Zoekresultaten 20081-20100 van de 44627 resultaten

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:155 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-126/DB/ZWB

    K.o. 1 terecht kennelijk ongegrond nu niet is gebleken van een vijandige houding of het stellen van onredelijke eisen. K.o. 2 terecht kennelijk ongegrond want van wijze waarop is gereageerd op klagers e-mailbericht d.d. 15 augustus 2016 kan verweerder geen tuchtrechtelijk verwijt worden gemaakt. Door verweerders optreden is vertrouwen in de advocatuur niet geschaad. Kon buiten zitting worden afgedaan. Verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:128 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 648.2016

    De gerechtsdeurwaarder heeft er blijk van gegeven de door hem te executeren titel niet of in elk geval niet goed gelezen te hebben, alvorens op basis daarvan maatregelen te treffen. Dit is des te meer laakbaar, nu klager hem vervolgens op deze fout heeft gewezen. Het lijkt er op dat de gerechtsdeurwaarder dat bezwaar van klager niet serieus heeft genomen. Zou dit anders liggen dan had hij zijn fout immers moeten ontdekken. Klacht gegrond met maatregel van berisping met aanzegging.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:101 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/014

    Klager ging naar verweerster (huisarts IO) met spraakuitval en duizeligheid. Verweerster heeft nadat klager meerdere keren met klachten op het spreekuur was gekomen, klager doorverwezen naar de SEH. Daar bleek dat een tumor in het hoofd zat. Klager verwijt verweerster dat zij klager te laat heeft doorverwezen naar het ziekenhuis. Ook verwijt klager verweerster dat zij de diagnose heeft gemist (bij spraakuitval hadden alarmbellen moeten gaan rinkelen). Verweerster voert verweer. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2017:150 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-335/DB/ZWB

    Verweerder is in 2003 benoemd tot bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling van klager. In 2006 is de slotuitdelingslijst vastgesteld. In februari 2016 heeft een zitting bij de rechter-commissaris plaatsgevonden waarin met verweerder is afgesproken dat hij op korte termijn tot uitbetaling van de op de slotuitdelingslijst genoemde bedragen zou overgaan. Tot op heden heeft verweerder alle betalingen op die aan de fiscus na verricht. Klager heeft zich er over beklaagd dat hij geen contact met verweerder kon krijgen en dat verweerder niets deed. Klacht gegrond, voorwaardelijke schorsing voor de duur van vier weken, met een proeftijd van twee jaar en met verkorting van de termijn ex art. 8a lid 3 Advocatenwet tot één jaar.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:129 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 256.2017

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:102 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/013

    Klager ging naar verweerder (huisarts) met spraakuitval en duizeligheid. Na uitval van het rechterbeen heeft verweerder klager doorverwezen naar een neuroloog. Klager verwijt verweerder dat hij klager te laat heeft doorverwezen naar het ziekenhuis. Ook verwijt klager verweerder dat hij de diagnose heeft gemist (bij spraakuitval hadden alarmbellen moeten gaan rinkelen). Verweerder voert verweer. Gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:22 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2016/127

    Klacht tegen een orthopedisch chirurg vanwege onzorgvuldig handelen na een operatieve correctie van een lumbale kanaalstenose. Post-operatief waren er bij patiënt symptomen die wezen op cauda letsel, onder andere verminderde motoriek en sensibiliteit in de benen, uitval in het bekkenbodemgebied en de anaalstreek. Verweerder heeft na de operatie geen onderzoek ingesteld om het cauda equina syndroom dan wel cauda letsel uit te sluiten en heeft evenmin een re-interventie gedaan. Dat wordt hem ernstig verweten, des te meer omdat hij geen zelfreflectie en inzicht in zijn handelen toont. Klacht gegrond. Voorwaardelijke schorsing van zes maanden met een proeftijd van twee jaren.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:103 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/134VP

    Klaagster is van mening dat het overlijden van haar vader een gevolg is van het tekortschieten van verweerster (verpleegkundige). Klaagster verwijt verweerster dat zij niet met een arts heeft overlegd toen zij constateerde dat het recept niet klopte, dat zij het protocol niet zorgvuldig heeft gelezen en dat zij medicatie op een verkeerde wijze heeft toegediend. Gegrond, voorwaardelijke schorsing.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:130 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 948.2016

    Beslissing op verzet. De kamer is het met de beslissing van de voorzitter eens en verklaart het verzet ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:188 Raad van Discipline Amsterdam 17-538/A/A 17-539/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over eigen advocaten kennelijk ongegrond, gelet op eerdere klacht van klager over verweerders en daarop volgende beslissing van de raad van 30 mei 2017 (16-976/A/A en 16-977/A/A).

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:23 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2017/04

    Klacht tegen huisarts. Klager verwijt huisarts dat deze niet adequaat heeft gereageerd op neurologische uitvalsverschijnselen. Hierdoor werd klager te laat verwezen naar een neuroloog en werd te laat vastgesteld dat er bij klager sprake was van een CVA. Klacht deels gegrond, waarschuwing.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:104 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/450

    Klager woont in het buitenland. Verweerder is een huisarts die zich richt op expats. Klager zag verweerder ivm beenklachten na een vlucht naar Nederland. Klager zegt dat verweerder weinig tot geen lichamelijk onderzoek heeft uitgevoerd bij hem. Verweerder heeft klager een aantal medicijnen voorgeschreven (prednisolon, oxycodon en een maagbeschermer). Na het gebruik van de medicijnen ontwikkelde klager veel klachten, die uitmondden in depressiviteit en zelfmoordneigingen. Artsen in Amerika weten dit aan de abrupte staking van prednisolon. Klager heeft vernomen dat verweerder als diagnose recidiverende ischialgie heeft gesteld. Klager verwijt verweerder dat hij onzorgvuldig heeft gehandeld omdat hij onvoldoende onderzoek heeft verricht, een verkeerde diagnose heeft gesteld en verkeerde medicatie heeft voorgeschreven. Klager heeft nog steeds last van de bijwerkingen. Gegrond, berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:150 Raad van Discipline 's-Gravenhage 16-353/DH/RO

    Gedrag van advocaat in privé hoedanigheid. De raad acht bewezen dat door toedoen van verweerder brand heeft gewoed in de vakantiewoning van klaagster en dat hij ook overigens vernielingen heeft aangebracht in die woning. Verweerder verkeerde onder invloed van (in elk geval) alcohol. Onvoorwaardelijke schorsing van 26 weken.

  • ECLI:NL:TGDKG:2017:131 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam 1235.2016

    Tussenbeslissing. De Kamer heeft er behoefte aan dat de gerechtsdeurwaarder vragen beantwoordt waarop ter zitting (nog) geen antwoord kon worden gegeven.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2017:189 Raad van Discipline Amsterdam 17-535/A/A

    Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij. Verweerster mag afgaan op de juistheid van het door haar cliënte verstrekte feitenmateriaal en is slechts in uitzonderingsgevallen gehouden de juistheid daarvan te verifiëren. Dat van een dergelijk uitzonderingsgeval sprake is, is niet gebleken. Klacht kennelijk ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen T2017/05

    Klacht van echtpaar (klager en klaagster) tegen tandarts. Klaagster is als tandartsassistente werkzaam geweest bij verweerders praktijk. Klaagster en haar gezinsleden waren patiënt bij verweerder. In 2015 is een arbeidsconflict ontstaan tussen klaagster en verweerder dat in 2016 heeft geresulteerd in de beëindiging van het dienstverband van klaagster. Hierop volgend heeft verweerder de behandelrelatie met het gezin beëindigd. Klagers verwijten verweerder (1) dat hij zich tuchtrechtelijk verwijtbaar zou hebben gedragen in het kader van het arbeidsconflict en (2) dat hij de behandelrelatie met het gezin niet onaangekondigd eenzijdig had mogen beëindigen. Het college verklaart klagers kennelijk niet-ontvankelijk in het eerste klachtonderdeel. Het tweede klachtonderdeel wordt – gelet op de aanwezigheid van uitzonderlijke omstandigheden – ongegrond verklaard.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/490

    Klager verwijt verweerder (huisarts) onvoldoende zorg. Verweerder heeft onder andere onterecht een plekje beoordeeld als infectie in plaats van een vorm van huidkanker. Ook heeft hij onvoldoende actie ondernomen bij een stijging van de PSA-waarde van klager. Volgens klager had dit wel gemoeten aangezien later bleek dat hij een agressieve vorm van prostaatkanker had. Ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2017:151 Raad van Discipline 's-Gravenhage 17-024/DH/RO

    De raad stelt voorop dat het een advocaat in beginsel vrij staat om via zijn kantoor-Facebookpagina informatie of publicaties afkomstig van derden te delen. Het is daarbij verstandig dat de advocaat geen onduidelijkheid laat bestaan over de bron van de informatie of publicatie en de herkomst ervan vermeldt. De advocaat is in beginsel niet verplicht om de juistheid van de gedeelde informatie te controleren. Er kunnen zich echter wel bijzondere omstandigheden voordoen waaronder de advocaat dat wel moet doen of zelfs de publicatie als geheel achterwege moet laten. De advocaat zal de juistheid van een publicatie moeten controleren indien hij op basis van de inhoud, vorm of bron twijfelt of moet twijfelen aan de juistheid van de informatie of publicatie. De advocaat zal van publicatie moeten afzien als de gedeelde informatie evident onjuist is en/of nodeloos en/of ongefundeerd beschuldigend of beschadigend. Daarbij moet voor ogen worden gehouden dat de lezer van een artikel dat is gedeeld of gepubliceerd door een advocaat daaraan mogelijk meer waarde toekent dan wanneer dit afkomstig is van een andere bron, te meer als de informatie een onderwerp betreft dat raakt aan het specialisme van de betreffende advocaat. Geen bijzondere omstandigheden; klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TGZRGRO:2017:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Groningen G2017/69

    Klacht tegen huisarts. Verweerder wordt verweten zich in 2008 onnodig grievend over klager te hebben uitgelaten in reactie op een verzoek om informatie van een instantie inzake een aanvraag van klager om huiselijke ondersteuning. Ook zou verweerder deze schriftelijke reactie opzettelijk hebben verborgen voor klager door hiervan geen afschrift in het medisch dossier te bewaren. Klacht is gedeeltelijk gegrond verklaard, zonder oplegging van een maatregel.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2017:106 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2017/149VP

    De Inspectie verwijt verweerster, verpleegkundige bij een instelling, dat zij zich gedurende drie jaren (seksueel) grensoverschrijdend heeft gedragen jegens een aan haar zorg toevertrouwde patiënt. Gegrond, schorsing.