Zoekresultaten 41-60 van de 72 resultaten

  • ECLI:NL:TSCTS:2021:10 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-08 "2020.V10 Lady Hanneke"

    Omtrent een gronding op 24 juni 2020 van het Nederlandse schip Lady Hanneke in Deense wateren op Boels Plade.

  • ECLI:NL:TSCTS:2021:6 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-06 (2020.V8-Eemshorn)

    Op 5 november 2018 om ca. 04.50 uur plaatselijke tijd is het Nederlandse zeeschip Eemshorn in aanvaring gekomen met de binnenzijde van de Oosterscheldekering. Het schip - waarvan betrokkene de kapitein was - was uit Yerseke vertrokken en zou via de Roompotsluis naar zee gaan. Tijdens de aanvaring was alleen de stuurman op de brug, zonder een uitkijk. De stuurman heeft geen herinnering aan de periode kort voor de aanvaring. Het ongeval is op 05 november 2018 om 05.56 uur door Kustwacht Nederland gemeld aan de ILT.

  • ECLI:NL:TSCTS:2021:5 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-05 (2020.V1-UAL Lobito)

    Op 19 november 2019 in de ochtend heeft men aan boord van het ms UAL Lobito ontdekt dat het schip tijdens slecht weer 2 lege containers (TEU) was verloren. Vermoedelijk is dat gebeurd op 18 november 2019 ter hoogte van Kaap Finisterre terwijl het schip onderweg was van Dakar (Senegal) naar Antwerpen (België). Dit incident is op 19 november 2019 door de reder aan de ILT gemeld.

  • ECLI:NL:TSCTS:2021:3 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-04 (2020.V6-Zealand Rotterdam)

    Op 23 november 2019 is aan boord van het vrachtschip Zealand Rotterdam een ernstig ongeval gebeurd. Als gevolg van dat ongeval is A/B (able bodied seaman) F. Jr. B. C. (hierna: de matroos) komen te overlijden. Het ongeval gebeurde toen de bemanning bezig was met voorbereidingen om met eigen losgerei van de Zealand Rotterdam lading uit dat schip te lossen. De matroos is daarbij op een ladinggrijper van een laad-/loskraan van de Zealand Rotterdam geklommen. Dat deed hij om de haak van die kraan vast te maken aan de O-ring bovenaan de grijper. Nadat hij aansluitend de O-ring en/of grijperkabel had losgekoppeld is de kraanhaak met een zwaaiende beweging tegen hem aangekomen, waarschijnlijk/mogelijk door een slingerbeweging van de Zealand Rotterdam, welk schip op dat moment op de rede van Mumbai, India, lag. Door die aanraking verloor de matroos zijn evenwicht en maakte hij een val van ongeveer 5 meter. Hij kwam terecht op het hoofddek. Door de val is hij zwaargewond geraakt. Kort daarna is hij aan zijn verwondingen overleden. Het ongeval is op 24 november 2019 door de reder aan de ILT gemeld.

  • ECLI:NL:TSCTS:2021:4 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-03 (2020.V7-Zealand Rotterdam)

    Op 23 november 2019 is aan boord van het vrachtschip Zealand Rotterdam een ernstig ongeval gebeurd. Als gevolg van dat ongeval is A/B (able bodied seaman) F. Jr. B. C. (hierna: de matroos) komen te overlijden. Het ongeval gebeurde toen de bemanning bezig was met voorbereidingen om met eigen losgerei van de Zealand Rotterdam lading uit dat schip te lossen. De matroos is daarbij op een ladinggrijper van een laad-/loskraan van de Zealand Rotterdam geklommen. Dat deed hij om de haak van die kraan vast te maken aan de O-ring bovenaan de grijper. Nadat hij aansluitend de O-ring en/of grijperkabel had losgekoppeld is de kraanhaak met een zwaaiende beweging tegen hem aangekomen, waarschijnlijk/mogelijk door een slingerbeweging van de Zealand Rotterdam, welk schip op dat moment op de rede van Mumbai, India, lag. Door die aanraking verloor de matroos zijn evenwicht en maakte hij een val van ongeveer 5 meter. Hij kwam terecht op het hoofddek. Door de val is hij zwaargewond geraakt. Kort daarna is hij aan zijn verwondingen overleden.

  • ECLI:NL:TSCTS:2021:1 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-02 (2020.V3-Zaanborg)

    Op 15 januari 2020 is het ms Zaanborg in ballastconditie vertrokken uit de haven van Ravenna, Italië. Dat was in de avond en de loods ging binnen de pieren van boord af. Vrij kort daarna heeft het schip een vast object (platform) geraakt. Daarbij ontstond forse schade boven de waterlijn, voornamelijk aan bakboordzijde van het voorschip.

  • ECLI:NL:TSCTS:2021:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2021-01 (2020.V4-Zaanborg)

    Op 15 januari 2020 is het ms Zaanborg in ballastconditie vertrokken uit de haven van Ravenna, Italië. Dat was in de avond en de loods ging binnen de pieren van boord af. Vrij kort daarna heeft het schip een vast object (platform) geraakt. Daarbij ontstond forse schade boven de waterlijn, voornamelijk aan bakboordzijde van het voorschip.

  • ECLI:NL:TSCTS:2021:11 Tuchtcollege voor de Scheepvaart Amsterdam 2020.V4-ZAANBORG

    Op 15 januari 2020 is het ms Zaanborg in ballastconditie vertrokken uit de haven van Ravenna, Italië. Dat was in de avond en de loods ging binnen de pieren van boord af. Vrij kort daarna heeft het schip een vast object (platform) geraakt. Daarbij ontstond forse schade boven de waterlijn, voornamelijk aan bakboordzijde van het voorschip.

  • ECLI:NL:TSCTS:2020:5 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2020-05 (2020.V5-Jyden)

    Het verzoek van de Inspecteur heeft betrekking op een aanvaring tussen het Nederlandse m.s. Jyden en het onder vlag van Antigua en Barbuda varende m.s. Celina. De aanvaring vond plaats op vrijdag 22 maart 2019 in dichte mist in de aanloop van IJmuiden, voor de monding van de pieren. Aan boord van de Jyden bevonden zich twaalf passagiers en daarnaast betrokkene als kapitein, zijn zoon en een hulp. Door de aanvaring raakten beide schepen beschadigd en ontstonden aan boord van de Jyden problemen met het manoeuvreren. Er hebben zich geen persoonlijke ongelukken voorgedaan.

  • ECLI:NL:TSCTS:2020:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2020-02 (2019.V2-Alana Evita)

    In de nacht van woensdag 20 maart op donderdag 21 maart 2019 vond een incident plaats, waarbij een deel van de bemanning van het Nederlandse vrachtschip Alana Evita het schip heeft verlaten met de reddingsboot/MOB-boot en naar de vaste wal is gegaan (Barry-UK). Bij een poging terug te keren naar het schip zijn zij verdwaald en uiteindelijk gevonden na een SAR-operatie van de Britse kustwacht. Doordat deze bemanning het schip heeft verlaten, was het schip onderbemand en was er niemand meer aan boord met bevoegdheden als OOW. De HWTK was als enige officier aan boord.

  • ECLI:NL:TSCTS:2020:3 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2020-03 (2020.V2-Vlistdiep)

    Op 9 mei 2019 heeft het Nederlands gevlagde vrachtschip Vlistdiep bij het verlaten van de haven van Georgetown in Guyana, een aanvaring gehad met het voor anker liggende schip Copenhagen, dat de vlag van Antigua Barbuda voert.

  • ECLI:NL:TSCTS:2020:4 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2020-04 (2019.V3-Dintelstroom)

    Op maandag 17 september 2018 vond een arbeidsongeval plaats, waarbij de eerste stuurman van de Nederlandse sleepboot Dintelstroom ernstig gewond raakte. Tijdens het opspoelen van een nieuwe sleepdraad is deze sleepdraad plotseling over de towing pin ‘gewipt’ en heeft daarbij de eerste stuurman geraakt. Hierbij liep hij ernstige verwondingen op (o.a. knie uit de kom, geperforeerde long en gebroken ribben).

  • ECLI:NL:TSCTS:2020:1 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2020-01 (2019.V1-Alana Evita)

    In de nacht van woensdag 20 maart op donderdag 21 maart 2019 vond een incident plaats, waarbij een deel van de bemanning van het Nederlandse vrachtschip Alana Evita het schip heeft verlaten met de reddingsboot/MOB-boot en naar de vaste wal is gegaan (Barry-UK). Bij een poging terug te keren naar het schip zijn zij verdwaald en uiteindelijk gevonden na een SAR-operatie van de Britse kustwacht. Doordat deze bemanning het schip heeft verlaten, was het schip onderbemand en was er niemand meer aan boord met bevoegdheden als OOW. De HWTK was als enige officier aan boord.

  • ECLI:NL:TSCTS:2019:4 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2019-04 (2018.V6-Coral Patula)

    Op donderdag 9 februari 2017 omstreeks 07:15 uur vond te Yeosu (Korea) een aanvaring plaats tussen de Nederlandse gastanker Coral Patula en het onder de vlag van Belize varende zeeschip Trueborn. Beide schepen liepen (substantiële) schade op.

  • ECLI:NL:TSCTS:2019:5 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2019-05 (2018.V7-Coral Patula)

    Op donderdag 9 februari 2017 omstreeks 07:15 uur boordtijd vond te Yeosu (Korea) OPL anchorage een aanvaring plaats tussen de Nederlandse gastanker Coral Patula en het onder de vlag van Belize varende zeeschip Trueborn. Beide schepen liepen (substantiële) schade op.

  • ECLI:NL:TSCTS:2019:6 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2019-06 "2018.V8-Coral Patula"

    Op donderdag 9 februari 2017 omstreeks 07:15 uur vond te Yeosu (Korea) OPL Anchorage een aanvaring plaats tussen de Nederlandse gastanker Coral Patula en het onder de vlag van Belize varende zeeschip Trueborn. Beide schepen liepen (substantiële) schade op.

  • ECLI:NL:TSCTS:2019:7 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2019-07 (2018.V9 Coral Patula)

    Op donderdag 9 februari 2017 omstreeks 07:15 uur vond te Yeosu (Korea) OPL Anchorage een aanvaring plaats tussen de Nederlandse gastanker Coral Patula en het onder de vlag van Belize varende zeeschip Trueborn. Beide schepen liepen (substantiële) schade op.

  • ECLI:NL:TSCTS:2019:3 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2019-03 (2018.V13-Thamesborg)

    Op vrijdag 16 maart 2018 voer het geladen en onder Nederlandse vlag varende schip Thamesborg in ijs konvooi in de Baltische Zee. Het konvooi bestond uit de Zweedse ijsbreker “Ymer”, het onder Cyprus vlag varende vrachtschip “Mario L” en daarachter als laatste de Thamesborg. Rond 15:00 LT werd het ijs dikker en, na een eerste vaartvermindering van de Mario L, kwam dit schip vast te zitten in het ijs. Ondanks pogingen vanaf de Thamesborg om tijdig te stoppen en/of uit te wijken, vond er een aanvaring plaats tussen de Thamesborg en de Mario L. De aanvaring gebeurde met weinig vaart, maar toch verloor de Mario L haar “free fall lifeboat” en liep de Thamesborg boven de waterlijn een klein scheurtje op. Niemand raakte gewond.

  • ECLI:NL:TSCTS:2019:1 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2019-01 (2018.V10-Jan Senior ARM7

    In de nacht van maandag 28 op dinsdag 29 augustus 2017 waren inspecteurs van de NVWA voornemens om een visserij-inspectie uit te voeren aan boord van het onder Nederlandse vlag varende zeevissersvaartuig ‘Jan Senior’, visserijnummer ARM 7. Betrokkene was schipper, tevens wachtdoend officier op dit schip (hierna: de ARM 7), dat toen in territoriale wateren van Frankrijk voer. Hem wordt onder meer verweten dat hij zich, althans de ARM 7, aan deze inspectie heeft willen onttrekken en daarbij een gevaarlijke situatie heeft laten ontstaan. Dat laatste door de netten boven/binnen te halen en door te varen terwijl een RHIB (Rigid Hull Inflatable Boat), waarmee de inspecteurs aan boord van de ARM 7 werden/zouden worden gebracht, zich langszij van de ARM 7 bevond, waardoor de RHIB met haar schroef in de netten verstrikt raakte, daardoor een draaiende beweging maakte en, met toen nog de twee bemanningsleden en één van de inspecteurs aan boord, deels onder water, achterstevoren door de ARM 7 werd meegetrokken. Het handelen en nalaten van betrokkene is naar het oordeel van de inspecteur in strijd met het bepaalde in artikel 4 lid 4, in verbinding met artikel 55a, van de Wet zeevarenden (eisen van goed zeemanschap).

  • ECLI:NL:TSCTS:2019:2 Tuchtcollege voor de Scheepvaart 2019-02 (2018.V11-Jan Senior ARM7)

    In de nacht van maandag 28 op dinsdag 29 augustus 2017 waren inspecteurs van de NVWA voornemens om een visserij-inspectie uit te voeren aan boord van het onder Nederlandse vlag varende zeevissersvaartuig ‘Jan Senior’, visserijnummer ARM 7. J. S. was schipper, tevens wachtdoend officier op dit schip (hierna: de ARM 7), dat toen in territoriale wateren van Frankrijk voer. Hem is onder meer verweten dat hij zich, althans de ARM 7, aan deze inspectie heeft willen onttrekken en daarbij een gevaarlijke situatie heeft laten ontstaan. Dat laatste door de netten boven/binnen te halen en door te varen terwijl een RHIB (Rigid Hull Inflatable Boat), waarmee de inspecteurs aan boord van de ARM 7 werden/zouden worden gebracht, zich langszij van de ARM 7 bevond, waardoor de RHIB met zijn schroef in de netten verstrikt raakte, daardoor een draaiende beweging maakte en, met toen nog de twee bemanningsleden en één van de inspecteurs aan boord, deels onder water, achterstevoren door de ARM 7 werd meegetrokken. Het verwijt aan betrokkene P. G., die een officiersrang had en machinist was, is dat hij niet heeft ingegrepen teneinde de gevaarlijke situatie te voorkomen dan wel daar een einde aan te maken, door de schipper erop aan te spreken dat deze moest stoppen met diens gevaarlijke actie. Het nalaten van betrokkene is naar het oordeel van de inspecteur in strijd met het bepaalde in artikel 4 lid 4, in verbinding met artikel 55a, van de Wet zeevarenden (eisen van goed zeemanschap).