Zoekresultaten 20391-20400 van de 42611 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:223 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-126

    Terecht verwijt klager verweerder dat hij zijn zaak onvoldoende voortvarend heeft behandeld. Ondanks vragen van klager en een toezegging van verweerder duurde het na het opstellen van de sommatiebrief 5 maanden voordat er een dagvaarding was opgesteld. Bovendien zond verweerder stukken van de wederpartij niet door ondanks een uitdrukkelijke verzoek van klager daarom. Verweerder krijgt een berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:217 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-018

    Klacht tegen advocaat wederpartij wordt door de raad ongegrond verklaard. Verweerder mocht afgaan op feiten die weliswaar onjuist waren maar wel als juist genoemd waren in het rapport van een recherchebureau. Verweerder heeft een vergissing gemaakt in de procedure maar deze heeft niet tot processueel nadeel voor klaagster geleid.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:224 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-239

    De klachten betreffen het feit dat verweerder niet met klagers heeft gecommuniceerd over het indienen van het gratieverzoek. Hij heeft het ingediend zonder het tevoren aan klagers voor te leggen. Klagers hebben veelvuldig contact met verweerder gezocht maar dat kwam niet of slechts minimaal tot stand. Bovendien heeft verweerder het gratieverzoek zelf ondertekend terwijl een van de klagers dit had moeten. De klachten zijn gegrond en verweerder krijgt een waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:218 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-019

    Klacht tegen advocaat wederpartij wordt door de raad ongegrond verklaard. Verweerder mocht afgaan op feiten die weliswaar onjuist waren maar wel als juist genoemd waren in het rapport van een recherchebureau. Verweerder heeft een vergissing gemaakt in de procedure maar deze heeft niet tot processueel nadeel voor klaagster geleid.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:363 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.057

      Klacht tegen psychiater. Verweerder is bij de behandeling van klaagster betrokken in verband met de indicatiestelling voor en uitvoering van de medicamenteuze behandeling van klaagster zoals geadviseerd na een (door een andere zorgverlener) verricht psychologisch onderzoek. Vier jaar na beëindiging van de behandelrelatie met verweerder is bij klaagster de ziekte van Hashimoto vastgesteld. Klaagster verwijt verweerder - samengevat - een verkeerde diagnose te hebben gesteld en ten onrechte medicatie te hebben voorgeschreven waarbij hij onvoldoende voorlichting heeft gegeven en ook de schildklierfunctie niet heeft onderzocht. Het Regionaal Tuchtcollege heeft klaagster niet-ontvankelijk verklaard voor zover de klacht ziet op de periode voor oktober 2004 en de klacht voor het overige als kennelijk ongegrond afgewezen. Het beroep van klaagster wordt door het Centraal Tuchtcollege verworpen.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:212 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-175

    Eigen advocaten hebben klager in lopend arbeidsgeschil in het intakegesprek voldoende gewezen op de procesrisico’s en voorlopige strategie helder met hem afgesproken, gelet op de omstandigheden van dit geval. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:225 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-257

    Verweerster heeft volgens klager opdracht gegeven aan de deurwaarder om aan klager een bevel tot betaling uit te brengen voor achterstallige alimentatie terwijl verweerster wist dat die alimentatie al betaald was. De raad heeft niet kunnen vast stellen of die opdracht door verweerster of haar cliënte, de ex-echtgenote van klager, persoonlijk is gegeven. Maar al had verweerster die opdracht gegeven dan was dat niet tuchtrechtelijk verwijtbaar omdat vast staat dat er op dat moment nog geen overeenstemming was over het punt of die alimentatie daadwerkelijk betaald was. Bovendien zijn er geen inningsmaatregelen genomen en heeft klager niet aangetoond schade te hebben geleden door het uitbrengen van het betalingsbevel. De klacht is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:219 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-570

    Verweerder heeft klagers bijgestaan in een geschil met de bank over de inperking van een krediet. Verweerder heeft op enig moment de opdracht neergelegd en daarna is er een incassoprocedure geweest voor het innen van de declaratie. Klagers stellen dat verweerder zich heeft voorgedaan als specialist op het gebied van financieringsrecht terwijl hij dat niet blijkt te zijn. Verder klagen zij onder meer over het feit dat verweerder onnodige werkzaamheden heeft verricht en in rekening heeft gebracht en in strijd met hun instructie heeft gehandeld door een telefoongesprek met de wederpartij schriftelijk te bevestigen. De raad oordeelt de klachten ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2016:364 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.191

    Klacht tegen huisarts. De echtgenote van klaagster, hierna patiënte, die sinds 24 uur aanhoudend braakte en bekend was met diabetes mellitus, heeft zich bij verweerder op de huisartsenpost op consult gemeld. Klaagster verwijt verweerder dat deze heeft nagelaten patiënte behoorlijk te onderzoeken waardoor tijdige verwijzing naar het ziekenhuis is uitgebleven. Patiënte is de nacht na het consult in het ziekenhuis overleden. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht gegrond verklaard, aan verweerder de maatregel van doorhaling en (als voorlopige voorziening) schorsing met onmiddellijke ingang opgelegd en publicatie van de beslissing gelast. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van de huisarts en gelast publicatie van de beslissing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:213 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-190

    De raad oordeelt verzoeker niet-ontvankelijk in zijn verzoek tot opheffing schorsing ex artikel 60b Advocatenwet. Verzoeker is niet meer ingeschreven op tableau als advocaat, dus niet bevoegd tot indiening verzoek.