Zoekresultaten 20681-20690 van de 42613 resultaten

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:211 Raad van Discipline Amsterdam 16-463/A/A

    Kwaliteitsklacht eigen advocaat. De behandeling door verweerster voldoet – wegens onjuiste dan wel onvolledige advisering – niet aan de professionele standaard. Klacht gegrond. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling.  

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:170 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-580/DB/ZWB

    Over de advocaat van de wederpartij kan slechts worden geklaagd indien deze de belangen van de wederpartij nodeloos heeft geschaad dan wel zich nodeloos grievend heeft uitgelaten. Hiervan is in deze geen sprake. Nu verweerster geen zekerheid had over klagers medewerking, van de rechtbank verlof heeft gekregen voor een verkorte dagvaardingstermijn in een kort geding procedure en voorts alle betekeningsvoorschriften in acht heeft genomen  kan haar niet worden verweten dat zij klagers belangen onnodig heeft geschaad. Klacht ongegrond

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:218 Raad van Discipline Amsterdam 16-388/A/NH

    Verzetbeslissing. Klacht over eigen advocaat. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2016:171 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-508/DB/ZWB

    Nu de werkzaamheden vielen onder het bereik van een verleende toevoeging was het  verweerder niet toegestaan deze te verrichten op betalende basis. Artikel 24 lid 3 van de Gedragsregels 1992 ziet slechts op de situatie waarin een cliënt op voorhand afziet van gefinancierde rechtshulp en dit expliciet schriftelijk is vastgelegd en niet op de mogelijkheid om een zaak waarin eenmaal een toevoeging is verleend, zonder intrekking van de aanvraag op betalende basis te behandelen. Klacht gegrond. Maatregel waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:121 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 276/2015

      Klacht tegen plastisch chirurg. Klager wenste stevigere borsten en bezocht verweerder. Verweerder heeft een borstlift uitgevoerd volgens de Benelli procedure en borstprotheses geplaatst met een volume van 600 cc. Klaagster verwijt verweerder (samengevat) dat hij onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de juiste prothesemaat, nalatig is geweest in het geven van goede voorlichting, een te grote prothesemaat heeft gekozen, onvoldoende verslaglegging heeft gedaan, onvoldoende nazorg heeft verleend, gekozen heeft voor approximeren in plaats van het verwijderen van de protheses en te kort is geschoten in de communicatie en bejegening. Klacht op bijna alle onderdelen gegrond. Verweerder heeft klaagster een onjuist advies gegeven en had niet voor deze ingreep mogen kiezen. Verweerder heeft onvoldoende nazorg verleend en had, toen klaagster problemen kreeg, moeten kiezen voor het verwijderen van de protheses. Het college legt verweerder de maatregel op van schorsing van de inschrijving in het register voor de duur van drie maanden, met een proeftijd van twee jaar.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:329 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.042

    Sinds 1997 staat klager onder behandeling in het ziekenhuis waar de oogarts werkzaam is. Op 7 februari 2008 heeft klager een controleafspraak bij de oogarts gehad. Klager verwijt de oogarts onder andere dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door het gebruik van Betoptic te beëindigen, Xalatan voor te schrijven en onvoldoende rekening te houden met de aan het gebruik van Xalatan verbonden risicofactoren. Ook verwijt klager de oogarts dat hij klager niet heeft doorverwezen naar een retinaspecialist. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat een verandering van de medicatie geïndiceerd was om te voorkomen dat zichtverlies bij klager zou optreden . Ten opzichte van patiënten waarbij de bij klager aanwezige risicofactoren niet spelen, had klager relatief gezien een iets verhoogd risico op het ontstaan van een maculaoedeem, maar het absolute risico daarop bleef laag. Het ligt niet in de rede dat bij een doorverwijzing naar een retinaspecialist een kans op behoud van de visus zou hebben bestaan. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:330 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.208

    Sinds 1997 staat klager onder behandeling in het ziekenhuis waar de oogarts werkzaam is. Op 7 februari 2008 heeft klager een controleafspraak bij de oogarts gehad. Klager verwijt de oogarts onder andere dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld door het gebruik van Betoptic te beëindigen, Xalatan voor te schrijven en onvoldoende rekening te houden met de aan het gebruik van Xalatan verbonden risicofactoren. Ook verwijt klager de oogarts dat hij klager niet heeft doorverwezen naar een retinaspecialist. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat een verandering van de medicatie geïndiceerd was om te voorkomen dat zichtverlies bij klager zou optreden . Ten opzichte van patiënten waarbij de bij klager aanwezige risicofactoren niet spelen, had klager relatief gezien een iets verhoogd risico op het ontstaan van een maculaoedeem, maar het absolute risico daarop bleef laag. Het ligt niet in de rede dat bij een doorverwijzing naar een retinaspecialist een kans op behoud van de visus zou hebben bestaan. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:331 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.460

      Niet is gebleken dat het Regionaal Tuchtcollege zonder dat klaagster het wist contact heeft opgenomen met de internist-intensivist. Ook is niet gebleken dat de ademfrequentie van de patiënt is toegenomen door de toediening van morfine, zoals door klaagster wordt gesteld. Verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:332 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.123

      Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager verwijt de specialist (samengevat) dat patiënte vergaand werd beperkt in haar vrijheden en dat d e toegezegde onafhankelijke observaties, het bejegeningsplan en het onderzoek door een GGZ-arts niet tot stand zijn gekomen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. H et Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat het Regionaal Tuchtcollege klagers klacht terecht in alle onderdelen ongegrond heeft verklaard. Het Centraal Tuchtcollege verenigt zich met de overwegingen van het Regionaal Tuchtcollege en maakt deze tot de zijne. Het beroep wordt verworpen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:333 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.124

      Klacht tegen een specialist ouderengeneeskunde. Klager verwijt de specialist ouderengeneeskunde in beroep dat zij 1 ) na 10 mei 2013 zonder toelichting Trazodon heeft verstrekt, bovenop ander medicatie 2) niet heeft gewezen op de mogelijkheden het verpleeghuis te verlaten conform artikel BOPZ 61 lid 2 maar onterecht heeft gedreigd om de politie in te schakelen bij het verlaten van het verpleeghuis 3) patiënte haar vrijheid ernstig en langdurig heeft beperkt 4) bovenop andere medicatie, zonder verdere reden, dormicum ’s-ochtends en ’s-avonds heeft toegediend, hetgeen behelst een poging tot genadedood tegen de wil van patiënte. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klacht afgewezen . Het Centraal Tuchtcollege verenigt zich met de overwegingen van het Regionaal Tuchtcollege en maakt deze tot de zijne. Het beroep wordt verworpen.