Zoekresultaten 20101-20150 van de 44770 resultaten

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:182 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160302

    Verzoek om aanwijzing van een advocaat ex artikel 13 Advocatenwet voor het starten van een procedure tegen de staat. Het beklag is ongegrond, omdat het dezelfde kwestie betreft als waarover reeds door het hof is beslist in 2016 (150019) en klager geen nieuwe feiten of omstandigheden heeft gesteld die aanleiding zouden kunnen geven tot een nieuwe inhoudelijke beoordeling.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:143 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-997

    Verweerder heeft als advocaat van de wederpartij aan klaagster op een vrijdag een vonnis laten betekenen met daarin aanzegging en bevel tot betaling binnen 2 dagen van verbeurde dwangsommen van € 100.000,-. Klaagster heeft de vermeende overtreding van het vonnis meteen via haar advocaat betwist. Toepasselijkheid van gedragsregel 19? Naar het oordeel van de raad heeft verweerder de vrijheid als advocaat van de wederpartij overschreden door onvoldoende de gerechtvaardigde belangen van klaagster in het oog te houden. Voor de raad is voldoende aannemelijk geworden dat voor de betekening geen contact van verweerder met de advocaat van klaagster is geweest over de te nemen rechtsmaatregelen jegens klaagster, dat klaagster op vrijdagmiddag door de betekening is overvallen en daardoor kosten heeft moeten maken voor haar advocaat en voor het starten van een kort geding na het weekend, omdat verweerder had geweigerd om de betalingstermijn van 2 dagen te verlengen. Door de aanzegging zo kort voor het weekend te laten plaatsvinden werd bovendien vrijwillige betaling en een termijn voor beraad over een oplossing door verweerder bemoeilijkt. Naar het oordeel van de raad heeft verweerder in de gegeven omstandigheden zich aldus niet gedragen zoals een behoorlijk advocaat betaamt jegens een wederpartij als klaagster nu hij haar belangen onnodig en onevenredig heeft geschaad en klaagster onnodig met kosten heeft belast. Klacht in zoverre gegrond. Waarschuwing.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:156 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-344

    Voorzittersbeslissing: de voorzitter oordeelt de klacht over de advocaat van de verhuurder kennelijk ongegrond. De door verweerster gebruikte bewoordingen in haar sommatiebrief aan klager waren in de gegeven omstandigheden toegestaan en niet bedreigend of anderszins intimiderend.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1739b

    Klager verwijt verweerder kokervisie en zware nalatigheid ten gevolge waarvan zijn echtgenote is overleden. Verweerder heeft patiënte gezien op huisartsenpost vanwege pijnklachten. Er waren geen afwijkende waarden, geen aanwijzingen voor hernia, klachten zijn serieus genomen en onderzocht. Pijnmedicatie is aangepast. Verweerder kon volstaan met verrichte onderzoek. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:99 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 16217b

    Verwijt aan huisarts van huisartsenpost dat hij tijdens visite aan klaagster uitvalsverschijnselen niet heeft herkend en diagnose herseninfarct heeft gemist en haar ten onrechte niet naar het ziekenhuis heeft verwezen op basis van de uitval aan de rechterzijde. Huisarts had op grond van mededelingen triagiste en zijn eigen waarneming van een nog aanwezige neurololgische afwijking bedacht moeten zijn op beroerte. Anamnese onvoldoende uitgediept en onvolledig neurologisch onderzoek gedaan. Verwijzing naar neuroloog lag in de rede. De huisarts heeft de resultaten van het – onvolledige – onderzoek onjuist geïnterpreteerd, waardoor deugdelijk vervolgonderzoek achterwege is gebleven. Huisarts heeft zich niet toetsbaar opgesteld. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:150 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-307

    Voorzittersbeslissing: Naar het oordeel van de voorzitter heeft verweerder als advocaat van de gedetineerde klager diens klacht over de tekortschietende medische zorg in de penitentiaire inrichting voldoende voortvarend en adequaat behandeld en, ondanks de taalproblemen, klager van zijn werkzaamheden op de hoogte gehouden, zonder dat van leugens sprake is geweest.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:144 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-1122

    Verzet tegen voorzittersbeslissing. De voorzitter is niet van onjuiste feiten uitgegaan en heeft de beslissing voldoende gemotiveerd. Het verzet is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:157 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-343

    Voorzittersbeslissing: naar het oordeel van de voorzitter diende verweerder in het belang van zijn cliënte op grond van de relevante wettelijke bepalingen het exploot van dagvaarding op 28 oktober 2016 op het BRP-adres van klager laten betekenen. Dat klager feitelijk op een ander adres verbleef, waar hij overigens tevens is gedagvaard, doet daar niet aan af. Het had op de weg van klager gelegen om zijn juridische woonsituatie in overeenstemming te brengen met zijn feitelijke woonsituatie. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:151 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-197

    Voorzittersbeslissing: naar het oordeel van de voorzitter hebben verweerders, als toegevoegd advocaat in de strafzaak in appel, klager kwalitatief goed en op juiste wijze bijgestaan. Ondanks de tussentijdse intrekking door klager van zijn opdracht, zijn zij op verzoek van het gerechtshof betrokken gebleven bij de behandeling van de zaak in verband met een te starten deskundigenonderzoek naar de psychische toestand van klager om verder zijn eigen belangen te mogen behartigen. Klager heeft daarna zijn hoger beroep ingetrokken, waarna verweerders zijn gestopt met hun werkzaamheden. Alle (overige) klachtonderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:145 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-284

    Voorzitter oordeelt dat verweerder als advocaat van klaagster in haar geschil over de boedelscheiding voldoende zorgvuldig heeft gehandeld. Dat sprake was van een door verweerder onopgemerkte fout in de beschikking van het hof is niet gebleken, zodat dit klachtonderdeel kennelijk ongegrond is. Het verwijt dat de door verweerder ingeschakelde cassatie-advocaat een negatief cassatie advies heeft gegeven, kan verweerder niet worden verweten. Dat klachtonderdeel is kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:178 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170081

    Klacht tegen de advocaat van de wederpartij dat zij zich onnodig grievend heeft uitgelaten over klager door in haar brief de zinsnede 'middels bedrog en een onjuiste voorlichting van de rechters, cliënte een aanzienlijke geldsom ten onrechte afhandig wenst te maken' op te nemen. Het hof is, anders dan de raad, van oordeel dat verweerster niet klachtwaardig heeft gehandeld. De bewoordingen waren bezien in het licht van het gevoerde debat en met het oog op de naderende schadestaatprcoedure, scherp maar tevens functioneel en niet onnodig grievend. Vernietiging.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:158 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-932

    Klacht tegen eigen advocaat over kwaliteit van de behandeling van een familiezaak. Klager beklaagt zich erover dat de advocaat zijn argumenten in een procedure onvoldoende voor het voetlicht heeft gebracht, heeft geweigerd een stuk op te vragen en ermee heeft ingestemd dat er door een derde alleen betalingen aan zijn ex-echtgenote werden gedaan. Klacht ongegrond. De klachten zijn zowel in de klachtbrief als bij repliek als op de zitting niet nader onderbouwd en onvoldoende aannemelijk gemaakt. Daarbij heeft de raad ook in ogenschouw genomen dat aldus de gemachtigde van klager sprake is van een dossier van 1000 bladzijden, waaruit blijkt dat er het nodige is gebeurd en dat niet in deze tuchtprocedure is ingebracht, terwijl verweerder onbetwist heeft aangevoerd dat hij het dossier aan de opvolgend advocaat heeft gezonden en daarover dus niet meer de beschikking heeft. Bij gebreke van enige onderbouwing komt de raad niet toe aan enige verdere factfinding in deze zaak.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:139 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-461

    Voorzittersbeslissing. Klaagsters sub 2 en 3 kennelijk niet-ontvankelijk. Klacht van klager sub 1 tegen verweerder in zijn hoedanigheid van curator kennelijk ongegrond. De klacht dat verweerder fouten van andere advocaten niet heeft gecontroleerd en hersteld en klachten van klager heeft genegeerd, is onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:152 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-311

    Voorzittersbeslissing: klager beklaagt zich over de gang van zaken bij het onderzoek door de deken naar zijn klacht jegens mr. T. De voorzitter is van oordeel dat het verweerder op grond van de voor hem geldende regelingen - in zowel in de Advocatenwet als in de Leidraad, waaronder het bepaalde in artikel 3.4 - vrij stond om aan mr. T. nader uitstel te verlenen zoals hij om hem moverende redenen heeft gedaan en tevens om de daarna te laat ontvangen reactie van mr. T. alsnog aan het klachtdossier voor de raad van discipline toe te voegen. Een deken heeft immers een grote vrijheid om een klacht te onderzoeken zonder daarbij gebonden te zijn aan dwingende bepalingen en termijnen. Anders dan klager stelt, bestaat geen verplichting voor een deken om een klacht op verzoek van een klager direct door te zenden naar de raad van discipline. Integendeel, op grond van de in deze geldende regelingen als door verweerder genoemd, was verweerder juist verplicht om de klacht van klager jegens mr. T. eerst te onderzoeken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZREIN:2017:100 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Eindhoven 1739a

    Klager verwijt verweerster kokervisie en zware nalatigheid ten gevolge waarvan zijn echtgenote is overleden. Verweerster, dienstdoende op huisartsenpost, heeft telefonisch consult met patiënte vanwege lage rugpijn. Verweerster kon gelet op vragen, bevindingen in medisch dossier tot standpunt komen dat er geen noodzaak was tot doen van nader onderzoek. Voordat pijnmedicatie is voorgeschreven is patiënte uitgevraagd over eventuele contra-indicaties voor dit medicijn. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:146 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-286

    Naar het oordeel van de voorzitter heeft klager wat betreft klachtonderdeel a) tijdig geklaagd en is hij daarin ontvankelijk. Dit klachtonderdeel is kennelijk ongegrond. Niet gebleken dat verweerder fouten heeft gemaakt bij de waardering voor de boedelverdeling of bij berekening van de hoogte van de alimentatie. Ten aanzien van de overige verwijten over de alimentatieprocedure is klager niet-ontvankelijk op grond van art. 46g lid 1 sub a Advocatenwet, nu een beroep op verschoonbare termijnoverschrijding niet slaagt.

  • ECLI:NL:TAHVD:2017:179 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170250

    Verzoek om aanwijzing van een advocaat ex artikel 13 Advocatenwet. Klager is door de rechtbank veroordeeld tot betaling van een geldsom en heeft hoger beroep ingesteld. Zijn advocaat heeft zich korte tijd na indiening van de memorie van grieven onttrokken. Klager heeft zich tot de deken gewend omdat hij een advocaat benodigd heeft die voor hem pleidooi kan vragen aan het hof. De deken heeft het verzoek afgewezen. Het hof acht het beklag van klager gegrond. Kllager wordt in een lopende hoger beroepprocedure niet meer door een advocaat vertegenwoordigd. De zaak staat inmiddels voor arrest, maar de kans op pleidooi is niet volledig uit te sluiten. De bewaking van de procedure en de afwikkeling van de zaak maken het noodzakelijk dat klager door een advocaat wordt bijgestaan.

  • ECLI:NL:TADRARL:2017:140 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-481

    Voorzittersbeslissing. Verweerder mocht als partijdige belangenbehartiger de stellingen en feiten innemen namens zijn cliënte in de bestuursrechtelijke procedure en in dat kader de kwaliteit van de door klaagster verstrekte opdrachten aan een onderzoeksbureau ter discussie stellen. De door verweerder daarbij gebruikte bewoordingen zijn toegestaan bezien binnen de context van het gevoerde debat. Geen sprake van grievende uitlatingen jegens klaagster. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:20 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen vp2017/09

    Klager, de voormalige werkgever van verweerster, verwijt verweerster grensoverschrijdend gedrag. Verweerster liet twee bewoners van de instelling, die een relatie met elkaar hebben, elkaar helpen met douchen. Dit gebeurde op verweersters initiatief en zonder overleg met de persoonlijke begeleiders en het team. Ook heeft zij een geluidsopname gemaakt van het gezamenlijk douchen en dit aan collega’s laten horen. Klacht deels gegrond, geen maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:108 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/062

    Klaagster is moeder van een 15-jarige zoon. Zij heeft hulp voor haar zoon gezocht in verband met psychische problemen. Aldus is de zoon onder behandeling gekomen van verweerster. Verweerster heeft de diagnose Pediatric Condition Falsification / Munchhausen by Proxy gesteld. Volgens klaagster heeft verweerster deze diagnose ten onrechte gesteld en zonder de contra-indicaties voor die diagnose erbij te betrekken. Voorts heeft verweerster volgens klaagster onder meer in strijd met artikel 8 EVRM gehandeld door medische informatie over haar en haar zoon zonder toestemming aan derden door te spelen. Verweerster voert verweer.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:21 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen GP2017/03

    Klacht tegen gezondheidszorgpsycholoog. Klaagster heeft vier kinderen die allen uit huis geplaatst zijn. In het kader van een rechtszaak om de kinderen eventueel weer thuis te plaatsen heeft verweerster in opdracht van de rechtbank een deskundigenrapportage opgesteld, waarin zij tot de conclusie is gekomen dat klaagster een persoonlijkheidsstoornis heeft en thuisplaatsing van de kinderen niet in hun belang is. Klaagster heeft een klacht ingediend, omdat zij zich niet kan vinden in de inhoud van verweersters rapportage. Daarnaast is zij van mening dat verweerster er te lang over heeft gedaan om de rapportage op te stellen. Voorts vindt klaagster dat verweerster te weinig tijd voor klaagster heeft uitgetrokken, zeker om tot zo’n vergaande conclusie te kunnen komen en dat verweerster haar beroepsgeheim heeft geschonden door met derden over de rapportage te spreken. De klacht is gemotiveerd betwist door verweerster. Het college verklaart de klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:19 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen vp2017/07

    Klacht van de IGZ tegen voormalig verpleegkundige. Verweerster wordt verweten dat zij een patiënt ten aanzien van wie een volledig (reanimeer)beleid was afgesproken niet heeft gereanimeerd toen hier aanleiding toe bestond. Ook heeft zij ten onrechte aan twee collega’s meegedeeld dat patiënt niet gereanimeerd moest worden. Voorts heeft zij verzuimd van haar eigenhandige beslissing om niet te reanimeren verslag te leggen in het medisch dossier van patiënt. Het college verklaart de klacht in zijn geheel gegrond en rekent een en ander verweerster zwaar aan. Het college oordeelt dat verweersters verweten handelen dusdanig ernstig is dat haar BIG-registratie dient te worden doorgehaald.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:169 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-222 DB/LI

    In strijd gehandeld met gedragsregel 17 door de rechtbank in het verzoek om aanhouding in strijd met de waarheid voor te lichten. Niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager te beschuldigen van het aanzetten van zijn cliënt tot het indienen van een klacht tegen verweerder, nu verweerder dit verwijt heeft ingetrokken. Deels gegrond, deels ongegrond. Mede gelet op tuchtrechtelijk verleden: berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:170 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-046/DB/ZWB

    Verzetzaak. Klager verwijt verweerder dat verweerder hem zou hebben willen belazeren door bewust een foutieve declaratie toe te zenden. Verweerder heeft klager niet willen belazeren en wijst op het vonnis van de kantonrechter van 10 augustus 2016 waarin de kantonrechter overweegt dat niet is gebleken dat klager welbewust een onjuist bedrag in rekening heeft gebracht. De klacht is door de voorzitter terecht kennelijk ongegrond verklaard. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:171 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-412/DB/ZWB

    Verweerder heeft, ondanks financiële nood van klaagster, geen verzoek om voorlopige voorzieningen ingediend. Het feit dat klaagster daar niet om had gevraagd betekent niet dat verweerder niet toch had moeten begrijpen dat klaagster daaraan wel behoefte had. Verweerder heeft onvoldoende met klaagster gecommuniceerd door haar niet te informeren over de kans van slagen van eventueel in te dienen voorlopige alimentatieverzoeken, door tot tweemaal toe uitstel te vragen zonder daarover met klaagster te overleggen en te late toezending van het concept verweerschrift. Het indienen van een algemeen verweerschrift heeft niet tot afwijzing van alimentatieverzoeken geleid en niet is gebleken dat verweerder teveel tijd had geschreven of zijn tijd vanwege gebrekkige kwaliteit had moeten matigen. Klachtonderdeel 1 en 3 gegrond. Klacht voor het overige ongegrond. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:172 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-161/DB/ZWB

    Klager verwijt verweerder dat hij een valse verklaring in het geding heeft gebracht en stigmatiserend is geweest in een conclusie van antwoord en feiten heeft verdraaid door slechts een gedeelte van een email in het geding te brengen. Verweer mocht, als advocaat van de wederpartij van klager, afgaan op de juistheid van de door zijn cliënt verstrekte verklaring. Daarnaast was verweerder niet onnodig grievend en heeft hij weliswaar slechts een gedeelte van een email geciteerd, maar wel de volledige email in het geding gebracht. Van feiten verdraaien is dan ook geen sprake. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:174 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-186/DB/ZWB

    Klaagster heeft in 1999 gelden op de derdenrekening van verweerder gestort. Klaagster heeft in 2015 aanspraak gemaakt op de door verweerder ontvangen rente over het in depot gestorte bedrag. Verweerder heeft geen inzage verschaft over de door hem ontvangen rente, maar heeft wel een regeling tegen finale kwijting met klaagster getroffen. Door verweerder finale kwijting te verlenen en gelet op het lange tijdsverloop komt aan klaagster geen recht meer toe om te klagen en de renteafrekening in de klachtprocedure ter discussie te stellen. Klaagster is derhalve niet ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:168 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-472/DB/OB

    Voorzover ingediend namens failliete BV kennelijk niet-ontvankelijk omdat enkel curator kan klagen. Voorzover ingediend door gemachtigde kennelijk niet-ontvankelijk wegens ontbreken eigen belang. Klacht kennelijk ongegrond , volstrekt onvoldoende onderbouwd.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:40 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/314369/KL RK 17 - 1 C/05/316906/KL RK 17 - 24

    Blijkens het testament zijn de executeurs in verband met de betaling van schulden bevoegd de door hen beheerde goederen van de nalatenschappen te gelde te maken. De toestemming van de erven is daarvoor niet vereist en ook overleg is niet nodig. De executeurs zijn derhalve enkel zelfstandig bevoegd om goederen te gelde te maken voor zover dat nodig is ter voldoening van de schulden van de nalatenschap. De kamer is van oordeel dat de notaris in zijn advies deze beperking onvoldoende onder de aandacht van de executeurs heeft gebracht.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:200 Raad van Discipline Amsterdam 17-563/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Dat verweerster er voor heeft gekozen een deel van de stukken die klaagster haar heeft verstrekt niet in het geding te brengen valt binnen de vrijheid die een advocaat heeft met betrekking tot de wijze waarop hij een zaak behandelt. Van een onjuiste werkwijze aan de zijde van verweerster is niet gebleken.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:167 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-614/DB/NN

    Geen nodeloos grievende uitlatingen en grenzen van vrijheid van advocaat van de wederpartij niet overschreden. Kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:188 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-453/DH/DH

    voorzittersbeslissing, klacht kennelijk ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:189 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-397/DH/DH-b

    voorzittersbeslissing; klacht tegen klachtfunctionaris kennelijk ongegrond. zie ook de samenhangende klacht tegen de kantoongenoot van de klachtfunctionaris 17-397/DH/DH-aToevoegen

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:183 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-458/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Het contact heeft (steeds) op initiatief van klaagster plaatsgevonden. Gelet daarop kan niet worden geconcludeerd dat verweerder zich met klaagster ‘in verbinding heeft gesteld’ als bedoeld in gedragsregel 18. Klacht ook voor het overige kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:184 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-521/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat aangaande bijstand in een strafprocedure kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:107 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/287

    Klager verwijt verweerder onder andere een schending van privacy en het negeren van bestaande medische protocollen. Concentratie van klacht. Klager is niet-ontvankelijk in zijn klacht. Naar het oordeel van het college had klager gelijktijdig met een eerder door hem ingediende tuchtklacht de onderhavige klacht tegen de aangeklaagde kunnen indienen. Klager was reeds toen op de hoogte van de nu door hem gestelde fouten van aangeklaagde.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:185 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-484/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat van ex-partner. Verweerster is gebleven binnen de brandbreedte van professioneel gedrag. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:190 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-397/DH/DH-a

    voorzittersbeslissing. klacht deels kennelijk niet ontvankelijk en deels kennelijk ongegrond. zie ook de samenhangende klacht tegen de klachtfunctionaris met nummer 17-397/DH/DH-b

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:186 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-318/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Verweerder is bij het behartigen van de belangen van zijn cliënte gebleven binnen de bandbreedte van professioneel gedrag. Naar het oordeel van de voorzitter zijn de belangen van klager niet nodeloos geschaad. De klacht is kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:180 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-156/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klager heeft al eerder een klacht ingediend over de door verweerder verleende rechtsbijstand in klagers arbeidsgeschil met B.V. X. Nieuwe feiten zijn gesteld noch gebleken. Voor zover klager in de eerdere klachtprocedure niet alle klachten ten aanzien van verweerders bijstand in het arbeidsgeschil naar voren heeft gebracht, komt dat voor zijn rekening. Nieuwe klachten die daarop betrekking hebben worden alleen in behandeling genomen als het onmogelijk was deze in de eerdere procedure al mee te nemen. Daarvan is niet gebleken. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:187 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-267/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk wegens het ontbreken van een rechtstreeks belang.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:181 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-219/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht tegen advocaat wederpartij. Naar het oordeel van de voorzitter valt niet in te zien waarom het, in het kader van de beoordeling van de oorspronkelijke klacht, volgens verweerder nodig was om een op klager betrekking hebbend strafvonnis en een ontslagbrief (integraal) aan de deken te sturen. Er is derhalve sprake geweest van schending van klagers privacy. Nu de deken een geheimhoudingsplicht heeft, is de schending evenwel zeer beperkt gebleven. Aangezien er voorts is gesteld noch gebleken dat hieruit schade voor klager is voortgevloeid, ziet de voorzitter aanleiding het te laten bij de enkele constatering, en daar geen verdere gevolgen aan te verbinden. Klacht ook voor overigens kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:182 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-032/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond voor zover deze jegens verweerster is ingediend. Klacht kennelijk niet-ontvankelijk voor zover deze is gericht tegen het advocatenkantoor waar verweerster werkzaam is.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:201 Raad van Discipline Amsterdam 17-567/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van curator. Verweerder heeft het vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Klacht in beide onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:202 Raad van Discipline Amsterdam 17-556/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over verweerder in zijn hoedanigheid van klachtenfunctionaris in alle onderdelen kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TACAKN:2017:62 Accountantskamer Zwolle 16/1441 Wtra AK

    Klachten over de controle van de jaarrekeningen over een tweetal jaren. De controle over het tweede jaar is nog niet afgerond maar betrokkene heeft in het accountantsverslag dat aan de directie en de Raad van Commissarissen is gestuurd, onder de kop “Controleverklaring” vermeld dat een aantal posten nader wordt onderbouwd, maar al wel met hem is besproken, en dat hij verwacht na afronding van de werkzaamheden een goedkeurende controleverklaring over het boekjaar te verstrekken. Klachten ontvankelijk. Dat de posten waarover wordt geklaagd in het accountantsverslag staan brengt niet mee dat klaagsters een vermoeden hadden van tekortschieten, aangezien uit het verslag niet kan worden afgeleid over welke controle-informatie betrokkene beschikte. Als de onderbouwing van een goedkeurende verklaring bij een jaarrekening gelijkluidend is aan de onderbouwing van de goedkeurende verklaringen over eerdere jaren wil dat niet zeggen dat de termijnen van artikel 22 lid 1 Wtra al aanvangen bij het kennis nemen van die eerdere onderbouwingen. Klachten gedeeltelijk gegrond. Onvoldoende betrouwbare controle-informatie vergaard over de post onderzoek en ontwikkeling, waarin forse bedragen zijn begrepen die betrekking hadden op interne uren van eigen personeel. Betrokkene heeft nagelaten aan de orde te stellen bij de directie dat bepaling van de realiseerbare waarde van nog niet in gebruik genomen projecten achterwege was gebleven. Hij had ook moeten aandringen op impairment testing van de post goodwill in de conceptjaarrekening. Betrokkene had moeten opmerken dat latente belastingvorderingen en acute belastingverplichtingen gesaldeerd in de balans waren opgenomen. Bij de controle van de post machines en inventaris zijn de werkzaamheden bedoeld in paragraaf 8 van Standaard 500 van de NVCOS niet verricht. Meerdere tekortkomingen bij de controle van de post voorraden, de post onderhanden werk en de resultaatneming van inkoopbonussen. De verwachtingen die werden gewekt in het accountantsverslag werden niet gerechtvaardigd door de werkzaamheden die waren uitgevoerd in het kader van de controle op de hantering van de continuiteitsveronderstelling.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2017:149 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 060/2017

    Klacht tegen neuroloog. Klacht gedeeltelijk verjaard en voor het overige kennelijk ongegrond. Verweerder heeft op goede gronden tot de waarschijnlijkheidsdiagnose epilepsie kunnen komen.

  • ECLI:NL:TNORARL:2017:39 Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden C/05/318122 KL RK 17-39

    De gedragingen die klaagster de notaris verwijt houden geen rechtstreeks verband met de werkzaamheden die de notaris – betrokken bij de boedelafwikkeling - in het kader van zijn ambtsuitoefening verricht heeft of die voor een notaris onbetamelijk zijn. Ook stond het de notaris vrij – gelet op stadium waarin de afwikkeling verkeerde, alsnog van het bewind af te zien. Klacht ook op overige onderdelen ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:204 Raad van Discipline Amsterdam 17-557/A/A

    Voorzittersbeslissing. Kennelijk ongegronde klacht over eigen advocaat. Niet gebleken dat klager verweerster opdracht heeft gegeven om de zaak voor te leggen aan de gewone rechter. Dat zij dat niet heeft gedaan valt haar dan ook niet tuchtrechtelijk te verwijten.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:173 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-487/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. Klacht kennelijk ongegrond omdat door advocaat is betwist en niet is gebleken dat er een overeenkomst van opdracht tot stand is gekomen tussen cliënt en advocaat.