Zoekresultaten 13341-13350 van de 44846 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:12 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-506

    Beslissing van de raad tot voortzetting van de klachtzaak na intrekking door klager ex artikel 47a lid 3 Advocatenwet met aanwijzing van de deken ex artikel 47a lid 4 Advocatenwet. De deken is ontvankelijk ook nu hij zich met de instructie van de klacht heeft beziggehouden en met verweerder een norm-overdragend gesprek heeft gevoerd. De klacht betreft het optreden van verweerder als advocaat van een wederpartij van oorspronkelijk klager. Daarbij is het beoordelingscriterium dat de advocaat een grote mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze die hem passend voorkomt. Voortzetting van de zaak vindt plaats om redenen van algemeen belang waardoor het beoordelingskader ruimer is dan voor intrekking van de klacht. De klacht dient nu beschouwd te worden als een dekenbezwaar. Klacht gegrond. Verweerder heeft de procedure voortgezet ondanks het feit dat zijn cliënt had aangegeven dat niet te wensen en hem uitdrukkelijk had verzocht de procedure in te trekken. Onvoorwaardelijk schorsing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:295 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-147

    Verweerder is als advocaat in dienstbetrekking werkzaam geweest op het kantoor van verweerder. In het kader van zijn vertrek van dat kantoor is een geschil ontstaan dat in een schikking is geëindigd. Verweerder wordt verweten dat hij de voorwaarden van de schikking niet is nagekomen door niet te reageren op verzoeken van klager om informatie die betrekking had op de uitvoering van de schikking en dat hij zich onnodig grievend over klager heeft uitgelaten. Ten aanzien van het 1e klachtonderdeel is de raad van oordeel dat verweerder weliswaar laat heeft gereageerd naar klager toe, maar daarvoor zijn excuses heeft aangeboden terwijl klager zelf ook niet steeds adequaat heeft gereageerd naar verweerder toe. Ten aanzien van de gestelde onnodig grievende uitlatingen is de raad van oordeel dat daarvan geen sprake is gelet op het feit dat de uitlatingen zijn gedaan in een sfeer van hoog opgelopen emoties van beide kanten, terwijl klager als professional “tegen een stootje moet kunnen”. Bovendien zijn de uitlatingen gedaan in een periode die voor verweerder persoonlijk zeer moeilijk was, wat bij klager bekend was. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:13 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-685

    Voorzittersbeslissing. Verweerster mocht haar cliënte adviseren over een burengeschil met klaagster zoals door haar gedaan. Over de inhoud en toonzetting van dat advies, waarvan klaagster heeft kennis genomen, kan alleen de cliënte van verweerster klagen. Dat verweerster met dat advies klaagster onnodig of onevenredig heeft geschaad zonder redelijk doel, of dat sprake zou zijn geweest van het aansporen tot het plegen van een misdrijf door verweerster, is de voorzitter niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:296 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-150

    Betreft een klacht over het optreden van de eigen advocaat in een zaak die betrekking heeft op de nakoming van een door de rechter vastgestelde zorgregeling betreffende het minderjarige kind van klager en zijn ex-echtgenote waarbij aan de ex-echtgenote een dwangsom was opgelegd. Verweerder wordt verweten dat hij na aanzegging van verbeurde dwangsommen geen verdere rechtsmaatregelen heeft genomen. Verweerder heeft aangevoerd dat dat geen zin had omdat hij via de deurwaarder had vernomen dat de ex-echtgenote en haar nieuwe partner van een minimumloon moesten rondkomen en verdere executiemaatregelen niet werden vergoed op basis van een toevoegen zodat klager zinloos kosten zou moeten maken. De raad volgt verweerder hierin. Dit klachtonderdeel is ongegrond. Ten aanzien van het verwijt dat verweerder direct contact heeft opgenomen met de ex-echtgenote van klager is de raad van oordeel dat dit eveneens ongegrond is. De ex-echtgenote heeft zelf contact opgenomen met verweerder en hem meegedeeld dat zij geen advocaat meer had. Dat is verweerder door een derde bevestigd. In die omstandigheden mocht verweerder direct contact onderhouden met de ex-echtgenote van klager. Beide klachtonderdelen zijn ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:2 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-679/DB/LI

    Tussenbeslissing. Terugverwijzing naar deken voor nader onderzoek.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:14 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-505

    Voorzittersbeslissing. Klacht van klager tegen verweerder en kantoorgenoot (19-504) over weigeren tot instellen van hoger beroep. Dominus litis. Op zorgvuldige wijze is door (het kantoor) van verweerder opgetreden jegens klager. Dat sprake is van ondeskundig handelen daarbij is de voorzitter niet gebleken. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:297 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-142

    Verweerder wordt verweten dat hij is opgetreden voor een cliënt die ondernemers oplicht, waaronder klaagster. Verweerder zou bekend zijn geweest met de oplichtingspraktijken. De raad is van oordeel dat verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld omdat hij niet zonder meer verantwoordelijk is voor het handelen van zijn cliënt. Pas als verweerder zelf een verwijt kan worden gemaakt over zijn handelwijze is er sprake van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen, bijvoorbeeld als hij meewerkt aan malafide praktijken. Daarvan is niet gebleken. Verder is niet gebleken dat verweerder bewust onjuiste feiten heeft gesteld. Verweerder mocht afgaan op het feitenmateriaal dat zijn cliënt hem verstrekt en heeft het standpunt van zijn cliënt verwoord. Dat i zijn taak als advocaat. Evenmin is gebleken dat verweerder zich onnodig grievend heeft uitgelaten over klaagster. De klacht is in alle onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2020:3 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 19-680/DB/LI

    Tussenbeslissing. Terugverwijzing naar deken voor nader onderzoek.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2020:26 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2019/255

    Klager heeft last van tinnitus aan beide oren. Volgens klager zijn zijn klachten onvoldoende serieus genomen en is hem een goede behandeling onthouden. Zo is er volgens klager ten onrechte niet voor een tolk gezorgd en medicatie geweigerd en is een verkeerde diagnose gesteld. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2020:15 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-504

    Voorzittersbeslissing. Klacht van klager tegen verweerder en kantoorgenoot (19-505) over weigeren tot instellen van hoger beroep. Dominus litis. Op zorgvuldige wijze is door (het kantoor) van verweerder opgetreden jegens klager. Dat sprake is van ondeskundig handelen daarbij is de voorzitter niet gebleken. Kennelijk ongegrond.