Zoekresultaten 38801-38810 van de 44758 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2276 Raad van Discipline Arnhem 11-53

    Mededelingen aan rechter doen over de inhoud van schikkingsonderhandelingen. Letterlijk citeren uit confraternele correspondentie. Zich tijdens onderhandelingen zodanig gedragen dat klager dit als zeer onbetrouwbaar ervaart. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2246 Raad van Discipline Amsterdam 11-114A

    Klager verwijt verweerster dat zij in een brief aan klager heeft gedreigd met aangifte door haar cliënt tegen klager bij de Belastingdienst van door haar cliënt gesignaleerde onregelmatigheden. De raad merkt de mededeling aan als een voor een advocaat ongeoorloofd pressiemiddel. Ook het doorgeven van dreigementen van de eigen cliënt is laakbaar. Klacht gegrond. Zie ook 11-124A.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2277 Raad van Discipline Arnhem 11-63

    Matig, nalatig, verwijtbaar onzorgvuldig en passief handelen. Klager in haar verweer als querulant bestempelen. Klacht ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2271 Raad van Discipline Arnhem 10-154

    Fout bij advisering in een strafzaak lijdt niet tot tuchtrechtelijk verwijt, mede omdat verweerster klager tijdig heeft laten weten geen cassatieschriftuur voor hem te willen opstellen en op eerste verzoek van de opvolgend advocaat onmiddellijk en voortvarend het dossier heeft overgedragen. Geen schade klager.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2247 Raad van Discipline Amsterdam 11-124A

    De klachten hebben onder andere betrekking op het uiten van (impliciete) dreigementen aan de wederpartij. De raad merkt deze, mede gelet op de context waarbinnen ze zijn gedaan, aan als een ongeoorloofd pressiemiddel. Klacht gegrond, overige klachten ongegrond; berisping.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2278 Raad van Discipline Arnhem 11-92

    Advocaat wordt verweten zich niet onpartijdig te hebben opgesteld in het kader van de gezamenlijke belangenbehartiging in een echtscheidingszaak. Met name wordt de advocaat verweten niet schriftelijk te hebben vastgelegd dat de ex echtgenote van klager na inschrijving van de echtscheidingsbeschikking van partneralimentatie heeft afgezien. Klacht ongegrond verklaard omdat naar het oordeel van de raad niet is komen vast te staan dat de ex echtgenote van klager jegens verweerster ondubbelzinnig en onherroepelijk afstand heeft gedaan van haar recht op partneralimentatie. Verweerster kon alleen in opdracht van beide partijen werkzaamheden verrichten en partneralimentatie is geen onderwerp om lichtvaardig mee om te gaan.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2272 Raad van Discipline Arnhem 11-54

    Bezwaar van de deken tegen een advocaat die tevens makelaar is, vanwege schending van de verordeningen oplevert, met name van de Samenwerkingsverordening, vrees voor onduidelijkheid en verwarring voor justitiabelen en schending onafhankelijkheid. Verweerder houdt zijn advocaten- en makelaarspraktijk strikt gescheiden en de raad oordeelt dat de combinatie van twee beroepen verenigd in een persoon strikt genomen niet onder de Samenwerkingsverordening valt. De raad acht geen aanknopingspunten aanwezig om de werking van de verordening zo uit te breiden dat deze situatie er onder valt. Bezwaar ongegrond.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2011:YA2248 Raad van Discipline Amsterdam 11-212U 11-213U

    Dekenbezwaar en klacht. Ondanks aangevraagde en verkregen toevoeging toch aan cliënt gedeclareerd. Het stond verweerder onder de gegeven omstandigheden niet meer vrij om de gemaakte keuze voor een toevoeging ter discussie te stellen. Daarnaast heeft verweerder klager onvoldoende geïnformeerd over de hoogte van de kosten van rechtsbijstand. Bezwaar en klacht gegrond: voorwaardelijke schorsing voor de duur van vijf maanden.

  • ECLI:NL:TADRARN:2011:YA2279 Raad van Discipline Arnhem 11-106

    De advocaten wordt verweten niet op tijd en correct hun cliënt (klager) te hebben geïnformeerd over een zittingsdatum en waarneming door een kantoorgenoot tijdens de zitting. Klacht gegrond.

  • ECLI:NL:TDIVTC:2011:YF0366 Veterinair Tuchtcollege 's-Gravenhage 2010/11

    Beklaagde wordt nalatigheid verweten terzake de diagnosestelling bij en de behandeling van een veulen dat later aan een buikvliesontsteking is overleden. Ongegrond.