Zoekresultaten 20831-20840 van de 44655 resultaten
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:163 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.347
- Datum publicatie: 07-06-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:163
Klacht tegen huisarts. Bij de echtgenote van klager, patiënte, werd in 2010 darmkanker met uitzaaiing naar de lever vastgesteld. Na operaties en chemotherapie heeft de oncoloog op 3 juli 2015 patiënte laten weten dat zij was uitbehandeld. Ze werd ontslagen uit het ziekenhuis met, ivm kortademigheid door uitzaaiingen in de longen, continue zuurstofvoorziening. Enige dagen later heeft klager met verweerder, huisarts, gesproken en zijn medewerking gevraagd voor palliatieve sedatie om te voorkomen dat patiënte zou stikken. Verweerder gaf toen aan dat patiënte tijdig morfine en dormicum toegediend zou krijgen. Volgens klager is verweerder nalatig geweest. Verweerder heeft onvoldoende palliatieve zorg verleend door het niet oppakken van de regie functie, het uitsluitend reageren en handelen als symptomen werden gemeld, geen aandacht te besteden aan psycho-emotionele, sociale en zingeving aspecten van zorg en het zich niet gehouden aan de vigerende palliatieve zorg richtlijnen. Daarnaast heeft verweerder de signalen en adviezen van de wijkverpleging en de oncoloog aangaande passende palliatieve en later terminale zorg voor patiënte naast zich neergelegd. Ten onrechte heeft verweerder geen morfinepompje laten aanbrengen en Predisolon en Fentanyl-pleisters voorgeschreven in plaats van morfine. Verweerder heeft patiënte niet meer bezocht, hoewel hij dat wel had toegezegd. Verweerder had patiënte geen antigriep-injectie moeten geven in de slechte situatie waarin zij verkeerde, aldus klager. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege vernietigt de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege, verklaart de klacht alsnog gegrond en legt aan de arts de maatregel van berisping op.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:91 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170013
- Datum publicatie: 07-06-2017
- Datum uitspraak: 02-06-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:91
Klacht tegen eigen advocaat. Ook in hoger beroep is de klacht dat verweerder de echtscheidingsprocedure ondeugdelijk heeft behandeld ongegrond. Onvoldoende concrete onderbouwing van de klacht. Van excessief declareren is, anders dan de raad oordeelde, geen sprake. Wel heeft verweerder tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door klager niet op de hoogte te houden van de door hem gemaakte kosten en geen kosten/batenanalyse te maken. Waarschuwing. Kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2017:164 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2016.236
- Datum publicatie: 07-06-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGZCTG:2017:164
Het Centraal Tuchtcollege begrijpt de klacht aldus dat de verpleegkundige haar geheimhoudingsplicht heeft geschonden. Het Centraal Tuchtcollege is van oordeel dat hiervan niet is gebleken. Ook anderszins heeft de behandeling van de zaak in beroep het Centraal Tuchtcollege geen aanleiding gegeven tot de vaststelling van andere feiten en tot andere beschouwingen en beslissingen dan die van het Regionaal Tuchtcollege in eerste aanleg, zodat het beroep moet worden verworpen.
-
ECLI:NL:TAHVD:2017:92 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 160321
- Datum publicatie: 07-06-2017
- Datum uitspraak: 02-06-2017
- ECLI:NL:TAHVD:2017:92
Klacht tegen eigen advocaat. Klacht dat verweerder zijn werk niet goed heeft gedaan is gegrond. Verweerder is eigenmachtig de aanpak van de zaak gaan wijzigen door een concept verzoekschrift tot het houden van een voorlopig getuigenverhoor op te stellen, terwijl hij aan klaagster had toegezegd dat hij een concept dagvaarding zou opstellen. Nu klaagster de cliënt van verweerder was en zij een opvolgend advocaat moest inschakelen via haar rechtsbijstandverzekeraar die een kostenmaximum hanteerde, had verweerder aan klaagster een urenspecificatie moeten verstrekken. Berisping. Kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:88 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-143
- Datum publicatie: 06-06-2017
- Datum uitspraak: 05-04-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:88
Voorzitter oordeelt klacht over handelwijze advocaat wederpartij kennelijk ongegrond. Niet is gebleken dat verweerster de rechtbank bewust heeft misleid of dat sprake was van onjuiste feiten of standpunten in de procedure tegen klager.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2017:68 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2016/237T
- Datum publicatie: 06-06-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGZRAMS:2017:68
klaagster verwijt verweerder dat hij zich ten onrechte als orthodontist heeft uitgegeven en dat zij is daardoor is misleid. Ook wordt verweerder verweten dat hij het dragen van een beugel heeft geadviseerd terwijl een operatie aan de onderkaak nodig was. Verweerder voert verweer. Deels gegrond
-
ECLI:NL:TADRAMS:2017:128 Raad van Discipline Amsterdam 17-296/A/NH
- Datum publicatie: 06-06-2017
- Datum uitspraak: 29-05-2017
- ECLI:NL:TADRAMS:2017:128
Voorzittersbeslissing. Klacht over advocaat wederpartij in alle onderdelen kennelijk ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZRSGR:2017:95 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag 2016-302
- Datum publicatie: 06-06-2017
- Datum uitspraak: 06-06-2017
- ECLI:NL:TGZRSGR:2017:95
Gegronde klacht tegen bedrijfsarts. Het onderzoek en de inhoud van het door verweerder opgestelde rapport zijn gebrekkig en het advies is op basis van onvoldoende informatie over de gezondheid van klager opgesteld. Gelet op aard, ernst en veelheid van klachten in dit complexe geval had verweerder voor het zorgvuldig vaststellen van de belastbare mogelijkheden van klager niet kunnen volstaan met louter een anamnese en het door verweerder genoemde beperkte onderzoek. Om eventuele restcapaciteit voldoende nauwkeurig te kunnen bepalen was het in dit geval noodzakelijk om tenminste lichamelijk onderzoek te doen en medische informatie op te vragen uit de behandelende sector. Daarnaast behoorde het tot de taak van verweerder om in verband met het aan hem gemelde arbeidsconflict meer informatie te verzamelen door ook de werkgever te raadplegen. Ten aanzien van het verwijt dat niet de naam van verweerder maar van een collega in het rapport is vermeld: Ook de naam van verweerder zelf als verantwoordelijke voor de inhoud van het rapport had tenminste vermeld moeten worden. Berisping.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:82 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 16-882
- Datum publicatie: 06-06-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:82
De raad oordeelt de kwaliteit van de verleende dienstverlening grotendeels voldoende. Klaagster wist van verstrijken bezwaartermijn maar heeft ingestemd met de procedure tegen UWV. Verweerder heeft in dat kader gedaan wat hij moest doen, behalve tijdig toezenden van negatieve uitspraak aan klaagster met toelichting over hoger beroep mogelijkheden. In vakantietijd onvoldoende voor waarneming gezorgd. Dat klachtonderdeel is gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2017:89 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-169
- Datum publicatie: 06-06-2017
- Datum uitspraak: 10-04-2017
- ECLI:NL:TADRARL:2017:89
Klacht van wederpartij van failliet over handelwijze van de faillissementscurator. De voorzitter oordeelt de klachtonderdelen kennelijk ongegrond. Taken van curator in Faillissementswet omschreven, niet aan tuchtrechter om daarover te oordelen. Verweerder moest in het belang van de boedel paulianeus handelen van failliet onderzoeken en klaagster daarop aanspreken. Toezicht op optreden van curator door rechter-commissaris, aan wie de curator ook rekening en verantwoording moet afleggen.
- Vorige pagina zoekresultaten
- Pagina: 1
- ...
- Pagina: 2083
- Pagina: 2084
- Pagina: 2085
- ...
- Pagina: 4466
- Volgende pagina zoekresultaten