te laat of niet opdagen rekening, bespr
met moeder!
03-10-2014 =MO2 Consult tbv evalutie preventie: (30)
Pi score 60%, op sommige plaatsen goed gepoetst, op
andere plaatsen weer helemaal niet. Vooral langs
tandvleesrand nog plaque en bovenfront buccale zijde.
E kent de poetstechniek wel maar doet het te snel
zegt hij zelf. Tandvlees m.i. rood en gezwollen maar
bloedt niet. (paar punt-bloedinkjes). Tandenstokers
vindt E erg moeilijk en pijnlijk. Toch een begin
begin gemaakt i.c.m. tandfloss zodat het tandvlees minder
pijnlijk. Over 1 mnd bij TS ivm cat B. Gepolijst. AN
16-01-2015 ppo Periodiek preventief onderzoek
E/z.o.
=MO1 Voorlichting en/of instructie: (05)
fl1 Fluoride applicatie I op indicatie
xrbw Bitewing foto
27 obp
xrbw Bitewing foto
23-02-2015 27modbk Viervlaksrestauratie composiet
27a Geleid. of infilt. anesthesie.
25-02-2015 =X21 Orthopantomogram
26-02-2015 =MO1 Voorlichting en/of instructie: (20)
plaque score 50% waarbij interdentaal plaque en bucc
plaque op de gingiva, alle kwadranten behalve de 2e
kwadrant. Instr: poetsen met de 3 B’s en tandenborstel
tegen het tandvlees, 2x p.d. poetsen! ’s ochtends en ‘s
avonds. instructie floss: heeft het eerst laten zien hoe hij
het doet, vervolgens bij geinstrueerd. 1x p.d. elke avond
na het poetsen. Over 2 weken: controle plaque score
xrbw Bitewing foto
veel caries zie plan
xrbw Bitewing foto
veel caries zie plan
fl1 Fluoride applicatie I op indicatie
24-03-2015 =MO2 Consult tbv evaluatie preventie: (20)
Pl score 30% veel pl op onderfr
pat heel boos nopg steeds wij hebben zijn tanden
verpest geprobeerd uitlegggen dat hij zelf die gaatjes
maakt en natuurlijk begrip voor het voorgevallende
maar nu nw ta H en samen oploossen
moeder niet aanwezig???!!!!
wil eigenlijk geen afspraak maken
02-04-2015 16 modk Drievlaksrest. composiet
grote rest. uitleg aan moeder niet diep maar wel over 3
vlakken en veel witte verkleuring dus pal en buc glazuur
gedemin.
16a Geleid. of infilt. anesthesie
plan =MO2 Consult tbv evaluatie preventie: (30)
plan div Diversen
31 ini behandelen
plan div Diversen
let op: 16pal
plan 22mk Eenvlaksrestauratie, composiet
plan 12mk Eenvlaksrestauratie, composiet
plan 11dk Eenvlaksrestauratie, composiet
plan 14dok Tweevlaksrest. composiet
plan 15dk Eenvlaksrestauratie, composiet
???? als het te zien is bij rest. 16 mo, dan nog
beoordelen.
plan 46dok Tweevlaksrest. composiet
plan 47mok Tweevlaksrest. composiet
kijken als 46 beh wordt
plan 36dk Eenvlaksrestauratie, composiet
plan div Diversen
zie ook de foto’s vliegende caries
plan 26dok Tweevlaksrest. composiet
plan 46mok Tweevlaksrest. composiet
plan 46a Geleid. of infilt. Anesthesie
plan 15mok Tweevlaksrest. composiet
plan 15a Geleid. of infilt. Anesthesie
plan 14mk Eenvlaksrestauratie, composiet
plan 14a Geleid. of infilt. Anesthesie
plan 25dok Tweevlaksrest. composiet
plan 25a Geleid. of infilt. Anesthesie
plan 25 mk Eenvlaksrestauratie, composiet
plan 25a Geleid. of infilt. Anesthesie
plan 26mok Tweevlaksrest. composiet
plan 26a Geleid. of infilt. Anesthesie
plan 37mok Tweevlaksrest. composiet
plan 37a Geleid. of infilt. Anesthesie
plan 36mok Tweevlaksrest. composiet
plan 36a Geleid. of infilt. Anesthesie
plan 35dok Tweevlaksrest. composiet
plan 35a Geleid. of infilt. Anesthesie
plan div Diversen
ZEER CARIOGEEN GEBIT!!!
WRS> ZIJN ZE ALLE 13 NODIG. NOG GOED OVER
AANVALSMOMENTEN EN POETSEN HEBBEN. Heb lang met
moeder gepraat telefonisch. Wil veel uitleg.Moeder + zoon. Komt
van het speciaal onderwijs dus ook speciale aanpak.
SVP Eerst 16 mesiaal: schemert flink door.
plan div Diversen
Dat vorig jaar de 17 geëxtr. moest worden bij de kaakchirurg had
al een flinke waarschuwing moeten zijn !
plan div Diversen
moeder wel erg upset na allels wat er gebeurd is, eerst 1 gaatje en
nu 13 erg geschrokken en boos wil klacht indienen.
ik heb gezegd dat ik daar niet op in ga en dat dat haar
keuze is
het gesprek verliep verder redelijk
behandel plan samen doorgenomen.
eerst mh vandaag gedaan zie kaart, volgende keer mh controle
dat volgende beh 16 elke keer gaatje en controle mh aparte
afspraak pat bij H !!
ook aan pat uitgelegd dat hij vaak gaat komen
plan 24dok Tweevlaksrest. composiet
naar kijken als 25 beh wordt
plan 13dk Eenvlaksrestauratie, composiet
kijken als 14 beh wordt
plan div Diversen
pat ziek 13/3 voor mh afspraak daardoor ca afspraak van 24/3
wordt mh afspraak dus beh pl schuift op!!!!
plan div Diversen
gaatjes maakt en natuurlijk begrip voor het voorgevallende maar
nu nw ta H en samen oplossen
moeder niet aanwezig????!!!!
wil eigenlijk geen afspraak maken
plan 16 div Diversen
pat wilde niet want moeder heeft hem hier naar toe gehaald. Toen
was pijn probleem bandje 1/2 uur gepraat daarna toch liggen veel
huilen ook moeder.
alles uitgelegd als ik iets zeg dan doe ik het.
verder behandeling ging heel goed was wel erg bang 16 vandaag
gedaan volgende keer 15
(….)
Aantekening
FK; 07-02-2014: 17: advies OPT maken, bij aanwezigheid 18 extractie 17 overwegen
DS; 06-05-2014: <H matig
DS; 06-05-2014: brief naar k.ch is meegegeven voor de 17
DS; 06-03-2015: veel cav’s zijn in het glazuur ik zou zelf dat niet willen openen alle 13 vind ik niet nodig met goed poetsen kan het zo bliven de 16 die moet nog beh. worden 26 heeft matige vullin g”
De tandartspraktijk heeft na een gesprek met onder meer klaagster patiënt verwezen naar het I.
3. HET STANDPUNT VAN KLAAGSTER EN DE KLACHT
Klaagster verwijt verweerster- zakelijk weergegeven – onzorgvuldig handelen. Verweerster had de twaalf nieuwe gaatjes in de tanden en kiezen van patiënt eerder moeten constateren en daarvoor passende maatregelen moeten nemen. In januari 2015 zijn de gaatjes niet gezien door verweerster. Ook is geen behandelplan meegegeven aan patiënt. Door het handelen van verweerster is schade ontstaan aan het gebit van patiënt.
4. HET STANDPUNT VAN VERWEERSTER
Verweerster voert -zakelijk weergegeven- aan dat zij behandelend tandarts is geweest in de periode van 28 mei 2013 tot 2 april 2015. Verweerster heeft op 16 januari 2015 één gaatje geconstateerd. Zij heeft dit gaatje behandeld. Daarnaast heeft zij nog een tiental andere ‘plekjes’ geconstateerd; dit betrof glazuurcariës. Het beleid van verweerster bij glazuurcariës is een preventieve behandeling. Dat houdt in zorgvuldig poetsen en fluoridebehandeling. Wanneer de cariës voorbij de glazuurdentinegrens zou zijn geweest dan had zij dit behandeld. De geconstateerde ‘plekjes’ waren echter nog te redden geweest met zorgvuldig poetsen en fluoridebehandeling. Verweerster heeft de diagnose en het preventieve beleid opgeschreven in een behandelplan en heeft dit meegegeven aan patiënt.
Op 23 februari 2015 is patiënt door een collega van verweerster behandeld. Het is zeer goed mogelijk dat een opvolgend tandarts constateert dat het preventieve beleid door patiënt en klaagster onvoldoende wordt uitgevoerd.
5. DE OVERWEGINGEN VAN HET COLLEGE
5.1
Het college wijst er allereerst op, dat het bij de tuchtrechtelijke toetsing van professioneel handelen er niet om gaat of dat handelen beter had gekund, maar om het geven van een antwoord op de vraag of de beroepsbeoefenaar bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening, rekening houdend met de stand van de wetenschap ten tijde van het klachtwaardig geachte handelen en met hetgeen toen in de beroepsgroep ter zake als norm of standaard was aanvaard.
5.2
Uit het behandelplan blijkt niet wat de exacte mate van cariës is geweest die door verweerster is geconstateerd op 16 januari 2015. Tevens blijkt uit het behandelplan niet welke elementen glazuurcariës hadden en welke elementen cariës hadden tot voorbij de glazuurdentinegrens.
Punt van discussie blijft of door verweerster een behandelplan aan patiënt is meegegeven op deze dag. Het tandheelkundig dossier geeft geen verduidelijking op deze vragen. Waar verweerster heeft aangegeven het behandelplan te hebben meegegeven en klaagster dit ontkent, kan het, nu het niet is vastgelegd in het dossier, niet worden vastgesteld.
5.3
Ten aanzien van de vraag of verweerster onzorgvuldig handelen ten aanzien van patiënt kan worden verweten heeft het college allereerst acht geslagen op de door verweerster overgelegde bitewing foto’s van patiënt. Verweerster heeft gesteld dat op 16 januari 2015 op een tiental plekjes enkel nog sprake was van glazuurcariës. Het college is echter gebleken dat op grond van de foto’s geconcludeerd moet worden dat in ieder geval op de volgende plekken de cariës de glazuurdentinegrens gepasseerd was: 16 mesiaal, 15 mesiaal en distaal, 14 distaal, 46 distaal, 25 distaal, 36 distaal. Het college overweegt dat volgens het eigen beleid van verweerster zij in dat geval deze, op grond van de foto’s in die mate zichtbare, cariës had moeten behandelen in plaats van een preventief beleid in te zetten. Nu verweerster niet tot behandeling is overgegaan maar heeft ingezet op preventief beleid, is de conclusie dan ook dat zij ten aanzien van de hierboven genoemde plekken niet de juiste diagnose heeft gesteld. Immers, als zij had geconstateerd dat er sprake was van cariës voorbij de glazuurdentinegrens zou zij behandeld hebben, conform haar eigen beleid. Kennelijk heeft zij de foto’s derhalve onjuist beoordeeld. Het overgelegde tandheelkundig dossier biedt geen helderheid nu op 16 januari 2015 niet is vermeld wat verweerster heeft geconstateerd. Ten aanzien van de vraag of verweerster het missen van een diagnose in tuchtrechtelijke zin verweten kan worden overweegt het college dat uit de stukken blijkt dat korte tijd – circa 1 maand - later bij een opvolgend behandelaar van patiënt is besloten tot uitgebreide restauratie van onder meer de elementen waarop aldus door verweerster op 16 januari 2015 de cariës was aangeduid als “glazuurcariës”. De stelling van verweerster dat verschil in inzicht over behandelbeleid mogelijk tot een andere beslissing van de opvolger van verweerster over de in te zetten behandeling heeft geleid kan het college niet volgen. Geoordeeld moet worden dat verweerster het veel verder gaande, dan door haar – achteraf - op 16 januari 2015 als “glazuurcariës” aangeduide, tandbederf niet heeft onderkend en daarmee niet heeft gehandeld zoals van haar gevergd kon en mocht worden. Bovendien gaat het hierbij om een jeugdige patiënt en met een groot cariësrisico, zoals ook in de status vermeld is, wat verweerster extra alert had moeten maken. Immers bij een dergelijke patiënt zal de cariës ook snel verder gaan. Dit onderdeel van de klacht is daarmee deels gegrond.
5.4
Het college heeft niet vast kunnen stellen dat door het handelen van verweerster schade is ontstaan aan het gebit van patiënt, nu het causaal verband daartoe onvoldoende feitelijk is gesteld noch aangetoond. Dit onderdeel van de klacht is ongegrond.
5.5
Slotsom is dat de klacht deels gegrond is. Ten aanzien van de vraag welke maatregel passend is overweegt het college dat verweerster werkzaam is binnen een organisatie waarin verschillende tandartsen de behandeling van patiënten in opvolgende zin ter hand nemen. Deze werkwijze vergt, om steeds tot een zorgvuldige patiëntenoverdracht te kunnen komen, van elke daar werkzame tandarts dat deze de constateringen, verrichtingen en beleid op heldere en complete wijze vastlegt in het tandheelkundig dossier zodat een opvolgend collega daarvan kennis zal kunnen nemen en het vervolgbeleid daarop kan inzetten. Het college heeft geconstateerd dat bij de organisatie van Tandwiel de dossiervorming onvoldoende is en dat hierdoor de communicatie tussen zorgverleners onderling gebrekkig verloopt. In ieder geval is bij het college de indruk gewekt dat er een gebrek aan regie is. Dit alles brengt het gevaar met zich mee dat, waar diagnoses en ingezet beleid niet voldoende vastgelegd worden, fouten op de loer liggen. De werkwijze van de organisatie is geen onderdeel van de klacht en het gegrondverklaarde klachtonderdeel ziet op het missen van een diagnose door verweerster. Echter verweerster komt als tandarts een eigen verantwoordelijkheid toe voor de juiste vastlegging van diagnoses en behandelbeleid. Het college vertrouwt erop dat verweerster, gelet ook op haar opstelling ter zitting, deze verantwoordelijkheid in de toekomst in grotere mate zal kunnen nemen. Alles overwegende komt het college tot de beslissing aan verweerster de maatregel van waarschuwing op te leggen.
6. DE BESLISSING
Het college
- waarschuwt verweerster.
Aldus gedaan door mr. F. van der Maden, voorzitter, R. Rowel en J. Dam, leden- tandartsen, in tegenwoordigheid van mr. F. Koenraads, secretaris, en uitgesproken in het openbaar op 19 augustus 2016 door mr. A.L. Smit, voorzitter, in tegenwoordigheid van mr. H. van der Poel-Berkovits, secretaris.
voorzitter
secretaris
Tegen deze beslissing kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift ervan schriftelijk hoger beroep worden ingesteld bij het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg door:
a. de klager en/of klaagster, voor zover de klacht is afgewezen, of voor zover hij/zij niet-ontvankelijk is verklaard;
b. degene over wie is geklaagd;
c. de hoofdinspecteur of de regionale inspecteur van de volksgezondheid, wie de aangelegenheid uit hoofde van de hun toevertrouwde belangen aangaat.
Het tot het Centrale Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg gerichte beroepschrift wordt ingezonden bij de secretaris van het Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg te Zwolle, door wie het binnen de beroepstermijn moet zijn ontvangen.