Zoekresultaten 13841-13850 van de 42647 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:16 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180287

    Beklag art. 13 Advocatenwet ongegrond. Het hof constateert dat dit (vierde) verzoek om aanwijzing van een advocaat betrekking heeft op dezelfde problematiek waarvoor klaagster in 2013, 2014 en 2017 ook om aanwijzing heeft gevraagd. De deken heeft die verzoeken telkens afgewezen en klaagster heeft tegen die beslissingen van de deken telkens beklag ingesteld. Het hof heeft in die drie zaken geoordeeld dat de deken de verzoeken om aanwijzing terecht heeft afgewezen. Het hof is van oordeel dat de deken ook het vierde verzoek van klaagster terecht en op de juiste gronden heeft afgewezen. Het is spijtig dat klaagster kennelijk nog steeds dezelfde problemen ervaart, maar zij moet er ernstig rekening mee houden dat het hof een volgend beklag over een soortgelijke beslissing van de deken wegens misbruik van recht niet in behandeling neemt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:7 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180325

    Voorzittersbeslissing. Verzoek om verwijzing klacht stafjurist deken. Beroep op analoge toepassing art. 46c lid 5 Advocatenwet afgewezen, nu geen sprake is van samenhang met een dekenklacht.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:10 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180142

    Klacht over advocaat wederpartij. Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een brief rechtstreeks aan klagers te sturen, hoewel zij een advocaat hadden, waarin hij aangeeft in hoger beroep te zullen gaan tegen het vonnis van de rechter als klagers niet instemmen mijn zijn oplossingsvoorstel. Verder heeft verweerder de belangen van klagers zonder redelijk doel geschaad door een concept van diezelfde brief – die vertrouwelijke en privacygevoelige informatie van de zaak bevat - te verstrekken aan een derde (een buurvrouw), die met klagers en de cliënten van verweerder deel uitmaakt van een kleine dorpsgemeenschap. Verder staat onvoldoende vast dat klager onvoldoende professionele distantie heeft betracht. Klacht (gedeeltelijk) gegrond. Waarschuwing. Vernietiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:11 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/651389 / DW RK 18/388

      Beslissing op verzet. Klager stelt dat hij de betreffende vonnissen en het exploot van het gelegde derdenbeslag nooit heeft ontvangen en de kosten daarvan dan ook niet terecht zijn. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:1 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170258

    Dekenbezwaar. Vervolg op tussenbeslissing (ECLI:NL:TAHVD:2018:18). Eindbeslissing op het verwijt van de deken dat verweerder ten onrechte toevoegingen heeft aangevraagd/laten aanvragen op naam van een andere advocaat, werd aangehouden. Nadat die andere advocaat, die korte tijd op het kantoor van verweerder werkzaam is geweest, en een medewerker van de Raad voor Rechtsbijstand (RvR) als getuigen zijn gehoord, oordeelt het hof dat genoegzaam is gebleken dat die andere advocaat slechts 14 van de 74 zaken waarvoor op haar naam een toevoeging was aangevraagd, zelf heeft behandeld. Nu niet is gebleken dat zij actieve bemoeienis heeft gehad met de resterende zestig zaken waarvoor op haar naam, buiten haar medeweten en zonder haar toestemming, een toevoeging is aangevraagd door verweerder of door medewerkers van verweerder die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn (geweest), is het hof van oordeel dat verweerder in strijd heeft gehandeld met de Inschrijvingsvoorwaarden advocatuur 2016 van de RvR. Hierdoor heeft hij op een niet toelaatbare wijze gebruik gemaakt van het systeem van gefinancierde rechtsbijstand, dat al ernstig onder druk staat. Het vertrouwen dat de RvR als uitgangspunt neemt bij de toepassing van dit systeem heeft verweerder stelselmatig en in ernstige mate geschaad. Het hof rekent verweerder dit handelen, dat in strijd is met de kernwaarde (financiële) integriteit, ernstig aan. Nu tegen verweerder niet eerder een tuchtklacht is ingediend, volstaat het hof met het opleggen van een schorsing voor de duur van acht weken, waarvan vier weken voorwaardelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2019:36 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 18-863/DB/LI

    Letstelschadebureau heeft een advocaat ingeschakeld om het dossier op te vragen bij de voorgaande advocaat. De advocaat van het letselschadebureau heeft namens zichzelf geklaagd dat de voorgaande advocaat heeft nagelaten om desgevraagd het dossier aan het letselschadebureau tot te zenden. Geen eigen belang nu de advocaat die de klacht heeft ingediend de letselschadezaak niet behandelt. Klacht niet-ontvankelijk

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:17 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180124-W2

    Wrakingsverzoek van alle kroonleden van het hof na behandeling ter zitting, voorafgaand aan de uitspraak. Na het aanwijzen van een wrakingskamer zijn de kroonleden van die wrakingskamer ook (opnieuw) gewraakt. De wet noch het wrakingsprotocol voorziet in deze situatie. De wrakingskamer handelt naar bevind van zaken en oordeelt dat alléén (kroon)leden die de zaak behandelen kunnen worden gewraakt. De wraking van de wrakingskamer wordt gepasseerd, omdat ten aanzien van de kroonleden die de wrakingszaak behandelen door verzoeker onvoldoende is onderbouwd dat enkel op basis van de benoemingsprocedure van de kroonleden sprake is van uitzonderlijke omstandigheden die aanwijzingen opleveren voor vooringenomenheid van die leden. De wraking van de kroonleden in de hoofdzaak wordt, omdat die tardief is, niet-ontvankelijk verklaard. De feiten en omstandigheden waarop de wraking is gebaseerd waren al bekend ten tijde van de behandeling van de hoofdzaak en zijn daar ook besproken. Het hof bepaalt dat volgende wrakingsverzoeken met deze grond niet in behandeling worden genomen. Geen aanleiding prejudiciële vragen te stellen.

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:8 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180324

    Voorzittersbeslissing. Verzoek om verwijzing dekenklacht (art. 46c lid 5 Advocatenwet). Vierde klacht over vergelijkbare kwestie. Verzoeker moet er rekening mee houden dat een volgend verzoek wegens misbruik van klachtrecht niet in behandeling wordt genomen. Verwezen. 

  • ECLI:NL:TAHVD:2019:11 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180254 180255

    Klacht over advocaat in hoedanigheid van curator. Verweerders hebben niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door een borderel, waarin staat dat de gefailleerde eigenaar is van een pand in Knokke dat klaagster bedoelde over te dragen aan de stichting t.b.v. zijn kinderen, in te schrijven in het Belgische hypothecaire register. Het hof is van oordeel dat verweerders zich met het borderel niet, zoals klager stelt, hebben voorgedaan als eigenaar van het pand noch dat zij daarmee valsheid in geschrifte hebben gepleegd. De vraag welk rechtsstelsel van toepassing is voor de beoordeling van de vraag wie eigenaar van het pand is, is voorbehouden aan de civiele rechter. Het standpunt van verweerders in die civiele kwestie is een rechtens te verdedigen standpunt en is niet klachtwaardig. Klacht ongegrond. Bekrachtiging beslissing raad.

  • ECLI:NL:TGDKG:2019:12 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam C/13/653104 / DW RK 18/458

      Aan de thans geformuleerde klacht ligt (min of meer) hetzelfde feitencomplex ten grondslag als aan de klacht die in de eerdere procedure aan de orde is gesteld. Klager kan deze klacht niet opnieuw aan de kamer voorleggen. De klacht is daarom niet-ontvankelijk.