Zoekresultaten 71-80 van de 329 resultaten
-
ECLI:NL:TGZRZWO:2016:110 Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Zwolle 296/2015
- Datum publicatie: 01-11-2016
- Datum uitspraak: 01-11-2016
- ECLI:NL:TGZRZWO:2016:110
Klacht tegen huisarts over onder meer beëindigen van de behandelrelatie, onheuse bejegening en het bieden van onvoldoende zorg. Klachten als kennelijk ongegrond afgewezen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2016:164 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-852/DB/ZWB en 16-853/DB/ZWB
- Datum publicatie: 28-10-2016
- Datum uitspraak: 21-10-2016
- ECLI:NL:TADRSHE:2016:164
Bij de bepaling van het aanvangstijdstip van de termijn in art 46g lid 1 aanhef en sub a gaat het om de dag waarop klager (redelijkerwijs) kennis heeft genomen van het gestelde tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen en niet om de dat waarop dit door de ontvangst van een rechterlijke beslissing wordt bevestigd. Klacht met toepassing van artikel 46g, eerste lid, aanheft en sub a, Advocatenwet, niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2016:136 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-273/DB/OB
- Datum publicatie: 09-09-2016
- Datum uitspraak: 05-09-2016
- ECLI:NL:TADRSHE:2016:136
De kwestie, waarin verweerder in 2014 namens X optrad, had betrekking op de benoeming van een mentor over de partner van klager en had niets van doen met de kwestie waarin verweerder klager in 2000 heeft bijgestaan. Evenmin is gebleken dat verweerder gebruik heeft gemaakt van informatie die klager hem bij de behandeling van de zaak in 2000 vertrouwelijk heeft toevertrouwd. Niet gebleken dat verweerder uit rancune jegens klager wegens problemen over een declaratie uit 2000 heeft gehandeld. Klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TADRAMS:2016:175 Raad van Discipline Amsterdam 16-389/A/NH
- Datum publicatie: 15-08-2016
- Datum uitspraak: 08-08-2016
- ECLI:NL:TADRAMS:2016:175
Dekenbezwaar. Overleggen confraternele correspondentie en onnodig grievende uitlatingen. Dekenbezwaar gegrond. Berisping en proceskostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2016:132 Raad van Discipline Amsterdam 16-230/A/A
- Datum publicatie: 24-06-2016
- Datum uitspraak: 20-06-2016
- ECLI:NL:TADRAMS:2016:132
Kwaliteitsklacht eigen advocaat. Verweerder is in hoge mate tekortgeschoten in de zorg voor zijn cliënt door de concepten van de processtukken niet te bespreken, geen conclusie van dupliek in te dienen, onvoldoende met klager te communiceren, klager niet behoorlijk te adviseren over zijn procespositie en een inadequate opdrachtbevestiging te gebruiken. Klacht gegrond. Berisping. Kostenveroordeling.
-
ECLI:NL:TAHVD:2016:121 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 150145
- Datum publicatie: 21-06-2016
- Datum uitspraak: 25-04-2016
- ECLI:NL:TAHVD:2016:121
Verweerder heeft in brief aan de rechtbank met verzoek om informatie niet het standpunt van de wederpartij opgenomen dat hij niet gerechtigd zou zijn tot het opvragen van die informatie. Van tuchtrechtelijk verwijtbaar handelen zou eerst sprake kunnen zijn wanneer verweerder onder valse voorwendselen informatie bij de rechtbank zou hebben opgevraagd. Daarvan is in dit geval geen sprake. Het is aan de rechtbank om de afweging te maken of op basis van deze informatie de gevraagde stukken kunnen worden afgegeven. Verweerder heeft voorts twee omissies begaan, die hij vrijwel direct heeft gecorrigeerd. Het hof acht de gemaakte verwijten te gering van betekenis en van onvoldoende gewicht om daaraan enige tuchtrechtelijke gevolgen te verbinden. Hof is met raad van oordeel dat verweerder door gebruik van het woord 'ontvoering' gelet op de context de hem toekomende vrijheid niet te buiten is gegaan.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2016:101 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-225/DB/OB
- Datum publicatie: 15-06-2016
- Datum uitspraak: 13-06-2016
- ECLI:NL:TADRSHE:2016:101
Grenzen van aan advocaat van de wederpartij toekomende vrijheid niet overschreden doordat mr. H jegens klaagster een faillissementsverzoek heeft ingediend en daarbij de vordering van verweerders cliënten als steunvordering heeft opgevoerd, op welk verzoek afwijzend is beslist wegens onder meer misbruik van procesrecht. Verweerder hoeft niet in te staan voor de bevoegdheid van mr. H om voor zijn cliënte op te treden. Gedragsregel 27 lid 7 niet van toepassing nu klagers geen cliënt zijn geweest van verweerder noch van mr. H. Het stond verweerder vrij om arrest niet te betekenen aan klaagster. klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSGR:2016:88 Raad van Discipline 's-Gravenhage 15-512/DH/DH
- Datum publicatie: 09-06-2016
- Datum uitspraak: 09-05-2016
- ECLI:NL:TADRSGR:2016:88
Klaagster verwijt verweerder dat hij haar heeft bedrogen bij het aangaan van een huurovereenkomst, alsmede dat hij haar heeft bedrogen door haar te verzoeken akkoord te gaan met een € 200,- hogere huur per maand omdat de overige in het kantoorpand werkzame advocaten met wie klaagster zou gaan samenwerken, volgens verweerder boos waren geworden over de lagere huur die klaagster zou gaan betalen. Uit latere navraag bij de andere advocaat-huurders bleek volgens klaagster echter dat zij nooit bezwaar hadden gemaakt tegen de huurprijs die klaagster en verweerder aanvankelijk waren overeengekomen en daar zelfs geen wetenschap van hadden. De klachtonderdelen zien op het door verweerder als privépersoon aangaan van een huurovereenkomst met klaagster. Hoewel het hier privégedragingen van een advocaat betreft, worden die toch door het tuchtrecht bestreken. Nu het Gerechtshof Den Haag het onder klachtonderdeel a bedoelde handelen van verweerder gekwalificeerd heeft als bedrog, is de raad is van oordeel dat dit handelen van verweerder niet alleen civielrechtelijk, maar ook tuchtrechtelijk verwijtbaar is. Onverlet de eigen toets die de tuchtrechter dient uit te voeren, is hiermee immers in civielrechtelijke zin komen vast te staan dat verweerder een ander willens en wetens heeft misleid. Dergelijk handelen betaamt een behoorlijk advocaat niet; niet ten opzichte van cliënten, maar zeker ook niet ten opzichte van collega-advocaten. De raad is voorts van oordeel dat verweerder bij zijn handelen als privépersoon de grenzen van het betamelijke op zodanige wijze heeft overschreden, dat hij daarmee het vertrouwen in de advocatuur heeft beschaamd. Ook de onder klachtonderdeel b bedoelde gedragingen zijn naar het oordeel van de raad tuchtrechtelijk verwijtbaar in de zin van artikel 46 Advocatenwet, nu verweerder een collega-advocaat onjuiste informatie heeft verschaft met het doel er zelf financieel beter van te worden. Klacht gegrond. Maatregel: voorwaardelijke schorsing voor de duur van twee weken met een proeftijd van twee jaar.
-
ECLI:NL:TADRAMS:2016:112 Raad van Discipline Amsterdam 16-148/A/A
- Datum publicatie: 23-05-2016
- Datum uitspraak: 17-05-2016
- ECLI:NL:TADRAMS:2016:112
Ongegronde klacht advocaat wederpartij. Geen verplichting om in hoger beroep nieuwe feiten of argumenten aan te voeren, ook niet als in eerste aanleg is geprobeerd bewijs te leveren dmv getuigenverklaringen die meinedig blijken te zijn. Het in het geding brengen van verklaringen die meinedig zijn gebleken is in dit geval niet tuchtrechtelijk verwijtbaar. Verweerder heeft niet verbloemd dat er veroordelingen wegens meineed waren en heeft gepoogd bewijs te leveren dat de feiten waarover werd verklaar wel juist zijn.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2016:78 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 16-318 en 16-319 DB/LI
- Datum publicatie: 11-05-2016
- Datum uitspraak: 26-04-2016
- ECLI:NL:TADRSHE:2016:78
Het staat een advocaat vrij de wederpartij van zijn cliënt te sommeren bepaalde uitlatingen te staken en en gestaakt te houden en bij gebreke daarvan in opdracht van zijn cliënmt aangifte te doen. Ook overigens belangen van van de wederpartij niet geschaad. Klacht kennelijk ongegrond.