Zoekresultaten 3761-3770 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2023:1 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 22-028/AL/OV

    Verweerder heeft als advocaat van een aannemer opgetreden in een geschil met klaagster en in die hoedanigheid klaagster gesommeerd om te betalen. Na een gesprek op kantoor is verweerder daarna een een aantal keren bij klaagster thuis langsgegaan. Tijdens die gesprekken is niet alleen gesproken over een mogelijke schikking maar ook over de interesse van verweerder privé om, zakelijk met zijn broer, het pand van klaagster te kopen. Verweerder heeft een inspecteur langs gestuurd en ook een bod op het pand gedaan, wat door klaagster niet is aanvaard. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder met zijn handelen verwarring bij klaagster laten ontstaan over de rol waarin hij telkens optrad. Naar het oordeel van de raad had verweerder in de specifieke situatie van het geval moeten begrijpen dat het onbetamelijk was om vanuit zijn privébelang een bod op het pand van klaagster te doen terwijl hij langskwam voor schikkingsonderhandelingen voor de aannemer. Als hij op dat moment zijn privébelang voorrang wilde geven, dan had hij de behandeling van de zaak van de aannemer tegen klaagster moeten neerleggen. Dat heeft hij niet gedaan. Dat dit een indringende en lastige situatie voor klaagster moet zijn geweest, is aannemelijk omdat zij bovenal belang had bij een oplossing van haar geschil met de aannemer en pas daarna mogelijk bereid was om haar pand tegen een redelijke prijs te verkopen. Deze klacht is gegrond. Schending kernwaarden integriteit en onafhankelijkheid. Berisping.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:1 Hof van Discipline 's Gravenhage 220059

    Hoger beroep wrakingsbeslissing ontvankelijk, omdat verzoekers geen afschrift hebben gekregen van de reactie van de gewraakte rechter en daarop bij gebreke van een mondelinge behandeling niet hebben kunnen reageren. Het hof doet het wrakingsverzoek zelf af en verklaart het evenals de raad ongegrond. Een volgend vergelijkbaar wrakingsverzoek in deze zaak hoeft niet in behandeling te worden genomen.  

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:2 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-158/DH/RO

    Klacht over de kwaliteit van dienstverlening deels gegrond. De ontstane onduidelijkheid aan de zijde van klager is door het gebrek aan schriftelijke vastlegging te wijten aan verweerder. Klacht in zoverre gegrond, voor het overige ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TAHVD:2023:2 Hof van Discipline 's Gravenhage 220223

    Hoger beroep wrakingsbeslissing ontvankelijk, omdat verzoekers geen afschrift hebben gekregen van de reactie van de gewraakte rechter en daarop bij gebreke van een mondelinge behandeling niet hebben kunnen reageren. Het hof doet het wrakingsverzoek zelf af en verklaart het evenals de raad ongegrond. Een volgend vergelijkbaar wrakingsverzoek in deze zaak hoeft niet in behandeling te worden genomen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:3 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-366/DH/DH

    Klacht over de kwaliteit van dienstverlening deels gegrond. Verweerder heeft verzuimd om belangrijke informatie over de stand van klagers zaak schriftelijk vast te leggen, waardoor voor klager onduidelijkheid is ontstaan. Klacht voor het overige niet-ontvankelijk of ongegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:1 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1234

    Klacht tegen bedrijfsarts. De klacht gaat over de wijze waarop de bedrijfsarts klager vanaf medio 2018 heeft begeleid. Klager verwijt de bedrijfsarts onder meer dat zij de verzuimbegeleiding is gestart zonder ziekmelding, duiding van functionele beperkingen in het inzetbaarheidsprofiel zonder medische onderbouwing, direct met werkgeefster aan te sturen op ‘tweede spoor’, (nogmaals) op verzoek van de werkgeefster te adviseren tot expertiseonderzoek, schending van het medisch beroepsgeheim, onvoldoende onafhankelijke opstelling ten opzichte van de werkgeefster en onvoldoende dossiervorming. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gedeeltelijk gegrond en gedeeltelijk ongegrond en legt de bedrijfsarts een waarschuwing op. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager tegen de gedeeltelijke ongegrondverklaring van de klacht.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:4 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-443/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:2 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1242

    Klacht tegen KNO-arts. Klager is de zoon van een patiënte die in het verleden was behandeld voor een supraglottisch larynxcarcinoom en een tracheostomie had. Vanwege keel- en slikproblemen is patiënte in 2015 naar de KNO-arts verwezen. De KNO-arts heeft patiënte verscheidene keren op het poliklinisch spreekuur gezien. Patiënte heeft verschillende onderzoeken ondergaan. Hieruit bleek dat sprake was van een tweede primaire tumor in de neofarynx, waarvoor patiënte met radiotherapie werd behandeld. Uiteindelijk is patiënte ongeveer vijf maanden later overleden. Klager verwijt de KNO-arts - onder meer - dat hij de pijnklachten van patiënte onjuist heeft geïnterpreteerd, hij tijdens het eerste consult al een tumor op het grensgebied van de neofarynx en de oesofagus had moeten constateren, hij andere onderzoeksmethoden had moeten initiëren en de beschikbare informatie onjuist heeft geïnterpreteerd.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2023:5 Raad van Discipline 's-Gravenhage 22-681/DH/RO

    Klacht over schending vertrouwelijkheid mediation door advocaat wederpartij gegrond. Verweerster heeft in strijd met de in de mediation afgesproken geheimhouding informatie over de inhoud daarvan gedeeld in een e-mail aan de voorzieningenrechter. Waarschuwing, omdat verweerster verontschuldigingen heeft aangeboden en maatregelen heeft genomen om herhaling te voorkomen.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2023:3 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2022/1311

    Klacht tegen tandarts. Klager verwijt de tandarts dat: 1. zijn verzoek om een afschrift van zijn dossier niet correct is opgevolgd en niet is voldaan aan zijn verzoek tot vernietiging van zijn dossier; 2. binnen de praktijk op een onwettige manier is omgegaan met zijn dossier, waardoor de geheimhouding ervan niet was gewaarborgd; 3. zij een brief met daarin informatie omtrent doorgevoerde behandelingen aan haar advocaat heeft verstrekt; 4. zij hem incorrect heeft voorgelicht en niet op de meest optimale wijze een wortelkanaalbehandeling heeft doorgevoerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klachtonderdeel 1 gedeeltelijk gegrond verklaard en de klacht voor het overige ongegrond verklaard en aan de tandarts geen maatregel opgelegd. Het Centraal Tuchtcollege verklaart klager gedeeltelijk niet-ontvankelijk in het beroep en verwerpt zijn beroep voor het overige.