ECLI:NL:TAHVD:2019:7 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 180325

ECLI: ECLI:NL:TAHVD:2019:7
Datum uitspraak: 08-01-2019
Datum publicatie: 20-03-2019
Zaaknummer(s): 180325
Onderwerp: Tuchtprocesrecht, subonderwerp: Verwijzing
Beslissingen:
Inhoudsindicatie: Voorzittersbeslissing. Verzoek om verwijzing klacht stafjurist deken. Beroep op analoge toepassing art. 46c lid 5 Advocatenwet afgewezen, nu geen sprake is van samenhang met een dekenklacht.

BESLISSING              

van de voorzitter van

het Hof van Discipline

van 8 januari 2019

in de zaak 180325

in de klachtzaak van:

klager

tegen:

verweerster

1    HET VERZOEK

De voorzitter van het hof verwijst naar de brief met bijlagen van 3 december 2018 van mr. A. Kersseboom, stafjurist van het bureau van de Orde van Advocaten in het arrondissement Den Haag, waarin het hof wordt verzocht de klacht van klager tegen verweerster voor onderzoek naar een deken van een andere orde te verwijzen.

2    DE BEOORDELING

2.1    De klacht tegen verweerster heeft betrekking op het verstrekken van vertrouwelijke stukken, die onder meer persoonsgegevens van klager bevatten, van een klachtzaak tegen klager aan een medewerker van het bureau van de Orde van Advocaten in het arrondissement Rotterdam.

2.2    Het verzoek van mr. Kersseboom de klacht tegen verweerster te verwijzen, is gebaseerd op artikel 46c lid 5 Advocatenwet. Op grond van het bepaalde in artikel 46c lid 5 van de Advocatenwet dient de voorzitter van het hof klachten tegen dekens te verwijzen. Nu deze klacht alleen is gericht tegen een stafjurist van de deken, zal de voorzitter het verzoek afwijzen.

2.3    Ter nadere toelichting voegt de voorzitter hieraan het volgende toe. Als zowel klachten zijn ingediend tegen de deken als de stafjurist van de deken en tussen deze klachten een samenhang bestaat, kunnen redenen van doelmatigheid aanleiding geven de tegen de stafjurist van de deken gerichte klacht met een analoge toepassing van artikel 46c lid 5 Advocatenwet samen met de klacht gericht tegen de deken te verwijzen naar een deken van een andere orde. Daarvan is in dit geval geen sprake.

    BESLISSING

De voorzitter van het Hof van Discipline:

wijst af het verzoek de klacht van klager voor onderzoek en behandeling te verwijzen naar een deken van een andere orde.

Aldus beslist op 8 januari 2019 door mr. T. Zuidema, voorzitter.

voorzitter

De beslissing is verzonden op 31 januari 2019.