ECLI:NL:TADRARL:2020:12 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 19-506
Beslissing van de raad tot voortzetting van de klachtzaak na intrekking door klager
ex artikel 47a lid 3 Advocatenwet met aanwijzing van de deken ex artikel 47a lid 4
Advocatenwet. De deken is ontvankelijk ook nu hij zich met de instructie van de klacht
heeft beziggehouden en met verweerder een norm-overdragend gesprek heeft gevoerd.
De klacht betreft het optreden van verweerder als advocaat van een wederpartij van
oorspronkelijk klager. Daarbij is het beoordelingscriterium dat de advocaat een grote
mate van vrijheid toekomt om de belangen van zijn cliënt te behartigen op de wijze
die hem passend voorkomt. Voortzetting van de zaak vindt plaats om redenen van algemeen
belang waardoor het beoordelingskader ruimer is dan voor intrekking van de klacht.
De klacht dient nu beschouwd te worden als een dekenbezwaar. Klacht gegrond. Verweerder
heeft de procedure voortgezet ondanks het feit dat zijn cliënt had aangegeven dat
niet te wensen en hem uitdrukkelijk had verzocht de procedure in te trekken. Onvoorwaardelijk
schorsing.