Zoekresultaten 41881-41890 van de 45150 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0684 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/234
- Datum publicatie: 22-11-2010
- Datum uitspraak: 09-11-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0684
Klacht tegen huisarts. Beroepschrift voldoet aan eisen, beroep ontvankelijk. Geen schending van hoor- en wederhoor. Verwijten dat huisarts niet heeft geadviseerd om bij verergering van de keelklachten terug te komen, de huisarts niet zelf de uitslag van het bloedonderzoek aan klager heeft doorgegeven en de huisarts op basis van de uitslag van het bloedonderzoek klager niet heeft laten terugkomen, zijn ongegrond. Getuigenverklaringen leiden niet tot een andere beslissing. Klachten ongegrond, beroep afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0691 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/075
- Datum publicatie: 22-11-2010
- Datum uitspraak: 16-11-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0691
Cardioloog. Klager, geboren in 1931, bij wie tijdens open hartoperatie in 1985 omleidingen zijn geplaatst, is daarna klachtenvrij. Klager verwijt cardioloog toen klager zich in januari 2002 bij hem meldde met klachten bij inspanning onvoldoende op die klachten gereageerd te hebben en gelet op klagers voorgeschiedenis en leeftijd onvoldoende onderzoek te hebben verricht. Regionaal Tuchtcollege overweegt dat arts op grond van bij klager uitgevoerde inspanningtest de diagnose angina pectoris klasse II mocht stellen en klager terecht medicamenteus heeft behandeld en een vervolgafspraak heeft gemaakt, heeft aangenomen dat klager tijdens controle op 11 april 2002 geen zodanige klachten heeft gemeld dat de arts actie had moeten ondernemen en het er voor gehouden dat klager tijdens het consult op 17 april 2003 klachtenvrij was. Onder deze omstandigheden, aldus het Regionaal Tuchtcollege, kan niet gezegd worden dat de arts moet worden verweten dat geen nader onderzoek is gedaan of een andere behandeling is ingezet, wat mogelijk het hartinfarct dat klager in januari 2004 trof, had kunnen voorkomen. Centraal Tuchtcollege onderschrijft het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege en verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0115 Accountantskamer Zwolle 10/1002 Wtra AK
- Datum publicatie: 22-11-2010
- Datum uitspraak: 22-11-2010
- ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0115
Hoewel de aanduiding van een balanspost wel wat nauwkeuriger had gekund, is dat in de gegeven omstandigheden niet zodanig dat betrokkene daarmee het fundamentele beginsel van deskundigheid en zorgvuldigheid heeft geschonden. Voort vergeefs geklaagd over declaratiegedrag
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0685 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/259
- Datum publicatie: 22-11-2010
- Datum uitspraak: 09-11-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0685
Klacht tegen huisarts over de behandeling van een huidafwijking. Volgens klager had patiente, de partner van klager, een bloedende moedervlek en zou de huisarts weggenomen weefsel insturen voor onderzoek. Volgens de huisarts betrof het een huidkleurig huidflapje en was er geen aanleiding het weefsel te laten onderzoeken. Bij patiënte is later een melanoometastase en vervolgens een metastase in de hersenen geconstateerd geconstateerd. Zij is op 36-jarige leeftijd overleden. Klager verwijt de huisarts onder meer onvoldoende onderzoek te hebben verricht, de huidafwijking ten onrechte zelf te hebben behandeld en het medisch dossier niet correct te hebben bijgehouden. Het Regionaal Tuchtcollege berispt de huisarts. Naar het oordeel van het Centraal Tuchtcollege heeft de huisarts in hoger beroep onvoldoende weersproken dat de huidafwijking donkergekleurd was en is het tuchtrechtelijk verwijtbaar dat zij het weggenomen weefsel niet pathologisch heeft laten onderzoeken. Voorts heeft zij het medisch dossier onvoldoende bijgehouden. Het hoger beroep van de huisarts wordt verworpen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0692 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2010/021 en C2010/022
- Datum publicatie: 22-11-2010
- Datum uitspraak: 16-11-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0692
Klager, broer van overleden patiënt maakt longarts verwijten over behandeling van de patiënt, het niet overplaatsen van de patiënt en het niet verlengen van IBS. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart het eerste onderdeel deels gegrond en berispt de longarts. Beide partijen komen van de beslissing in beroep. Het Centraal Tuchtcollege verklaart in beroep de klacht over de behandeling in zoverre gegrond dat de longarts wordt verweten dat hij onvoldoende aandacht heeft besteed aan het gewicht van de patiënt en diens inname van voedsel en vocht en dat de statusvoering onder de maat is. Anders dan het Regionaal Tuchtcollege oordeelt het Centraal Tuchtcollege dat de longarts bij deze niet coöperatieve patiënt niet eerder verdergaand onderzoek had hoeven doen en wordt de longarts evenmin verweten dat hij niet zelf gesprekken met de familie heeft gevoerd. In zoverre slaagt het beroep. Het beroep van klager wordt verworpen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing waarvan beroep ten aanzien van de opgelegde berisping en legt de maatregel van waarschuwing op.
-
ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0116 Accountantskamer Zwolle 10/406 Wtra AK
- Datum publicatie: 22-11-2010
- Datum uitspraak: 22-11-2010
- ECLI:NL:TACAKN:2010:YH0116
Betrokkene heeft beoordelings- en accountantsverklaringen afgegeven aangaande de jaarrekeningen en balansen van een maatschap en een vennootschap in het kader van het geschil omtrent de afrekening van de uittreding van klager als maat/aandeelhouder. Ongegronde klachten over schending van fundamente beginselen van objectiviteit, van deskundigheid en zorgvuldigheid en van geheimhouding. Evenmin aannemelijk dat betrokkene anderszins in strijd met het algemeen belang heeft gehandeld of niet onafhankelijk is geweest.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0686 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag C2009/271
- Datum publicatie: 22-11-2010
- Datum uitspraak: 09-11-2010
- ECLI:NL:TGZCTG:2010:YG0686
Klacht tegen als meldkamer centralist werkzame verpleegkundige. Klager verwijt verpleegkundige hulp te hebben geweigerd zijn partner, door een ambulance die al op weg was terug te roepen. Regionaal Tuchtcollege oordeelt dat verpleegkundige op grond van verkregen informatie over aard van het letsel – gebroken middenvoetsbeentje – heeft mogen concluderen dat ambulance vervoer (nog) niet geïndiceerd was. Dat verpleegkundige opmerking heeft gemaakt over niet verzekerd zijn van de partner had niet gemogen maar is niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Klacht verworpen. In beroep onderschrijft het Centraal Tuchtcollege het oordeel van het Regionaal Tuchtcollege dat de klacht ongegrond is en dat bedoelde opmerking niet gemaakt had mogen worden en voegt daaraan toe dat niet gebleken is dat het vermeende niet verzekerd zijn een doorslaggevende rol heeft gespeeld bij het oordeel om de ambulance terug te roepen.
-
ECLI:NL:TNORDHA:2018:17 Kamer voor het notariaat Den Haag 18-11
- Datum publicatie: 21-11-2010
- Datum uitspraak: 31-10-2018
- ECLI:NL:TNORDHA:2018:17
Klaagster verwijt de notaris dat hij niet heeft gehandeld zoals een goed notaris betaamt. De notaris heeft gehandeld in strijd met de wet en de zorgplicht die de notaris jegens alle betrokken partijen heeft, doordat hij op 19 februari 2018 zijn bank de opdracht heeft gegeven om tot betaling aan de deurwaarder over te gaan.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1118 Raad van Discipline Amsterdam 10-128U
- Datum publicatie: 19-11-2010
- Datum uitspraak: 15-11-2010
- ECLI:NL:TADRAMS:2010:YA1118
Klacht tegen advocaat wederpartij, waarbij klager zelf advocaat is, maar eveneens als partij betrokken in de procedure waarin verweerder optrad. Verweerder zou een beslag niet op tijd hebben opgeheven. Klager had de vordering niet voldaan op de derdengeldrekening van verweerder, maar rechtstreeks naar de cliënt van verweerder. Verweerder kon zijn cliënt op dat moment niet bereiken. In de omstandigheden van dit geval heeft verweerder niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld. Klachten ongegrond.
-
ECLI:NL:TNOKAMS:2010:YC0540 Kamer van toezicht Amsterdam 438397/NT 09-39
- Datum publicatie: 19-11-2010
- Datum uitspraak: 04-11-2010
- ECLI:NL:TNOKAMS:2010:YC0540
De kamer is van oordeel dat de kandidaat-notaris klachtwaardig heeft gehandeld. Hij heeft klaagster (als belanghebbende) niet op de hoogte gesteld van het feit dat door de zoons van erflaatster weliswaar de keuze was gemaakt om de waarde te laten bepalen door de verkoop van de woning, maar dat in de akte van scheiding van 10 juni 1969 een zogenaamde meerwaardeclauslule was opgenomen waarin was bepaald dat bij overlijden de woning diende te worden getaxeerd. Indien klaagster door de kandidaat-notaris was geïnformeerd, had klaagster kunnen aangeven of zij het al dan niet met de keuze van de zoons van erflaatster eens was. De kandidaat-notaris had dan aan de zoons van erflaatster kunnen melden dat hij niet kon garanderen hoe, door hun keuze, de andere belanghebbenden/familieleden zouden reageren. De kamer acht voor dit nalaten van de kandidaat-notaris van zijn informatieplicht aan klaagster (en aan de andere belanghebbenden), een maatregel van waarschuwing op zijn plaats.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 4188
- Pagina: 4189
- Pagina: 4190
- ...
- Pagina: 4515
- Volgende pagina zoekresultaten