Zoekresultaten 25621-25630 van de 44954 resultaten

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:369 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.124 en C2015.157

    De klacht is gericht tegen een verzekeringsarts. Bij klaagster is multiple sclerose gediagnosticeerd. Zij is door de verzekeringsarts verzekeringsgeneeskundig onderzocht in het kader van een vervroegde WIA-aanvraag. De verzekeringsarts heeft in zijn rapportage aangegeven dat klaagster tenminste acht uur per dag en tenminste 40 uur per week kan werken. Klaagster is tegen deze rapportage in bezwaar gegaan en heeft tegen de verzekeringsarts een klacht ingediend bij het UWV. Inmiddels heeft klaagster een IVA uitkering toegekend gekregen. De tuchtklacht van klaagster bestaat uit 26 klachtonderdelen die alle betrekking hebben op de genoemde rapportage. Het RTG Zwolle heeft de klachtonderdelen 3,4,5,8,9,10,12 en 18 gegrond bevonden en de verzekeringsarts de maatregel van waarschuwing opgelegd. Zowel de arts als klaagster zijn in hoger beroep gekomen. Het CTG verklaart de klacht alsnog volledig gegrond en legt aan de arts de zwaardere maatregel van berisping op.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:193 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 906.2014

    Een van de twee klachtonderdelen is gegrond. Het ligt op de weg van de gerechtsdeurwaarder om een debiteur tijdig in kennis te stellen indien een aangezegde beslaglegging geen doorgang kan vinden. De gerechtsdeurwaarder heeft erkend dat hij heeft nagelaten om aan klager mede te delen dat de reeds aangezegde beslaglegging geen doorgang zou vinden. De Kamer heeft de gerechtsdeurwaarder een berisping opgelegd.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:283 Raad van Discipline Amsterdam 15-091A 15-092A 15-093A

    Klacht tegen eigen advocaat ongegrond en tegen haar kantoorgenoten (deels) niet-ontvankelijk. Het is klaagster voldoende duidelijk geworden dat de kosten, bovenop het door haar rechtsbijstandsverzekeraar beschikbaar gestelde kostenmaximum, voor eigen rekening zouden zijn. Het stond verweerster vrij zich te onttrekken na een gerezen verschil van mening. Klaagster is – daardoor – niet van pleidooi afgehouden.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:194 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 235.2015

    De gerechtsdeurwaarder heeft de herberekening van het openstaande bedrag niet met klager gecommuniceerd op het moment dat die herberekening werd uitgevoerd. Daarnaast heeft de gerechtsdeurwaarder in eerste instantie niet aan klager medegedeeld waarom die herberekening heeft plaatsgevonden. Nu de gerechtsdeurwaarder alsnog de door klager gevraagde duidelijkheid omtrent de herberekening van het openstaande bedrag heeft verschaft en hij heeft aangeboden de in rekening gebrachte kosten voor eigen rekening te nemen, volstaat de Kamer met de constatering dat de klacht gegrond is.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:370 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.023

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich vanwege de aanhoudende oorpijn en een loopoor van zijn zoontje tot de huisartsenpraktijk gewend, waar verweerster werkzaam is als huisarts. Klager verwijt verweerster een onjuiste behandeling en/of geen adequate/tijdige doorverwijzing naar een kno-arts, waardoor een delay is ontstaan in de behandeling. Later wordt op de SEH een facialisparese op basis van een cholesteatoom vastgesteld, waarvoor klagers zoontje wordt geopereerd. Voorts verwijt klager de huisarts het niet verlenen van medewerking om tot een oplossing te komen in het door klager aangespannen civielrechtelijke geding. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRAMS:2015:284 Raad van Discipline Amsterdam 15-090A

    15-090A: Klacht tegen advocaat wederpartij in beide onderdelen ongegrond. De door verweerder overgelegde correspondentie kwalificeert niet als confraternele correspondentie. Verweerder heeft aldus niet tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld door de brief in het geding te brengen. Verweerder heeft zich overigens voldoende welwillend opgesteld.

  • ECLI:NL:TGDKG:2015:195 kamer voor gerechtsdeurwaarders Amsterdam GDW 851.2014

    In zaken als de onderhavige dient de vraag beantwoord te worden of het tuchtrechtelijk laakbaar is als de gerechtsdeurwaarder de dagvaarding niet aan de curator heeft betekend. Hierbij dient als uitgangspunt dat de gerechtsdeurwaarder zich er niet van hoeft te vergewissen of de juiste persoon wordt gedagvaard wanneer er geen aanwijzingen zijn dat dit niet het geval is. Wel is het vaste rechtspraak van de Kamer dat controle op adresgegevens dient plaats te vinden alvorens tot dagvaarding wordt overgegaan, maar als er geen indicatie is dat van onder curatelestelling sprake is bestaat er vooralsnog geen verplichting om tevens het openbare Centraal Curatele- en bewindregister te raadplegen. Het is de Kamer in deze zaak overigens gebleken dat de koppeling tussen het Centraal Curatele- en bewindregister en de Gemeentelijke Basisadministratie niet altijd sluitend is. Wanneer het gaat om onderbewindstelling vindt registratie eerst vanaf 1 januari 2014 plaats en verder geldt geen verplichte registratie voor alle bewinden. Het register is dus niet volledig. Dat betekent dat zelfs bij raadpleging van het register voor de gerechtsdeurwaarder mogelijk niet steeds kenbaar is dat een curator of bewindvoerder als formele procespartij moet worden gedagvaard.

  • ECLI:NL:TGZCTG:2015:371 Centraal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Den Haag c2015.024

    Klacht tegen huisarts. Klager heeft zich vanwege de aanhoudende oorpijn en een loopoor van zijn zoontje tot de huisartsenpraktijk gewend, waar verweerster werkzaam is als huisarts. Klager verwijt verweerster een onjuiste behandeling en/of geen adequate/tijdige doorverwijzing naar een kno-arts, waardoor een delay is ontstaan in de behandeling. Later wordt op de SEH een facialisparese op basis van een cholesteatoom vastgesteld, waarvoor klagers zoontje wordt geopereerd. Voorts verwijt klager de huisarts het niet verlenen van medewerking om tot een oplossing te komen in het door klager aangespannen civielrechtelijke geding. Het Regionaal Tuchtcollege wijst de klacht af. Het Centraal Tuchtcollege verwerpt het beroep.

  • ECLI:NL:TADRARL:2015:165 Raad van Discipline Arnhem-Leeuwarden 99a/14

    Klager verwijt verweerder terecht dat hij gemaakte afspraken heeft geschonden. Het verweer dat onvoorziene omstandigheden rechtvaardigden dat van de gemaakte afspraken werd afgeweken houdt geen stand. Indien prijsafspraken worden gemaakt is het aan verweerder om de omvang van de werkzaamheden tevoren in te schatten In dit geval heeft verweerder zelfs uitdrukkelijk voorzien dat de werkzaamheden wel eens buiten het kostenmaximum zouden kunnen vallen. Indien die inschatting later fout blijkt te zijn, komt dat voor rekening en risico van verweerder Door in de mede namens hem geschreven brief op de afspraken terug te komen en klager te dreigen dat bij uitblijven van betaling zijn belangen niet langer behartigd zouden worden, heeft verweerder klager op onbetamelijke wijze onder druk gezet. Door vervolgens daadwerkelijk de bemoeienis te staken en zelfs een kort geding tegen klager aan te spannen heeft verweerder gehandeld in strijd met hetgeen een behoorlijk advocaat betaamt. Klager is door toedoen van verweerder ernstig in zijn belangen geschaad. Gezien de reeds eerder aan verweerder opgelegde disciplinaire maatregelen acht de raad een voorwaardelijke schorsing een passende maatregel.

  • ECLI:NL:TADRSHE:2015:263 Raad van Discipline 's-Hertogenbosch L 89 - 2015

    niet onbegrijpelijk dat verweerder meende dat het vermogen van klaagster boven de toegestane heffingstoets lag, maar het had op de weg van verweerder gelegen om, zeker gelet op de bijzondere omstandigheid dat klaagster niet over haar vermogen kon beschikken, deze zaak ter toetsing aan de Raad voor Rechtsbijstand voor te leggen. Verweerder heeft klaagster de mogelijkheid om voor een toevoeging in aanmerking te komen ontnomen. Klacht gegrond; enkele waarschuwing