Zoekresultaten 101-110 van de 170 resultaten

  • ECLI:NL:TACAKN:2016:49 Accountantskamer Zwolle 15/2122 Wtra AK

      Uit het fundamentele beginsel van vakbekwaamheid en zorgvuldigheid vloeit voort dat een accountant die op basis van een persoonsgericht onderzoek een oordeel geeft over het door hem onderzochte handelen, dat oordeel hoort te verantwoorden door in het door hem te produceren rapport helder uiteen te zetten welk normatief kader hij heeft gehanteerd bij zijn beoordeling van dat handelen (zie in dit verband onder meer de uitspraak van het CBb van 12 april 2016: ECLI:NL:CBB:2016:98). Daarbij maakt het geen verschil of de accountant bij het verrichten van het onderzoek vooral of uitsluitend zijn vakbekwaamheid als accountant heeft aangewend. De eis die hiervoor wordt gesteld geldt dus ook bij een onderzoek als het onderhavige, waarbij betrokkene ook gebruik heeft gemaakt van zijn juridische ervaring en kennis. Betrokkene heeft dit verzuimd. Klacht in zoverre gegrond. Geen maatregel omdat oordelen niet op volstrekt onverdedigbare grondslag berusten en omdat geen nadeel is ondervonden van verzuim.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:41 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-487

    Klacht dat verweerster bij pleidooi aan de rechter feitelijke gegevens verstrekt waarvan zij wist dat deze onjuist waren alsmede fragmentarisch heeft geciteerd uit een brief van het Openbaar Ministerie op een wijze die er evident op was gericht de juiste feiten actief te verbloemen. Gegrond. Waarschuwing. Kostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:120 Raad van Discipline Amsterdam 16-005/A/A

    Ongegrond verklaarde klacht over advocaat in zijn hoedanigheid van executeur testamentair.

  • ECLI:NL:TADRARL:2016:40 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 15-486

    Klacht dat verweerder als eindverantwoordelijk advocaat heeft toegelaten dat zijn kantoorgenote ter gelegenheid van pleidooi feitelijke gegevens heeft verstrekt waarvan zij wist dat deze onjuist waren. Ongegrond. Niet gebleken dat verweerder inhoudelijk bemoeienis heeft gehad als advocaat van klagers wederpartij, althans niet op een wijze die hem medeverantwoordelijk maakt voor de handelwijze van zijn kantoorgenote. Het enkele meelezen van stukken en mogelijk ook meedenken levert nog geen medeverantwoordelijkheid op.

  • ECLI:NL:TNORDHA:2016:18 Kamer voor het notariaat Den Haag 15-74

      De klacht houdt in dat de notaris heeft gehandeld in strijd met zijn zorgplicht. Door mee te werken aan de levering op 10 juni 2015 van de aandelen aan [A] en [G] gelieerde rechtspersonen wist de notaris dat die levering een paulianeus karakter had. Bovendien wist de notaris, althans had hij behoren te weten dat door zijn handeling verhaal van klaagster zou worden gefrustreerd.

  • ECLI:NL:TGZRZWO:2016:30 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 120/2015

      Klacht tegen plastisch chirurg gegrond. Verweerder heeft het medisch dossier van klaagster aangevuld, in die zin dat hij aan de vermelde risico’s het risico van necrose heeft toegevoegd. Hij heeft dit gedaan zonder transparant te zijn over de aanleiding en de datum van de aanvulling. Door zijn handelwijze heeft verweerder de verdenking op zich geladen de informatie in het dossier in zijn voordeel te hebben willen aanpassen, om zodoende alsnog te kunnen aantonen dat hij voorafgaand aan de operatie heeft gewaarschuwd voor het risico op necrose. Hierdoor heeft verweerder afbreuk gedaan aan het vertrouwen dat patiënten in de volledige en waarheidsgetrouwe weergave van de gang van zaken in het dossier moeten kunnen hebben. Verder is sprake van een onvolledig operatieverslag, van een onzorgvuldige overdracht en van inadequate nazorg, regie en follow-up. Maatregel: voorwaardelijke schorsing van de inschrijving in het register van drie maanden met een proeftijd van een jaar.  

  • ECLI:NL:TADRAMS:2016:17 Raad van Discipline Amsterdam 15-222A 15-223A(d) 15-224A 15-225A(d) 15-226A 15-227A(d)

    Klacht van deken en BFT tegen verweerder sub 1 wegens het niet melden van een ongebruikelijke transactie in de zin van de Wwft gegrond; dezelfde klacht tegen zijn kantoorgenoten (verweerders sub 2 en 3) ongegrond omdat zij in deze zaak niet als “instelling” in de zin van de Wwft zijn aan te merken. BFT niet-ontvankelijk in klacht over zakelijke banden tussen verweerders en een cliënt. Dekenbezwaar over die zakelijke banden tegen verweerders sub 1 en sub 2 gegrond. Dekenbezwaar ongegrond voor zover het betreft handelen in strijd met artikel 9 lid 1 Vafi en Gedragsregel 28 . Voorwaardelijke schorsing (verweerder sub 1) en waarschuwing (verweerster sub 2). Proceskostenveroordeling.

  • ECLI:NL:TGZRAMS:2015:105 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Amsterdam 2014/422

    Klagers zijn de kinderen en weduwe van een overleden patiënt die ivm buikklachten op de SEH-afdeling wordt opgenomen. Navelbreuk wordt geconstateerd. Na onderzoek wordt patiënt opgenomen op de afdeling chirurgie. In de loop van de volgende ochtend verslechtert situatie van patiënt ernstig. Bij CT-onderzoek wordt darmperforatie geconstateerd waarna patiënt wordt geopereerd. Postoperatief komt patiënt te overlijden. Klagers verwijten verweerder onder meer dat hij is tekortgeschoten in het waarborgen van een systeem van adequate dossiervorming, geen/onvoldoende verantwoordelijkheid heeft genomen voor verbetering van de patiëntenveiligheid in de regio, onvoldoende noodzakelijke maatregelen heeft genomen om in dit geval de patiënt veiligheid te waarborgen, heeft nagelaten tijdig maatregelen te nemen ter voorkoming van herhaling, niet zorgvuldig met nabestaanden is omgegaan, informatie aan derden heeft verstrekt en heeft nagelaten een calamiteitenmelding te doen. Ongerond/Afwijzing.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:278 Raad van Discipline Amsterdam 15-161A 15-162A

    15-161A en 15-162A Klacht tegen collega advocaten gegrond. Strijd met gedragsregel 12. Rechtbank onjuist geïnformeerd. Ongefundeerde beschuldiging geuit jegens klager. Berisping.

  • ECLI:NL:TADRSGR:2015:276 Raad van Discipline 's-Gravenhage R.4718/15.28

    Klacht dat verweerder, optredend als advocaat van klagers wederpartij, de rechtbank onjuist geïnformeerd heeft door met het oog op een comparitie een overzicht te sturen, waarop facturen vermeld stonden, waarvan verweerder wist dat het om niet-bestaande facturen ging. Ter comparitie is het door de cliënte van verweerder toegelicht. De raad concludeert dat verweerder zich, toen hij zijn brief aan de rechtbank schreef, bewust was van het feit dat op het toegezonden overzicht twee niet-bestaande facturen waren vermeld. Klacht wegens onjuist informeren van de rechtbank gegrond. Maatregel: enkele waarschuwing.