Zoekresultaten 31-40 van de 329 resultaten
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:88 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-892/DB/OB
- Datum publicatie: 18-06-2018
- Datum uitspraak: 28-05-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:88
Advocaat heeft tijdens een comparitie van partijen een niet onaannemelijk standpunt van haar cliënte verwoord. Advocaat heeft gehandeld binnen de grens die haar als advocaat van de wederpartij toekwam. Klacht ongegrond
-
ECLI:NL:TADRARL:2018:137 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-688
- Datum publicatie: 18-06-2018
- Datum uitspraak: 11-06-2018
- ECLI:NL:TADRARL:2018:137
Twee advocaten klagen over de handelwijze van verweerder, waarbij klaagster niet-ontvankelijk wordt verklaard in haar klachten wegens ontbreken van een eigen belang daarbij. Wat betreft klager is de raad van oordeel dat verweerder jegens hem in strijd heeft gehandeld met gedragsregel 15 lid 1 (oud) door niet gelijktijdig verschillende stukken aan de rechter als ook aan klager toe te sturen, alsmede heeft verweerder in strijd gehandeld met gedragsregel 12 (oud) door confraternele correspondentie, zonder toestemming van klager, in het geding te (laten) brengen. De gestelde persoonlijke omstandigheden aan de zijde van verweerder kunnen geen rechtvaardiging zijn dat hij onvoldoende toezicht heeft kunnen houden of zijn medewerkers de hun opgedragen taken tijdens zijn afwezigheid op juiste wijze hebben verricht. Verweerder had in die omstandigheden de noodzakelijke maatregelen tot vervanging moeten nemen als verantwoordelijk advocaat. Van spreken van onwaarheid door verweerder, waardoor de rechter is misleid, is de raad niet gebleken. Voorwaardelijke schorsing voor drie maanden, mede vanwege bekendheid van de raad met acht gelijktijdig lopende klachtzaken jegens deze verweerder met hetzelfde patroon, waarvan 7 eveneens op 11 juni 2018 (grotendeels) gegrond zijn geoordeeld.
-
ECLI:NL:TADRARL:2018:135 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-686
- Datum publicatie: 18-06-2018
- Datum uitspraak: 11-06-2018
- ECLI:NL:TADRARL:2018:135
De twee advocaat-klagers zijn deels niet-ontvankelijk in hun klachten jegens verweerder wegens het ontbreken van een eigen belang daarbij. De raad is van oordeel dat niet is gebleken van (bewust) spreken van onwaarheid door verweerder in zijn beslagrekest, dagvaarding of tijdens een zitting of dat verweerder daarbij de grenzen van de vrijheid die hem daarbij toekomt als partijdige belangenbehartiger van zijn cliënten heeft overschreden. Gelet op de onduidelijkheid bij klagers over de opheffing van het derdenbeslag onder een bank, brengt de voor een advocaat vereiste welwillendheid met zich dat in dergelijke gevallen op een daartoe strekkend verzoek van de (advocaat van de) beslagdebiteur de advocaat binnen een redelijke termijn de opheffing alsnog schriftelijk bevestigt aan de derde-beslagene. Dat heeft verweerder niet tijdig gedaan, waarmee hij de belangen van klagers heeft geschaad. Onnodig grievende uitlatingen jegens klagers niet gebleken. Voorwaardelijke schorsing voor drie maanden, mede vanwege bekendheid van de raad met acht gelijktijdig lopende klachtzaken jegens deze verweerder met hetzelfde patroon, waarvan 7 eveneens op 11 juni 2018 (grotendeels) gegrond zijn geoordeeld.
-
ECLI:NL:TAHVD:2018:100 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170306
- Datum publicatie: 15-06-2018
- Datum uitspraak: 25-05-2018
- ECLI:NL:TAHVD:2018:100
Onvoorwaardelijke schorsing naar aanleiding van dekenbezwaar. Verweerder heeft gehandeld op een wijze die een behoorlijk advocaat niet betaamt door in op voorhand kansloze zaken beroep in cassatie in te stellen en niet te voldoen aan artikel 7.6 Voda, door in strijd te handelen met gedragsregel 8 en door zijn cliënten niet te informeren over het feit dat hij zijn aantekening als bedoeld in artikel 9j lid 1 Advocatenwet op korte termijn zou verliezen. Voorts heeft verweerder misbruik gemaakt van toevoegingsgelden (publieke middelen) en zijn cliënten in feite laten betalen voor valse hoop. Hij is in ten minste drie zaken opgetreden als ‘postbus-advocaat’ door zich voor een cliënt in cassatie te stellen terwijl niet hij, maar een niet-cassatieadvocaat de cassatiezaak inhoudelijk heeft behandeld. Dat zijn ernstige vergrijpen die de kernwaarden van de advocatuur raken. Gelet op de ernst van de feiten is een schorsing voor de duur van vier weken passend en geboden. Bekrachtiging beslissing raad.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:68 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-939/DB/OB
- Datum publicatie: 09-05-2018
- Datum uitspraak: 07-05-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:68
Verweerder heeft tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door steeds melding te maken van de schorsing van de heer L., zonder daarbij te vermelden dat deze schorsing in hoger beroep ongedaan was gemaakt. Door slechts fragmentarisch te citeren uit een arrest is door verweerder de onjuiste indruk gewekt dat het om een beoordeling van het gerechtshof ging en niet om een standpunt van een van partijen. Daarnaast heeft verweerder onjuist geciteerd uit een pv. Geen sprake van een vergissing. Verweerder had het gerechtshof, toen de zaak voor arrest stond, niet zonder toestemming van klager sub 1 mogen benaderen. Tenslotte heeft verweerder de deken onjuist geïnformeerd. Klacht gedeeltelijk gegrond. Waarschuwing.
-
ECLI:NL:TADRARL:2018:55 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 17-329
- Datum publicatie: 04-04-2018
- Datum uitspraak: 03-04-2018
- ECLI:NL:TADRARL:2018:55
Aan de vraag of verweerder zijn geheimhoudingsplicht jegens zijn voormalig cliënt heeft geschonden, komt de raad niet toe nu de raad niet kan vaststellen of verweerder ter zake tuchtrechtelijk verwijtbaar heeft gehandeld. Klacht ongegrond.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:41 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-938/DB/OB
- Datum publicatie: 23-03-2018
- Datum uitspraak: 12-03-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:41
Het stond verweerder vrij om P bij te staan in procedures tegen klaagster, ook al waren deze wellicht niet erg kansrijk. Verweerder heeft juridische standpunten van zijn cliënt verwoord en uitlatingen zijn niet onnodig grievend. Inhoud en toonzetting van e-mailbericht aan klaagster wel tuchtrechtelijk verwijtbaar omdat daarmee oneigenlijke druk is uitgeoefend. Deels gegrond, deels ongegrond. Waarschuwing. Proceskostenveroordeling
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:13 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-989/DB/LI
- Datum publicatie: 19-02-2018
- Datum uitspraak: 19-01-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:13
Klager was reeds in 2011 op de hoogte van de verklaring van getuige X dat er sprake was van een betalingsachterstand van de vennootschap van klager en de door verweerder daaraan verbonden conclusie. Klacht daarover in 2017 is op grond van art. 46g lid 1 sub 4 niet-ontvankelijk. Klacht niet-ontvankelijk.
-
ECLI:NL:TAHVD:2018:18 Hof van Discipline 's-Hertogenbosch 170258
- Datum publicatie: 19-02-2018
- Datum uitspraak: 12-02-2018
- ECLI:NL:TAHVD:2018:18
Tussenbeslissing. Dekenbezwaar. Het hof acht, net als de raad, het verwijt dat verweerder in strijd met gedragsregels 36 en 37 heeft gehandeld, gegrond aangezien verweerder zonder mededeling vooraf het gesprek met de deken wenste op te nemen en de deken heeft belet zijn toezichthoudende taak uit te oefenen. Het hof passeert de stelling van verweerder dat hij het dekenonderzoek niet heeft kunnen frustreren omdat geen aankondiging van een dekenonderzoek is geweest. Uit gedragsregel 37 volgt dat een advocaat niet alleen bij een tuchtrechtelijk onderzoek maar ook bij een verzoek om informatie van de deken dat met een mogelijk tuchtrechtelijk onderzoek of een aan de deken opgedragen controle verband houdt, verplicht is alle gevraagde gegevens aanstonds te verstrekken. Een aankondiging van een dekenonderzoek is daarvoor niet nodig. Met betrekking tot de klacht dat verweerder ten onrechte toevoegingen heeft aangevraagd of laten aanvragen op naam van een andere advocaat en daarmee misbruik heeft gemaakt van het systeem van gefinancierde rechtsbijstand, acht het hof het instellen van een nader onderzoek naar de feiten noodzakelijk, gelet op de ernst van het gemaakte verwijt en de onduidelijkheden. Het hof zal de andere advocaat en een medewerker van de Raad voor Rechtsbijstand als getuige horen.
-
ECLI:NL:TADRSHE:2018:9 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch 17-757/DB/LI
- Datum publicatie: 24-01-2018
- Datum uitspraak: 22-01-2018
- ECLI:NL:TADRSHE:2018:9
Van een advocaat mag worden verwacht dat hij zich tijdens een zitting van de raad van discipline in zijn verweer tegen een tegen hem ingediende klacht onthoudt van onnodige kwalificaties over de persoon van de klager. De raad ziet in de omstandigheid dat, zoals ter zitting genoegzaam is gebleken, sprake is van een verstoorde verhouding tussen partijen en frequente confrontaties in tuchtrechtelijke procedures, die over en weer hebben geleid tot op de persoon gerichte negatieve kwalificaties, aanleiding om aan verweerder geen tuchtrechtelijke maatregel op te leggen. Klacht gegrond, geen maatregel