Zoekresultaten 19881-19900 van de 44627 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:271 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.108
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:271
De klacht is gericht tegen een neuroloog. Klager verwijt de neuroloog, kort gezegd, dat zij bevooroordeeld, ongeïnteresseerd en onvoorbereid was, en de uitslag van de MRI heeft verdraaid; daarop was volgens klager geen epilepsie te herkennen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager is de neuroloog op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:160 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 263/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:160
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:154 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 267/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:154
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:112 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/012
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:112
Klaagster kwam met klachten aan haar hand bij verweerder, plastisch chirurg. Verweerder heeft bij klaagster een 'CT-release' operatie uitgevoerd wegens verdenking van een carpaal tunnelsyndroom. Klaagster verwijt verweerder dat hij een gezonde hand heeft geopereerd, zonder duidelijke diagnose en haar klachten hierdoor heeft verergerd. Verweerder voert verweer. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:272 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.109
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:272
De klacht is gericht tegen een neuroloog. Klager verwijt de neuroloog, kort gezegd, dat hij een verkeerde diagnose, namelijk epilepsie, heeft gesteld en niet bereid is daar iets aan te veranderen. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Beroep klager verworpen. Binnen de beroepsgroep van neurologen is het gebruikelijk om de diagnose epilepsie te stellen op basis van de beschrijving van de aanval(len) door de patiënt en vooral door de omstanders, waarbij onder meer van belang is onder welke omstandigheden de aanval plaatsvond, wat zich tijdens de aanval heeft voorgedaan en welke uiterlijke verschijningsvormen de aanval had. In het geval van klager is de neuroloog op goede gronden uitgegaan van de diagnose epilepsie.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:161 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 158/2016
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:161
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2017:155 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 271/2015
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZRZWO:2017:155
Dit is een van de 12 klachten tegen artsen en verpleegkundigen betreffende de behandeling van patiënt, geboren in 1929 en overleden in 2014, die bekend was met een uitgebreide medische voorgeschiedenis, in verband met (wat uiteindelijk bleek te zijn) een iliaco-ureterale fistel. Al deze klachten zijn bekend onder de nummers 263 tot en met 273/2015 en 158/2016. Het college heeft een klachtonderdeel in de zaak 264/2015 gegrond bevonden en de maatregel van waarschuwing opgelegd. De overige klachten heeft het college afgewezen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:273 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.115
- Datum publicatie: 10-10-2017
- Datum uitspraak: 10-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:273
Klacht tegen een neuroloog. Klaagster verwijt de neuroloog dat hij de diagnose hersentumor heeft gemist. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af, het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:183 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160102
- Datum publicatie: 09-10-2017
- Datum uitspraak: 09-10-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:183
Dekenbezwaar. Verweerder heeft het onderzoek dat de deken wilde instellen naar mogelijke belediging van leden van het gerechtshof door verweerder gefrustreerd door te weigeren om stukken daarover naar de deken te sturen. Gegrond. Het bezwaar dat verweerder geen toegang heeft willen geven tot zijn kantoorruimte, is - anders dan de raad oordeelde - ongegrond. Verweerder heeft kantoor aan huis. De Advocatenwet en Algemene Wet Bestuursrecht geven de in artikel 12 lid 1 Grondwet vereiste wettelijke grondslag voor het binnentreden van een woning niet. Het past een behoorlijk advocaat echter niet om zich aan het toezicht door de deken op zijn praktijkuitoefening te onttrekken door zich op het huisrecht te beroepen. De deken heeft bijgedragen aan een onnodige escalatie. Daarom is dit onderdeel ongegrond. Verweerder zich onnodig grievend uitgelaten over de deken en leden van de rechterlijke macht, zodat dit onderdeel van het bezwaar gegrond is. Schrapping. Kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:214 Raad van Discipline Amsterdam 17-625/A/NH
- Datum publicatie: 09-10-2017
- Datum uitspraak: 02-10-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:214
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Verweerster heeft niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de gehele beschikking van de rechtbank aan de verzekeraar en de bank te sturen ter executie. Niet kan worden vastgesteld dat verweerster de politie onjuist heeft voorgelicht.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:210 Raad van Discipline Amsterdam 17-579/A/A
- Datum publicatie: 06-10-2017
- Datum uitspraak: 19-09-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:210
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet valt in te zien wat verweerder terzake nog meer had kunnen aanvoeren.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:211 Raad van Discipline Amsterdam 17-618/A/A
- Datum publicatie: 06-10-2017
- Datum uitspraak: 28-09-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:211
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Niet is duidelijk wat verweerder heeft nagelaten aan te voeren in de namens klager gevoerde procedure.
-
ECLI:NL:TACAKN:2017:65 Accountantskamer Zwolle 16/886 Wtra AK
- Datum publicatie: 06-10-2017
- Datum uitspraak: 06-10-2017
- ECLI:NL:TACAKN:2017:65
Klaagster had grote (financiële) belangen bij een correcte verwerking van de tussen klaagster en de opdrachtgever van betrokkene gemaakte samenwerkingsafspraken. Klaagster is door opdrachtgever geconfronteerd met aanzienlijke additionele kosten. Gelet op de materialiteit van deze post had betrokkene onderzoek moeten doen naar deze posten en zich daarover in (de toelichting op) de jaarrekening moeten uitspreken. Ook ten aanzien van de rentebaten van de projecten had betrokkene er rekening mee moeten dat klaagster de zienswijze van zijn opdrachtgever niet deelde. Weliswaar was betrokkene niet verplicht deze posten in weerwil van de instructie van zijn opdrachtgever in de aan klaagster verstrekte exploitatieoverzichten te verwerken, maar hij had dat wel in de toelichting moeten vermelden, nu hij er rekening mee moest houden dat klaagster de zienswijze van zijn opdrachtgever niet deelde. Zonder daarvan melding te maken in de toelichting kon de indruk ontstaan dat er helemaal geen rentebaten waren gerealiseerd. Ten aanzien van beide aspecten had betrokkenen zich nader met zijn opdrachtgever moeten verstaan teneinde de jaarrekening respectievelijk de exploitatieoverzichten van een deugdelijke grondslag/toelichting te voorzien. Betrokkenen heeft zich over een langere periode onvoldoende professioneel-kritisch opgesteld ten aanzien van zijn opdrachtgever en zich ten onrechte verscholen achter zijn opdrachtgever. Juist omdat klaagster een informatieachterstand had, had betrokkene zich actiever en kritischer moeten opstellen ten aanzien van zijn opdrachtgever. Schending van het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid. Maatregel van berisping.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:212 Raad van Discipline Amsterdam 17-620/A/A
- Datum publicatie: 06-10-2017
- Datum uitspraak: 28-09-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:212
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat kennelijk ongegrond. Verweerder heeft wel degelijk actie ondernomen richting de deurwaarder.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:213 Raad van Discipline Amsterdam 17-621/A/A
- Datum publicatie: 06-10-2017
- Datum uitspraak: 29-10-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:213
Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaat in alle onderdelen kennelijk ongegrond. Uit het klachtdossier blijkt dat er veelvuldig contact is geweest tussen klager en verweerster. Onder die omstandigheden is het één of enkele malen na 2 à 3 dagen reageren op een contactverzoek en het laat afzeggen of verplaatsen van een afspraak van onvoldoende gewicht om tuchtrechtelijk verwijtbaar te zijn. Niet gebleken dat verweerster haar werkzaamheden niet goed heeft uitgevoerd.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:267 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.196
- Datum publicatie: 05-10-2017
- Datum uitspraak: 05-10-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:267
Klacht tegen psychiater. De psychiater was superviserend psychiater van een psychiater in opleiding die klager heeft onderzocht op een mogelijke stoornis in het autismespectrum. In het medisch dossier van klager staat de diagnose ASS genoteerd. Klager is het niet eens met de diagnose en wil vanwege de beeldvorming dat de diagnose en overige informatie daarover in zijn medisch dossier wordt gecorrigeerd cq vernietigd. Klager verwijt verweerder dat hij het correctierecht en het selectieve vernietigingsrecht van klager niet heeft gehonoreerd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht als kennelijk ongegrond afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:160 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 604384/ DW RK 16/237
- Datum publicatie: 05-10-2017
- Datum uitspraak: 19-09-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:160
Termijn van vijftien werkdagen voor herberekening beslagvrije voet in dit geval van onvoldoende gewicht is om te kunnen oordelen dat sprake is van laakbaar handelen dat tuchtrechtelijk dient te worden bestraft. Verder rust op de gerechtsdeurwaarders geen wettelijke verplichting om een (mogelijk) beslag op roerende zaken aan te kondigen. Dat sprake is van beschermingsbewind maakt dat niet anders. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:161 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 614528 / DW RK 16/949
- Datum publicatie: 05-10-2017
- Datum uitspraak: 19-09-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:161
Verzet ongegrond. De gerechtsdeurwaarder heeft de beslagvrije voet na het uitdrukkelijke verzoek tot herberekening binnen een redelijke termijn aangepast. Het niet tuchtrechtelijk laakbaar dat de gerechtsdeurwaarder heeft geweigerd de beslagvrije voet met terugwerkende kracht aan te passen, nu hij aanvoert dat de geïncasseerde gelden reeds aan de beslagleggers waren afgedragen. In dit geval heeft de gerechtsdeurwaarder aangevoerd dat de netto uitkering ruimschoots boven de beslagvrije voet blijft, zodat de uitkering van het vakantiegeld geheel onder het beslag valt.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:162 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 625315 / DW RK 17/257
- Datum publicatie: 05-10-2017
- Datum uitspraak: 19-09-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:162
Verzet ongegrond. Het exploot van betekening is gebaseerd op het dwangbevel zonder personalia. In artikel 4:122 van de Algemene wet bestuursrecht is niet opgenomen dat het dwangbevel de geboortedatum van de betrokkene en/of het Burgerservicenummer dient te vermelden. De Kamer acht de beslissing van de voorzitter daarom juist en de door klager aangevoerde gronden geven geen aanleiding de motivering van de beslissing aan te passen.
-
ECLI:NL:TGDKG:2017:157 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 603952 / DW RK 16/199
- Datum publicatie: 05-10-2017
- Datum uitspraak: 19-09-2017
- ECLI:NL:TGDKG:2017:157
De gerechtsdeurwaarder erkent dat klager per eind juni 2015 een bedrag teveel had betaald en klager dit bedrag terug had moeten krijgen. De gerechtsdeurwaarder heeft echter aangevoerd dat haar opdrachtgever (een advocaat) om praktische redenen ervoor heeft gekozen om met ingang van maart 2015 de inhoudingen op het salaris van klager rechtstreeks te laten overmaken aan de opdrachtgever. De gerechtsdeurwaarder heeft haar opdrachtgever bij brief van 17 juni 2015 verzocht om hetgeen teveel is ingehouden terug te storten aan klager. De opdrachtgever heeft dit geweigerd, met als reden dat de vordering nog niet was voldaan. De keuze om de gelden van het ingehouden salaris van klager rechtstreeks aan de opdrachtgever te laten overmaken is naar het oordeel van de Kamer tuchtrechtelijk laakbaar. Het behoort tot de kerntaken van de gerechtsdeurwaarder om beslag te leggen en de geëxecuteerde gelden te innen. De wetgever heeft hem deze exclusieve positie toegekend mede om op deze manier, in het belang van alle betrokkenen, zo veel mogelijk te waarborgen dat een onafhankelijke afwikkeling van het beslag plaatsvindt. Het past nadrukkelijk niet binnen het systeem van de wet dat als het beslag eenmaal is gelegd, de opdrachtgever tot het derdenbeslag eigenhandig geheel buiten de gerechtsdeurwaarder om tot inning overgaat. Verder is door de gerechtsdeurwaarder in het geheel niet gereageerd op verzoeken van klager en zijn advocaat om een gespecificeerd overzicht van alle ingehouden beslagen. Nu de gevraagde cijfers eerst na indiening van de onderhavige klacht door de gerechtsdeurwaarders zijn overgelegd, is dit onderdeel van de klacht terecht voorgesteld. Niet gezegd kan worden dat de gerechtsdeurwaarder te lang heeft gewacht met het opheffen van het loonbeslag. Klacht is gedeeltelijk gegrond met maatregel van berisping met aanzegging.