Zoekresultaten 14821-14840 van de 45015 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:170 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-779/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:222 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.326

    Klacht tegen een arts. Klaagster was opgenomen in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg van een penitentiaire inrichting (hierna: het Centrum). Er was bij klaagster sprake van obesitas, aangezichtspijn, clusterhoofdpijn en afhankelijkheid van opiaten. De arts is als afdelingsarts aan het Centrum verbonden. Klaagster was begonnen met de afbouw van het gebruik van opiaten. Op enig moment heeft klaagster (waarschijnlijk) teveel opiaten toegediend gekregen. Klaagster verwijt de arts onder meer dat zij na de overdosis niet meteen weer verder had moeten gaan met de afbouw van de opiaten en dat zij hierdoor veel pijn heeft geleden. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht van klaagster ongegrond. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:183 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-519/DH/RO

    Dekenverzoek ex artikel 60b Advocatenwet. Verzoek tot schorsing van verweerster en benoeming van een waarnemer toegewezen. Mede als gevolg van alcoholproblematiek is verweerster op dit moment niet in staat haar praktijk behoorlijk uit te oefenen. De kosten van de waarneming komen ten laste van verweerster.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:164 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-963/DH/DH

    Verzet ongegrond

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:177 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-831/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:171 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-780/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:223 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.327

    Klacht tegen een arts. Klaagster was opgenomen in het Justitieel Centrum voor Somatische Zorg van een penitentiaire inrichting (hierna: het Centrum). Er was bij klaagster sprake van obesitas, aangezichtspijn, clusterhoofdpijn en afhankelijkheid van opiaten. De arts is als afdelingsarts aan het Centrum verbonden. Klaagster was begonnen met de afbouw van het gebruik van opiaten. Op enig moment heeft klaagster (waarschijnlijk) teveel opiaten toegediend gekregen. Klaagster verwijt de arts dat zij in strijd met haar zorgplicht jegens klaagster in het weekend geen visite aan klaagster heeft afgelegd. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht ongegrond verklaard. Het Centraal Tuchtcollege heeft het beroep verworpen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:184 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-135/DH/DH

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:7 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-324/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:165 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-354/DH/RO

    Verzoek ex artikel 60b lid 7 Aw is toegewezen. V erzoeker heeft, onder begeleiding van zijn gemachtigde, zijn best gedaan om de schorsingsperiode te benutten om orde op zaken te stellen. Dat verzoeker de op hem rustende toekomstige (financiële) verplichtingen met de begeleiding van diens gemachtigde wel aan kan, is naar het oordeel van de raad voldoende aannemelijk geworden. Nu de deken zich niet meer verzet tegen de opheffing van de schorsing en verzoeker heeft toegezegd spoedig contact op te nemen met de deken Midden-Nederland, opdat de praktijkvoering van verzoeker aldaar kan worden gevolgd, ziet de raad geen beletsel om het verzoek tot opheffing van de schorsing toe te wijzen.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:178 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-468/DH/DH

    Verzet niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding. Geen verschoonbare omstandigheden.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:159 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-186/DH/RO

    Raadbeslissing. De klacht dat verweerster tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld door van het voornemen om executiemaatregelen te treffen geen voorafgaande kennis te geven, is ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:172 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-384/DH/RO

    Voorzittersbeslissing. De klacht dat verweerster de rechtbank opzettelijk en bewust onjuiste informatie heeft verstrekt, door te stellen dat het convenant uit november 2018 geldig is, kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:224 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.448

    Klacht tegen huisarts. Klager stelt sinds jonge leeftijd te lijden aan een permanente glimlach/grimas op zijn gezicht. Klager is al meer dan 10 jaar patiënt in de praktijk van de huisarts. Klager is door de huisarts onder meer verwezen naar verscheidene neurologen, maar de klachten zijn niet naar tevredenheid van klager verholpen. De klacht houdt in dat de huisarts onzorgvuldig heeft gehandeld door geen nader onderzoek te laten doen naar de fysieke gesteldheid van (de bewegelijkheid) van zijn gelaatsspieren. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege bekrachtigt de beslissing in beroep.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:185 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-708/DH/DH

    Raadbeslissing. Verweerder heeft de ex-echtgenote van klager geadviseerd omtrent de aflossing van de (hypotheek)schuld, die opdrachtbevestiging is afgedrukt op briefpapier van het kantoor waar verweerder tevens als accountant werkzaam is. Verweerder heeft niet uitdrukkelijk en ondubbelzinnig (aan klager) kenbaar gemaakt dat hij niet in de hoedanigheid van advocaat heeft opgetreden. De raad is dan ook van oordeel dat verweerder onvoldoende heeft gedaan om aan klager duidelijk te maken in welke hoedanigheid hij optrad. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:166 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-258/DH/DH

    Voorzittersbeslissing. De klacht dat verweerder heeft geweigerd cassatieadvies aan klager uit te brengen, geld heeft gevraagd voor niet geleverde inspanningen en heeft geweigerd het originele procesdossier terug te geven kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:179 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-777/DH/RO

    Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:160 Raad van Discipline 's-Gravenhage 19-164/DH/RO

    Raadbeslissing. Klacht dat verweerder e-mailberichten als bewijs heeft ingebracht in de procedure, terwijl hij wist en behoorde te weten dat deze e-mails niet van klaagster afkomstig waren en zonder toestemming confraternele correspondentie in het geding heeft gebracht gegrond. Mede gelet op schoon tuchtrechtelijk verleden verweerder acht de raad een waarschuwing passend en geboden.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2019:225 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.478

    Klacht tegen tandarts. In beroep ligt nog voor de vraag of de tandarts de behandelrelatie met klager heeft mogen beëindigen. Behoudens gewichtige redenen mag een zorgverlener een behandelingsrelatie niet beëindigen. Blijkens het standpunt “niet aangaan of beëindiging van de geneeskundige behandelingsovereenkomst van de Koninklijke Nederlandse Maatschappij tot Bevordering van de Geneeskunst (hierna: KNMG) valt het voortdurend of frequent niet betalen van nota’s of rekeningen, waarvan in de onderhavige situatie sprake is, onder de noemer gewichtige reden. De tandarts heeft vervolgens de zorgvuldigheidseisen om de behandelingsovereenkomst te beëindigen in voldoende mate in acht genomen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klager.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2019:167 Raad van Discipline 's-Gravenhage 18-379/DH/DH

    Verweerder is in zijn dienstverlening aan klager op meerdere punten ernstig is tekortgeschoten. De raad maakt verweerder hiervan een tuchtrechtelijk verwijt. De raad acht gelet op de aard en de ernst van de verweten gedragingen en mede in aanmerking genomen het tuchtrechtelijk verleden van verweerder, een schorsing van acht weken waarvan vier weken voorwaardelijk onder de hierna te noemen voorwaarden, passend en geboden. Het voorwaardelijke deel van de maatregel is bedoeld als stok achter de deur.