Zoekresultaten 1-1 van de 1 resultaten

  • ECLI:NL:TADRARL:2019:7 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 18-982

    Dekenverzoeken ex artikel 60ab (primair), 60b (subsidiair) en 60c (meer subsidiair) Advocatenwet. Verzoek tot schorsing van verweerder en/of benoeming van een rapporteur tot het doen van onderzoek naar de praktijk van verweerder. Volgens de deken is sprake van (een vermoeden van) ernstige misstanden. De deken heeft dit gebaseerd op een door hem ontvangen signaal waarover hij niet heeft kunnen of willen uitweiden. De raad (en verweerder) weet niet goed waarop de vermoede misstanden concreet berusten en de raad is niet in staat (gesteld) de zwaarte van deze informatie te beoordelen en af te wegen tegen de belangen van verweerder. Op grond van hetgeen de deken wel heeft toegelicht heeft de raad niet kunnen vaststellen dat sprake is van een zodanig ernstig handelen of nalaten van verweerder dat dit een schorsing, of een voorlopige voorziening in de zin van artikel 60ab of 60b Advocatenwet, rechtvaardigt. De raad wijst de verzoeken ex artikel 60ab en 60b Advocatenwet af en verwijst het verzoek ex artikel 60c Advocatenwet naar de voorzitter van de raad (zie voor die voorzittersbeslissing: 18-1028).