Zoekresultaten 171-180 van de 846 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:37 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 265/2018
- Datum publicatie: 25-02-2019
- Datum uitspraak: 25-02-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:37
Klacht tegen verpleegkundige. Verweerster werd in de bereikbaarheidsdienst gebeld voor een benauwde patiënte in het verpleeghuis die daar ter overbrugging naar huis na ontslag uit het ziekenhuis werd opgenomen. De klacht houdt in dat verweerster de zaak onjuist heeft gepresenteerd aan de huisarts van de huisartsenpost, toeredenerend naar haar diagnose maagklachten terwijl er sprake was van ernstige benauwdheidklachten. De volgende ochtend is patiënte wel ingezonden naar het ziekenhuis. De klacht is kennelijk ongegrond, ook wat betreft het verwijt dat verweerster niet heeft aangedrongen op een spoedvisite.
-
ECLI:NL:TGZRAMS:2019:24 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2018/308VP
- Datum publicatie: 19-02-2019
- Datum uitspraak: 19-02-2019
- ECLI:NL:TGZRAMS:2019:24
Klaagster dient een klacht in tegen een specialist ouderengeneeskunde over onzorgvuldig en onprofessioneel handelen in de verzorging van klaagster echtgenoot tijdens diens verblijf in een verpleeghuis. Meer in het bijzonder verwijt klaagster de specialist ouderengeneeskunde een verkeerde diagnose te hebben gesteld, verkeerde medicatie heeft voorgeschreven en onzorgvuldig heeft gecommuniceerd. Ongegrond.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:47 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.074
- Datum publicatie: 11-02-2019
- Datum uitspraak: 07-02-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:47
Klager is de echtgenoot van de inmiddels overleden patiënte. De verpleegkundige is werkzaam bij een thuiszorgorganisatie. Via de thuiszorgorganisatie was palliatieve thuiszorg geregeld. De verpleegkundige heeft een zorgplan opgesteld waarin onder meer werd opgenomen dat klager begeleid en geadviseerd zou worden in het omgaan met zijn stervende partner. Klager voert in eerste aanleg aan dat de verpleegkundige hem onvoldoende heeft geïnformeerd. Het Regionaal Tuchtcollege verklaart de klacht gegrond. Het Centraal Tuchtcollege overweegt dat de wijze waarop een patiënt en de nabestaande(n) moeten worden begeleid in de stervensfase sterk afhankelijk is van de omstandigheden van het geval. Een verpleegkundige zal de keuze omtrent de informatievoorziening dan ook op de situatie moeten afstemmen. In de onderhavige situatie heeft de verpleegkundige dit op een adequate en verantwoorde wijze gedaan, mede bezien in het licht dat klager vierentwintig uur per dag contact kon opnemen met de thuiszorgorganisatie. Dit betekent dat het Centraal Tuchtcollege de beslissing van het Regionaal Tuchtcollege zal vernietigen en de klacht alsnog ongegrond zal verklaren.
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2019:25 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 070/2018
- Datum publicatie: 25-01-2019
- Datum uitspraak: 25-01-2019
- ECLI:NL:TGZRZWO:2019:25
Klacht tegen sociaal psychiatrisch verpleegkundige. Klacht ongegrond. Het college is van oordeel dat het te billijken valt dat verweerster de spv- zorgverlening tijdelijk heeft opgeschort zolang er geen overeenstemming was over de randvoorwaarden van zorg. Dat klaagster hierover niet met de instelling in gesprek wilde, kan verweerster niet worden aangerekend.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:30 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2018.083
- Datum publicatie: 24-01-2019
- Datum uitspraak: 24-01-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:30
Klacht tegen een huisarts en twee ambulanceverpleegkundigen. Klagers zijn de echtgenoot en dochter van patiënte, inmiddels overleden. Patiënte heeft twee dagen voor overlijden de eigen huisarts bezocht voor uiteenlopende klachten. Een dag later heeft patiënte vanwege toenemende klachten, wegrakingen en niet aanspreekbaar de SEH bezocht. Na onderzoek is patiënte naar huis gestuurd. De huisarts van een andere huisartsenpraktijk heeft later die dag een ambulance aangevraagd. De ambulance-verpleegkundigen, zijnde verweerder en zijn collega in opleiding (eveneens aangeklaagd: C2018.082) hebben patiënte onderzocht en op basis van hun bevindingen geconcludeerd dat vervoeren naar het ziekenhuis niet noodzakelijk leek. De collega van verweerder heeft vervolgens telefonisch contact gehad met de waarnemend huisarts (eveneens aangeklaagd: C2018.081). De waarnemend huisarts heeft ermee ingestemd om patiënte niet naar het ziekenhuis te vervoeren en heeft geadviseerd om de volgende dag de eigen huisarts van patiënte te consulteren. De volgende dag is patiënte naar de IC overgebracht alwaar zij is overleden. Verweerder was werkbegeleider/mentor en hield toezicht op het gehele proces. Volgens klagers is patiënte ten onrechte niet ingestuurd met de ambulance naar het ziekenhuis voor specialistische hulp. Klagers verwijten verweerder dat hij: 1. niet mocht vasthouden aan de eerder door de huisarts en de SEH-arts gestelde diagnose ‘mogelijke gastritis’, gelet op de toestand van patiënte en het feit dat zij eerder gecollabeerd was; 2. het ECG verkeerd heeft afgelezen; 3. onvoldoende onderzoek heeft gedaan naar de gezondheidstoestand van patiënte, waaronder onvoldoende vragen aan de dochter van patiënte. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:24 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.510
- Datum publicatie: 24-01-2019
- Datum uitspraak: 24-01-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:24
Klacht tegen een operationeel leidinggevende verpleegkundige. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de verpleegkundige verweten gedragingen vallen onder de tweede tuchtnorm en verklaart klaagster ontvankelijk in haar klacht. Het Centraal Tuchtcollege acht klaagster niet-ontvankelijk in haar klacht omdat het aan de verpleegkundige verweten handelen onvoldoende weerslag heeft gehad op de individuele gezondheidszorg. Het incidenteel beroep slaagt en aan een inhoudelijke beoordeling wordt niet toegekomen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:25 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.511
- Datum publicatie: 24-01-2019
- Datum uitspraak: 24-01-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:25
Klacht tegen een operationeel leidinggevende verpleegkundige. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de verpleegkundige verweten gedragingen vallen onder de tweede tuchtnorm en verklaart klaagster ontvankelijk in haar klacht. Het Centraal Tuchtcollege acht klaagster niet-ontvankelijk in haar klacht omdat het aan de verpleegkundige verweten handelen onvoldoende weerslag heeft gehad op de individuele gezondheidszorg. Het incidenteel beroep slaagt en aan een inhoudelijke beoordeling wordt niet toegekomen.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:20 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.506
- Datum publicatie: 24-01-2019
- Datum uitspraak: 24-01-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:20
Klacht tegen een verpleegkundige. De klacht heeft betrekking op de behandeling van de overleden echtgenoot van klaagster (patiënt). In totaal heeft klaagster klachten tegen twaalf artsen en verpleegkundigen ingediend. Patiënt heeft een uitgebreide medische voorgeschiedenis in verband met een (uiteindelijk gediagnostiseerde) iliaco-ureterale fistel. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de klacht van klaagster in alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:21 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.507
- Datum publicatie: 24-01-2019
- Datum uitspraak: 24-01-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:21
Klacht tegen een verpleegkundige. De klacht heeft betrekking op de behandeling van de overleden echtgenoot van klaagster (patiënt). In totaal heeft klaagster klachten tegen twaalf artsen en verpleegkundigen ingediend. Patiënt heeft een uitgebreide medische voorgeschiedenis in verband met een (uiteindelijk gediagnostiseerde) iliaco-ureterale fistel. Het Regionaal Tuchtcollege heeft de tegen de verpleegkundige ingediende klacht van klaagster in alle onderdelen afgewezen. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep van klaagster.
-
ECLI:NL:TGZCTG:2019:22 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2017.508
- Datum publicatie: 24-01-2019
- Datum uitspraak: 24-01-2019
- ECLI:NL:TGZCTG:2019:22
Klacht tegen een operationeel leidinggevende verpleegkundige. Het Regionaal Tuchtcollege is van oordeel dat de verpleegkundige verweten gedragingen vallen onder de tweede tuchtnorm en verklaart klaagster ontvankelijk in haar klacht. Het Centraal Tuchtcollege acht klaagster niet-ontvankelij k in haar klacht omdat het aan de verpleegkundige verweten handelen onvoldoende weerslag heeft gehad op de individuele gezondheidszorg . Het incidenteel beroep slaagt en aan een inhoudelijke beoordeling wordt niet toegekomen.